Wet invoering extra geboorteverlof

Jaar en kwartaal
2018, 4e kwartaal
Nummer
5

Bronnen:


De Eerste Kamer heeft op 13 november 2018 ingestemd met het wetsvoorstel voor de Wet invoering extra geboorteverlof (WIEG). De beoogde inwerkingtreding van het extra geboorteverlof per 1 januari 2019 kan daarmee doorgaan.

Op grond van het bepaalde in artikel 4:2 van de Wet arbeid en zorg heeft de partner van een bevallen werkneemster tot nu toe recht op kraamverlof gedurende twee dagen op te nemen in de periode van vier weken na de bevalling. Het gaat dan om verlof met behoud van loon.

In de Wet invoering extra geboorteverlof wordt geregeld dat dit verlof met behoud van loon te verlengen naar eenmaal de arbeidsduur per week op te nemen in de periode van vier weken na de bevalling. Dit verlof wordt dan voortaan geboorteverlof genoemd.

N.B.: op de dag(en) van de bevalling heeft de werknemer al recht op calamiteiten- en ander kort verzuimverlofmet behoud van loon op grond artikel 4:1 van de Wet arbeid en zorg.

Daarnaast wordt in een nieuw artikel 4:2a van de Wet arbeid en zorg voorgesteld dat in een periode van zes maanden te rekenen vanaf de eerste dag na de dag van de bevalling gedurendevijf maal de arbeidsduur per weekaanvullend geboorteverlof kan worden opgenomen. Dit aanvullend geboorteverlof is zonder behoud van loon, maar in een nieuw artikel 4:2b van de Wet arbeid en zorg wordt voorzien in een uitkeringvan het UWV van 70% van het dagloon (met inachtneming van het maximum dagloon). Deze uitkering moet dan via de werkgever worden aangevraagd (artikel 4:2c (nieuw) Wet arbeid en zorg).

De werknemer moet het voornemen om geboorteverlof of aanvullend geboorteverlof op te nemen tenminste vier weken(of als dat niet kan: zo snel mogelijk) tevoren schriftelijk bij de werkgever melden(artikel 4:3 Wet arbeid en zorg). Daarbij moet de werknemer de duur van het verlof en de spreiding daarvan over de week opgeven. De werkgever heeft daarover alleen in zoverre zeggenschap dat de hij de gewenste wijze van invulling van het aanvullend geboorteverlof tot twee weken voorafgaand aan het ingangstijdstip van dat verlof kan wijzigen als er sprake is van zwaarwegende bedrijfsbelangen. Het tijdstip van ingang van het verlof kan afhankelijk worden gesteld van de datum van de bevalling of van de datum van het eindigen van het bevallingsverlof.

In verband met het recht op het geboorteverlof en aanvullend geboorteverlof komt de bepaling te vervallen die inhoudt dat de werknemer het recht heeft om in elk geval gedurende de eerste drie dagen na afloop van het kraamverlof ouderschapsverlof op te nemen (artikel 6:5 lid 4 Wet arbeid en zorg).