Geen regres van wegens loonsanctie tijdens derde ziektejaar betaald loon

Geen regres van wegens loonsanctie tijdens derde ziektejaar betaald loon
Datum: 29-11-2022
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2022 / 485
Vindplaats: Gerechtshof Amsterdam 15 november 2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:3197
Uitspraak

Een werkgever wilde de kosten van loondoorbetaling aan een arbeidsongeschikte werknemer verhalen op degene die aansprakelijk was voor het ontstaan van die arbeidsongeschiktheid. Dat lukte wel voor de eerste twee ziektejaren, maar niet voor het derde ziektejaar, waarin de werkgever het loon moest doorbetalen omdat het UWV een loonsanctie aan de werkgever had opgelegd.

Bij een lagere school werkt een lerares die blijvend arbeidsongeschikt is als gevolg van een ongeval. Zij is door een automobilist aangereden op een zebrapad. De verzekeraar die de aansprakelijkheid van de automobilist heeft verzekerd, heeft zowel aansprakelijkheid als het causale verband tussen het ongeval en de arbeidsongeschiktheid erkend. De school verhaalt met succes de kosten van het loon tijdens de eerste twee ziektejaren op de verzekeraar (regres). Ook de re-integratiekosten die de school heeft gemaakt, worden door de verzekeraar vergoed.
Vervolgens legt het UWV aan de werkgever een loonsanctie op. Het UWV is van mening dat de werkgever zich onvoldoende heeft ingespannen om de werkneemster te re-integreren. Het UWV heeft kritiek op de arbeidsdeskundige rapportage van de werkgever die volgens het UWV onvoldoende duidelijk maakt wat de belasting van de werkneemster in haar eigen functie is en wat de belasting is van minder belastende onderdelen van andere functies. Ook verwijt het UWV de werkgever dat een tweedespoortraject is afgebroken omdat de werkneemster van mening is dat zij niet kan werken terwijl de bedrijfsarts had gesteld dat zij wel arbeidsmogelijkheden had. Door de loonsanctie wordt de werkgever verplicht om het loon nog een jaar langer door te betalen. De werkgever maakt geen bezwaar tegen de opgelegde loonsanctie. Een verzoek om de loonsanctie te verkorten wordt door het UWV afgewezen.
De werkgever spreekt de verzekeraar aan om ook het loon dat tijdens het derde ziektejaar wordt doorbetaald te vergoeden, maar de verzekeraar weigert dit. Als de zaak aan de kantonrechter wordt voorgelegd, stelt deze de verzekeraar in het gelijk. Volgens de kantonrechter is de loonbetaling in het derde ziektejaar niet meer het gevolg van het ongeval maar van de opgelegde loonsanctie.
De werkgever stelt echter hoger beroep in bij het gerechtshof en voert daarbij drie grieven aan. Op de eerste plaats wijst de werkgever er op dat de werkneemster op grond van de toepasselijke arbeidsvoorwaardenregeling sowieso recht had op doorbetaling van 70% van het loon tot het einde van de arbeidsovereenkomst. Op de tweede plaats stelt de werkgever dat sprake is van twee oorzaken van de schade (het ongeval en de loonsanctie) die alleen in combinatie de schade konden veroorzaken en dat de verzekeraar daarom tenminste de helft van de schade had moeten vergoeden. De werkgever wijst er daarbij op dat de verzekeraar nu profiteert omdat die anders de aan de werkneemster toegekende IVA-uitkering aan het UWV zou moeten vergoeden. En tenslotte stelt de werkgever dat de billijkheid met zich meebrengt dat de verzekeraar de schade zou moeten vergoeden.
Deze argumenten overtuigen het gerechtshof echter niet. De werkgever heeft de werkneemster direct na het einde van de loonsanctie ontslagen. Het hof leidt daaruit af dat de werkgever de werkneemster zonder loonsanctie ook direct na afloop van het tweede ziektejaar zou hebben ontslagen. Dan zou de werkneemster geen recht meer hebben gehad op loon. De vraag naar het causaal verband tussen het ongeval en de loonbetaling in het derde ziektejaar kan volgens het hof in het midden blijven omdat sprake is van eigen schuld van de werkgever, die onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft gepleegd en geen bezwaar heeft gemaakt tegen de loonsanctie. De mate van eigen schuld bedraagt volgens het hof 100%. En voor een billijkheidscorrectie is volgens het hof geen plaats omdat dit in strijd zou zijn met de bedoeling van de wetgever die met de Wet verbetering poortwachter nu juist de re-integratie en arbeidsparticipatie van arbeidsongeschikte werknemers heeft willen bevorderen. Dat de verzekeraar nu voordeel heeft, maakt dat volgens het hof niet anders, waarbij het hof nog opmerkt dat niet vast staat dat het UWV ook regres zou nemen. Het hof wijst er op dat de werkgever ook niet gesteld heeft dat het UWV na het derde ziektejaar regres op de verzekeraar heeft genomen.
Het hof bekrachtigt uiteindelijk het vonnis van de kantonrechter.


Commentaar

Een werkgever kan de kosten van loondoorbetaling tijdens ziekte (uitsluitend het netto loon) en de gemaakte re-integratiekosten verhalen op degene die aansprakelijk is voor het ontstaan van de arbeidsongeschiktheid (regres). Ook het UWV kan regres plegen voor de kosten van betaalde Ziektewet- en WIA-uitkeringen (eveneens uitsluitend het netto bedrag).
Toen echter de loonsanctie werd opgelegd kwam de vraag op of ook het loon tijdens het derde ziektejaar verhaald kon worden. Daarvóór pleit dat ook die schade niet zou zijn ontstaan als het ongeval niet zou hebben plaatsgevonden. En de werkgever voerde natuurlijk terecht aan dat de verzekeraar zonder loonsanctie (het nettobedrag van) de WIA-uitkering aan het UWV had moeten vergoeden. Maar daartegen pleit dat de werkgever dan niet meer door een loonsanctie geprikkeld zou worden tot het plegen van voldoende re-integratie-inspanningen.
In deze situatie zou het naar onze mening passender zijn geweest om de werkgever en de verzekeraar elk de helft van de schade te laten dragen. Het oordeel van het hof dat de eigen schuld van de werkgever 100% bedraagt is niet onderbouwd. En het argument dat niet vast staat dat het UWV regres zou plegen ziet er aan voorbij dat het UWV dat in elk geval zonder veel moeite kon doen.
Overigens lijkt het UWV met het opleggen van de loonsanctie wel heel streng te zijn geweest ten opzichte van de werkgever. Gelet op het feit dat uiteindelijk aan de werkneemster een IVA-uitkering is toegekend, is het zeer de vraag of er wel reële re-integratiekansen waren.