Bijzondere beleidsregels ontheffing verbod op
werktijdverkorting 2008, Besluit van de Minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid van 26 november 2008, Staatscourant 28 november 2008, nummer
232, blz. 10-11
Op grond van de wet is het de werkgever verboden om de
werktijd van werknemers te verkorten, zonder ontheffing van de Minister van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De voorwaarden waaronder de Minister van deze
ontheffingsmogelijkheid gebruik maakt zijn vastgelegd in beleidsregels en
bepalen dat sprake moet zijn van vermindering van werk als gevolg van
buitengewone omstandigheden die rdelijkerwijs niet tot het normale
bedrijfsrisico behoren. Te denken valt aan omstandigheden in het verleden zoals
wateroverlast, de vuurwerkramp in Enschede, de oorlog in Irak of de MKZ-crisis.
Tijdens arbeidstijdverkorting kan een werknemer in beginsel aanspraak maken op
een WW-uitkering. Na zes weken geldt wel een sollicitatieplicht.
De regering heeft besloten de regels die gelden bij het
verkrijgen van ontheffing van het verbod tot werktijdverkorting aan te passen
met het oog op de gevolgen van de financiële crisis. Omdat de regering wil
voorkomen dat de arbeidsmarkt daardoor verstoord raakt, is sprake van een
beperkte uitbreiding van de mogelijkheid tot werktijdverkorting, alleen bedoeld
om een overreactie te voorkomen van gezonde bedrijven die in problemen komen
door enerzijds vraaguitval en anderzijds terughoudende kredietverstrekking, en
die daardoor zouden overgaan tot ontslag van meer werknemers dan uiteindelijk
nodig blijkt te zijn. Het gevolg daarvan zou zijn dat onnodig werkgelegenheid
verloren gaat en schaarse vakkennis uit de bedrijven verdwijnt. Er is daarom
ook uitdrukkelijk sprake van een tijdelijke en beperkte uitbreiding van de
mogelijkheid tot werktijdverkorting.
Om in aanmerking te komen voor werktijdverkorting moet
sprake zijn van een verlies aan omzet van tenminste 30% over een periode van twee
maanden, gemeten ten opzichte van de twee maanden daarvoor. Om
seizoensinvloeden uit te sluiten moet ook sprake zijn van een omzetdaling van
tenminste 30% ten opzichte van dezelfde periode van twee maanden een jaar
eerder. De omzetdaling moet met een accountantsverklaring worden aangetoond.
Het aantal werknemers waarvoor werktijdverkorting kan worden verkregen is
evenredig aan het percentage van de omzetdaling.
Bij de aanvraag voor werktijdverkorting moet de werkgever
een verklaring voegen dat hij zich zal inspannen om de werknemers tijdens de
werktijdverkorting te scholen en bij andere bedrijven te detacheren. Dat
laatste kan via regionale mobiliteitscentra die door het UWV worden opgezet. De
werkgever moet ook een verklaring bijvoegen dat hij het loon van de werknemers
die gedurende de werktijdverkorting (bijvoorbeeld wegens een te kort arbeidsverleden)
geen recht op WW-uitkering zouden hebben doorbetaalt en dat hij het loon na het
einde van de werktijdverkorting tenminste vier weken doorbetaalt. Dat laatste
is van belang om de WW-rechten van de werknemer bij het einde van de
arbeidsovereenkomst zeker te stellen. Verder moet bij de aanvraag een lijst van
werknemers worden gevoegd voor wie de aanvraag geldt.
Werktijdverkorting is mogelijk voor de duur van zes weken,
maar kan drie maal met zes weken worden verlengd, derhalve tot een totaal van
24 weken. Daarbij moet steeds opnieuw de omzetdaling middels een
accountantsverklaring worden aangetoond.
Uitbreiding van het aantal uren waarvoor werktijdverkorting is
toegestaan, is bij deze verlenging niet mogelijk, ook niet als de omzet nog
verder is gedaald. Per rechtspersoon kan maar één maal een verzoek tot
werktijdverkorting worden gedaan.
Wordt voor 20 werknemers of meer werktijdverkorting gevraagd
dan is instemming van de vakbonden vereist, of als er geen vakbonden zijn: van
de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging. Als voor minder dan 20
werknemers werktijdverkorting wordt gevraagd moet uit de aanvraag blijken dat
overleg met het personeel of de personeelsvertegenwoordiging heeft
plaatsgevonden.
Werktijdverkorting kan worden gevraagd voor zowel werknemers
die voor onbepaalde tijd in dienst zijn als voor werknemers die voor bepaalde
tijd in dienst zijn.
Een belangrijke voorwaarde die de regering aan de
uitbreiding van de mogelijkheid tot werktijdverkorting verbindt is dat de
regeling op 1 januari 2009 al weer eindigt en voor niet meer werknemers kan
worden toegepast dan 20.000 (760.000 uren per week). Aldus moet worden
voorkomen dat de regeling verhindert dat de de arbeidsmarkt zich structureel
aanpast aan de gewijzigde omstandigheden.
De regeling is op zondag 30 november 2008 in werking
getreden. Aanvragen worden alleen in aanmerking genomen als zij op of na die
datum zijn gedaan. De aanvragen worden in volgorde van binnenkomst behandeld,
waarbij alleen aanvragen alleen aanmerking worden genomen als zij volledig
zijn. Aanvraagformulieren zijn te downloaden via de website van het Ministerie
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (www.szw.nl). De formulieren moeten bij
het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid worden ingediend, per post
of door middel van afgifte (verzending per fax is niet als mogelijkheid
genoemd).
Is uw werknemer bijna twee jaar arbeidsongeschikt? Dan komen veel vragen op u af. Wilt u zeker weten dat u de juiste beslissingen neemt? Neem dan tijdig contact met ons op voor een WIA-Poort Scan!
Wilt u daarbij ook concrete adviezen ontvangen waarmee u eventueel zelf gewenste acties kunt nemen? Upgrade dan uw arbeidsrecht abonnement naar een plus- of top abonnement!