Ontslagvergoeding in kennelijk onredelijk ontslagprocedures
Jaar en kwartaal
2008, 4e kwartaal
Nummer
3
Bronnen:
Gerechtshof ’s-Gravenhage 14 oktober 2008, www.rechtspraak.nl,
ljn: BF8136, BF6720, BF6790, BF8122 en BF6960
De kantonrechtersformule geldt voor het geval ontbinding van
de arbeidsovereenkomst wordt verzocht. Omdat dan wordt uitgegaan van de
noodzaak voor een snelle en definitieve beëindiging van de arbeidsovereenkomst,
wordt de vergoeding naar billijkheid vastgesteld. Indien echter geen ontbinding
van de arbeidsovereenkomst wordt gevraagd, maar gekozen wordt voor opzegging
daarvan (indien dit door de werkgever gebeurt behoeft deze daartoe de voorafgaande
toestemming van het CWI in de vorm van een ontslagvergunning) bestaat volgens
de wetgever in beginsel geen reden voor een ontslagvergoeding. Er is dan ook
steeds een opzegtermijn in acht genomen. Alleen als het ontslag "kennelijk
onredelijk” is (zodanig te verstaan dat voor iedereen duidelijk moet zijn dat
het ontslag onredelijk is) zou volgens de Hoge Raad nog aanleiding kunnen
bestaan om een vergoeding vast te stellen. In dat geval kan de schade die door
de opzegging geleden wordt veel preziezer worden vastgesteld, omdat er geen
sprake is van een "spoedprocedure” maar van een gewone civielrechtelijke
procedure met zo nodig ook hoger beroep. De kantonrechtersformule zou daarbij
om die reden niet passen. Er zijn echter ook kantonrechters die het niet
passend vinden dat de werkgever, door te kiezen voor een procedure via het CWI
en niet voor een ontbindingsprocedure bij de kantonrechter, zou kunnen
bewerkstelligen dat de werknemer minder snel een vergoeding zou ontvangen of
een andere vergoeding dan volgens de kantonrechtersformule.
Tot nu toe hebben de gerechtshoven die in hoger beroep
moesten oordelen over vorderingen die gebaseerd waren op de kennelijke
onredelijkheid van het ontslag, zich steeds niets van de kantonrechtersformule
aangetrokken.
Het gerechtshof ’s-Gravenhage heeft in een aantal arresten
aangegeven voortaan bij de beoordeling van de vraag of aan een werknemer een
ontslagvergoeding toekomt wegens de "kennelijke onredelijkheid” van het ontslag
uit te gaan van de kantonrechtersformule. Om recht te doen aan de verschillen
met de procedure tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst (waarbij het CWI de
ontslagreden niet getoetst heeft en waarbij geen opzegtermijn geldt), verlaagt
het gerechtshof de ontslagvergoeding die met behulp van de
kantonrechtersformule is berekend met 30%.
Is uw werknemer bijna twee jaar arbeidsongeschikt? Dan komen veel vragen op u af. Wilt u zeker weten dat u de juiste beslissingen neemt? Neem dan tijdig contact met ons op voor een WIA-Poort Scan!
Wilt u daarbij ook concrete adviezen ontvangen waarmee u eventueel zelf gewenste acties kunt nemen? Upgrade dan uw arbeidsrecht abonnement naar een plus- of top abonnement!