UWV legt werkgever een loonsanctie op. Waarop heeft de werknemer recht tijdens het derde ziektejaar?

UWV legt werkgever een loonsanctie op. Waarop heeft de werknemer recht tijdens het derde ziektejaar?
Datum: 29-02-2020
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2020 / 373
Vindplaats: Kantonrechter Amsterdam 12 februari 2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:777
Uitspraak

Toen het UWV aan een werkgever een loonsanctie oplegde wegens het plegen van te weinig re-integratie-inspanningen van de werkgever, moest de werkgever het loon tijdens ziekte 52 weken langer doorbetalen. Die loondoorbetaling hoefde niet meer te zijn dan de 70% van het maximum dagloon die door de wet is voorgeschreven, maar de werkgever moest wel de schade vergoeden die de werknemer leed doordat een uitkering van de WIA-excedentverzekering niet tot uitkering kwam bij gebreke van de toekenning van een WIA-uitkering.

Bij een werkgever was een manager in dienst met een salaris van € 8.474 bruto per maand. In juni 2017 valt de werknemer ziek uit voor zijn werk. In september 2017 komt zijn functie bij een reorganisatie te vervallen. In de arbeidsovereenkomst is overeengekomen dat de werknemer gedurende de eerste 52 weken van ziekte recht heeft op doorbetaling van 100% van het overeengekomen loon en dat daarna de wettelijke bepaling van toepassing is volgens welke de werknemer recht heeft op 70% van het loon, met een maximum van 70% van het maximum dagloon. De werkgever betaalt in het eerste jaar van ziekte van de werknemer inderdaad 100% van het loon en daarna 70% van het loon, echter zonder rekening te houden met de maximering op 70% van het maximum dagloon. In december 2018 wordt de loondoorbetaling stopgezet omdat de werknemer onvoldoende aan zijn re-integratie zou meewerken, maar na een vonnis van de kantonrechter wordt de werkgever veroordeeld om de doorbetaling van 70% van het loon te hervatten. Als de werknemer een WIA-uitkering aanvraagt, schort het UWV in april 2019 de behandeling van deze aanvraag op en beslist het UWV dat de periode waarin de werkgever het loon tijdens ziekte moet doorbetalen wordt verlengd tot 3 juni 2020, omdat de werkgever niet voldaan heeft aan zijn re-integratieverplichtingen. Met ingang van 7 juni 2019 bouwt de werkgever de hoogte van de loondoorbetaling af van 70% van het overeengekomen loon (€ 5.932) naar 70% van het maximum dagloon (€ 3.302 per maand). Vanaf 1 augustus 2019 wordt 70% van het maximum dagloon betaald.
In kort geding bij de kantonrechter vordert de werknemer doorbetaling van 70% van het overeengekomen loon. De werknemer baseert die vordering op het eerdere vonnis van de kantonrechter, maar de kantonrechter is van mening dat het voorlopige oordeel dat destijds in kort geding is gegeven, zag op de situatie die destijds bestond en niet op het derde ziektejaar. Ook de stelling van de werknemer dat de werkgever in het derde ziektejaar hetzelfde moet doorbetalen als in het tweede ziektejaar, omdat die verplichting met een jaar zou zijn verlengd, wordt niet door de kantonrechter gevolgd. Evenmin is de kantonrechter van mening dat de werknemer er op mocht vertrouwen dat aan hem 70% van het overeengekomen loon zou worden doorbetaald.
Meer succes heeft de werknemer met zijn stelling dat hij schade heeft geleden doordat het UWV aan de werkgever een loonsanctie heeft opgelegd. De werknemer had gesteld dat hij bij toekenning van een WIA-uitkering na twee jaar op grond van een daartoe afgesloten verzekering recht zou hebben gehad op een aanvulling van de WIA-uitkering tot 70% van het loon. De werkgever had aangevoerd dat de werknemer die uitkering niet zou hebben ontvangen omdat hij bij een WIA-keuring minder dan 35% arbeidsongeschikt zou zijn bevonden. Omdat uit de adviezen van de bedrijfsarts blijkt dat de werknemer niet inzetbaar was, verwerpt de kantonrechter echter dit verweer van de werkgever. De werkgever wordt veroordeeld om de werknemer schadevergoeding te betalen voor het verlies aan inkomen dat het gevolg is van het uitblijven van de WIA-uitkering en de aanvulling daarop.


Commentaar

Door het hoge loon van de werknemer was het verschil tussen het overeengekomen loon (of 70% daarvan) en de 70% van het maximum dagloon die volgens de wet tijdens ziekte moet worden doorbetaald heel groot. Toen de werkgever de loondoorbetaling tijdens ziekte terugbracht naar dit lagere niveau, had de werknemer een groot belang om zich daartegen te verzetten. De werkgever mocht de loondoorbetaling volgens de kantonrechter inderdaad terugbrengen naar het wettelijk verplichte minimumniveau, maar omdat bij toekenning van een WIA-uitkering na het tweede ziektejaar het zogenaamde “WIA-excedent” (het deel van het loon boven het maximum dagloon waarnaar de WIA-uitkering wordt berekend) voor 70% was verzekerd, kreeg de werknemer langs de weg van schadevergoeding toch nog waar hij op uit was. Immers: als de werkgever voldoende re-integratie-inspanningen zou hebben gepleegd, zou geen loonsanctie zijn opgelegd en zou na het tweede ziektejaar een WIA-uitkering zijn toegekend, waarna ook de WIA-excedentverzekering tot uitkering zou komen.