Bronnen:
Artikel 32d
1. De in Nederland wonende of gevestigde inhoudingsplichtige wordt geacht met het door hem verschuldigde loon van een in Nederland wonende werknemer tevens te verstrekken het loon dat de werknemer zonder toepassing van dit artikel zou hebben genoten als werknemer van een andere inhoudingsplichtige, indien:
a. de werknemer uit hoofde van zijn dienstbetrekking tevens werkzaam is als werknemer van die andere inhoudingsplichtige onder de verplichting het hem toekomende loon en de bijbehorende vrije vergoedingen af te staan aan de inhoudingsplichtige, en
b. die andere inhoudingsplichtige het bedoelde loon en de bijbehorende vrije vergoedingen rechtstreeks afdraagt aan de inhoudingsplichtige en aan de werknemer geen vrije verstrekkingen verstrekt die niet vooraf aan de inhoudingsplichtige zijn medegedeeld.Aan de voorwaarde in de eerste volzin, onderdeel a, dat de werknemer uit hoofde van zijn dienstbetrekking tevens werkzaam is als werknemer van een andere inhoudingsplichtige is ook voldaan indien de inhoudingsplichtige waaraan het loon wordt afgestaan een lichaam is waarin de werknemer een aanmerkelijk belang heeft in de zin van de Wet inkomstenbelasting 2001, de werknemer via dit lichaam een belang heeft in de andere inhoudingsplichtige en dit belang tezamen met zijn werkzaamheden voor die andere inhoudingsplichtige materieel grotendeels overeenkomt met het aandeel en de werkzaamheden van een vennoot in een vennootschap onder firma.
2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van een niet in Nederland wonende werknemer ingeval het aan de inhoudingsplichtige afgestane loon voor de toepassing van regelingen ter voorkoming van dubbele belasting niet anders zou worden behandeld dan het door deze inhoudingsplichtige aan de werknemer uit te betalen loon.
3. Het eerste en tweede lid zijn slechts van toepassing als de inspecteur onder wie de inhoudingsplichtige ressorteert die zonder toepassing van deze leden belasting had moeten inhouden, op gezamenlijk verzoek van deze inhoudingsplichtige, de inhoudingsplichtige aan wie het loon wordt afgestaan en de werknemer bij voor bezwaar vatbare beschikking, die te allen tijde bij nadere, voor bezwaar vatbare, beschikking kan worden herroepen, heeft vastgesteld dat aan de gestelde voorwaarden is voldaan.
4. Het derde lid is niet van toepassing indien:
a. de werknemer een aanmerkelijk belang heeft in de zin van de Wet inkomstenbelasting 2001 in zowel de inhoudingsplichtige die zonder toepassing van dit artikel belasting had moeten inhouden als in de inhoudingsplichtige aan wie het loon wordt afgestaan, en
b. de inhoudingsplichtige aan wie het loon wordt afgestaan aangifte doet in overeenstemming met het eerste of tweede lid.
Artikel 32d van de Wet op de loonbelasting 1964 is slechts van overeenkomstige toepassing indien degene aan wie het loon wordt afgestaan, werkgever van de werknemer is.
a. de hoofdbetrekking en de nevenbetrekking kwalificeren beide voor de werknemersverzekeringen: de doorbetaaldloonregeling is van toepassing, zodat de werknemer alleen van de hoofdwerkgever (premie)loon geniet;
b. de hoofdbetrekking en de nevenbetrekking kwalificeren beide niet voor de werknemersverzekeringen: de doorbetaaldloonregeling is van toepassing, zodat de werknemer alleen van de hoofdwerkgever loon geniet (er is geen premieloon voor de werknemersverzekeringen);
c. de hoofdbetrekking kwalificeert voor de werknemersverzekeringen en de nevenbetrekking doet dat niet: de doorbetaaldloonregeling is van toepassing, zodat de werknemer alleen van de hoofdwerkgever (premie)loon geniet;
d. de hoofdbetrekking kwalificeert niet voor de werknemersverzekeringen en de nevenbetrekking doet dat wel: de doorbetaaldloonregeling is alleen van toepassing voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet, zodat de werknemer in zoverre alleen van de hoofdwerkgever loon geniet; de doorbetaaldloonregeling is niet van toepassing voor de premies werknemersverzekeringen, zodat de werknemer bij de nevenbetrekking premieloon geniet.