Sterrenrestaurant moet chef-kok 2600 overuren vergoeden

Sterrenrestaurant moet chef-kok 2600 overuren vergoeden
Datum: 02-04-2016
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2016 / 268
Vindplaats: Kantonrechter Alkmaar 6 januari 2016, ECLI:NL:RBNHO:2016:2001
Uitspraak

Een restaurant met een Michelinster had met een sous-chef afgesproken dat hij per 1 januari 2013 chef-kok zou worden en dat de reeds bestaande arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in verband daarmee een minimale looptijd zou hebben van vijf jaar. Toen het restaurant per 31 augustus 2015 de arbeidsovereenkomst met toestemming van het UWV opzegde, stelde de chef-kok een aantal vorderingen in tegen het restaurant.
De vordering om schadevergoeding te betalen wegens het beëindigen van de arbeidsovereenkomst binnen die vijf jaar, werd afgewezen. Volgens de kantonrechter was slechts sprake van het uitspreken van een intentie en was geen sprake van een juridisch afdwingbare afspraak. De chef-kok vorderde wel met succes dat het restaurant verantwoording zou afleggen over de afdracht van het deel van de fooien dat per creditcard was betaald. De chef-kok had echter ook 150% vergoeding gevraagd van overuren gedurende de laatste vijf jaren van het dienstverband, stellend dat volgens de horeca-CAO, die in de arbeidsovereenkomst van toepassing was verklaard, een 38-urige werkweek gold. De chef-kok werkte dagelijks ruim elf uur (van 11.30 uur tot ongeveer 23.00 uur met drie kwartier pauze). Het restaurant had een serie verweren gevoerd, die door de kantonrechter allemaal werden afgewezen. Het verweer dat het restaurant geen opdracht had gegeven voor het verrichten van het overwerk stuitte af op de stelling van het restaurant dat het overwerk inherent was aan de functie. Dat de chef-kok zelf de werkroosters opstelde, betekende niet dat hij voor zichzelf minder uren kon vaststellen. Als de arbeidstijd meer dan 38 uur per week zou bedragen, had het restaurant dat volgens de CAO schriftelijk moeten vastleggen. Dat overwerk inherent was aan de functie en dus niet vergoed behoefde te worden, wordt weersproken door de bepaling in de CAO die aangeeft dat de regeling voor de normale arbeidstijd en overwerk alleen niet geldt voor werknemers die tenminste drie maal het minimumloon per jaar verdienen, aan welke eis de chef-kok niet voldeed. Van de mogelijkheid van ontheffing van de CAO was geen gebruik gemaakt. De klachtplicht van artikel 6:89 van het Burgerlijk Wetboek geldt bij een gebrekkige zaak of dienst maar niet bij het nakomen van een periodieke betalingsverplichting. De chef-kok had niet zijn recht verwerkt om vergoeding van overwerk te vorderen omdat daarvoor meer vereist is dan uitsluitend tijdsverloop en stilzitten van de werknemer. De chef-kok had bovendien onbetwist gesteld dat hij zich wel had beklaagd over de overuren maar dat er geen geld was om die te vergoeden. Uiteindelijk werd vergoeding van 2.605,74 overuren toegekend voor een bedrag van € 54.863,29 bruto met een wettelijke verhoging van 10% wegens te late uitbetaling en met wettelijke rente.


Commentaar

Van werknemers van sterrenrestaurants wordt vaker de klacht vernomen dat zij verplicht worden om zonder vergoeding veel overuren te maken. Deze werknemers zouden daar genoegen mee nemen, uitsluitend omdat zij er belang bij hebben om op hun c.v. te kunnen vermelden dat zij bij een sterrenrestaurant hebben gewerkt en omdat de bedrijfscultuur in dit deel van de arbeidsmarkt met zich mee zou brengen dat het “not done” is om daartegen te protesteren. Als werknemers echter achteraf alsnog bezwaar maken, dient met een toewijzing van een vordering tot betaling van een vergoeding voor overwerk rekening te worden gehouden, in elk geval indien en voor zover de horeca-CAO van toepassing is.