Ontslag op staande voet vanwege schelden en bedreigen van de werkgever door de partner van de werknemer

Ontslag op staande voet vanwege schelden en bedreigen van de werkgever door de partner van de werknemer
Datum: 20-03-2021
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2021 / 417
Vindplaats: Kantonrechter Maastricht 12 februari 2021, ECLI:NL:RBLIM:2021:1930
Uitspraak

Dat de partner van de werknemer de werkgever had uitgescholden en bedreigd, was voor de kantonrechter onaanvaardbaar. Maar omdat niet was komen vast te staan dat de werknemer daar zelf aan had deelgenomen, was een ontslag op staande voet niet gerechtvaardigd.

Bij een bedrijf in de metaalindustrie was een monteur werkzaam, aan wie de werkgever op 14 oktober 2020 een laatste waarschuwing had gestuurd. De waarschuwing betrof de negatieve werkhouding van de werknemer (onder meer schelden), op tijd komen, ziek melden, kwaliteit van het werk, uiterlijke verzorging en het nakomen van instructies over het gebruik van de werkkleding. De werknemer werd er in de waarschuwingsbrief uitdrukkelijk op gewezen dat het verboden was de overall die de werkgever hem ter beschikking stelde, mee naar huis te nemen. De vriendin van de werknemer had de gewoonte om de werknemer regelmatig op het werk op te zoeken, bijvoorbeeld om eten te brengen of om te vragen om geld of een pinpas. Elke vrijdag kwam de vriendin tijdens de middagpauze naar de werkplaats om een broodje te brengen. Op 30 oktober 2020 was de vriendin weer op de werkplaats geweest om een broodje te brengen. De werkgever had haar de toegang bij de voordeur ontzegd, waarna de vriendin via een andere deur naar de werkplaats was gegaan. Daarna had een woordenwisseling plaatsgevonden tussen de werkgever enerzijds en de werknemer en zijn vriendin anderzijds. Toen de werkgever daarna met zijn auto naar een cliënt vertrok, is de vriendin hem achterna gereden, waarbij de vriendin zich volgens de werkgever had schuldig gemaakt aan bumperkleven, claxonneren en het opsteken van de middelvinger. Nog diezelfde middag had de werkgever de werknemer op staande voet ontslagen wegens niet het niet opvolgen van instructies rondom de bedrijfskleding en in het bijzonder vanwege schelden en verbaal bedreigen door de werknemer en zijn vriendin.
Als de werknemer bij de kantonrechter vernietiging van het ontslag op staande voet vordert, oordeelt de kantonrechter allereerst dat niet vast staat dat de werknemer na de schriftelijke waarschuwing bedrijfsoveralls mee naar huis heeft genomen. De werknemer had gesteld dat hij op het werk eigen overalls droeg. Met betrekking tot de vriendin staat volgens de kantonrechter vast dat deze de werkgever heeft uitgescholden en dat zij zich tegen de wil van de werkgever toegang tot het bedrijfsterrein heeft verschaft om de werknemer zijn lunch te brengen. Volgens de kantonrechter is echter niet komen vast te staan dat de werknemer zijn vriendin daarin heeft bijgestaan. Evenmin is komen vast te staan dat de werknemer wist dat zijn vriendin de auto van de werkgever is nagereden. Duidelijk was wel dat de werknemer zijn vriendin niet heeft geholpen om tegen de wil van de werkgever het bedrijfsgebouw te betreden. Al met al is volgens de kantonrechter geen dringende reden voor ontslag op staande voet komen vast te staan. Het ontslag op staande voet wordt daarom vernietigd en de werkgever wordt veroordeeld tot doorbetaling van het loon. Omdat de arbeidsverhouding wel is verstoord, wordt de arbeidsovereenkomst door de kantonrechter ontbonden, waarbij de werkgever de transitievergoeding moet betalen. Van ernstig verwijtbaar gedrag van de werkgever is niet gebleken, zodat de werkgever niet de door de werknemer gevorderde billijke vergoeding hoeft te betalen.


Commentaar

Het komt vaker voor dat de partner van een werknemer zich indringend bemoeit met de arbeidsverhouding tussen de werkgever en de werknemer. Waar dat gaat over de correcte nakoming van de arbeidsovereenkomst (bijvoorbeeld of het juiste bedrag aan loon is betaald), mag de werknemer zich natuurlijk door een derde laten bijstaan en dat kan ook de partner zijn. Maar als het gaat om de feitelijke uitvoering van de arbeidsovereenkomst (het geven van instructies over de wijze van uitvoering van de werkzaamheden bijvoorbeeld), dan moet de werkgever zich met de werknemer kunnen onderhouden zonder dat de partner zich daarmee bemoeit. De werkgever hoeft ook niet toe te staan dat de partner van de werknemer het bedrijfsgebouw van de werkgever betreedt.