Centrale Raad versoepelt regels over ontvankelijkheid van bezwaarschriften


Wie het niet eens is met een beslissing van het UWV, kan daartegen bij het UWV bezwaar maken. Als het UWV het bezwaar ongegrond verklaart, staat beroep bij de rechtbank, en daarna eventueel hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep, open.
Aan het instellen van bezwaar en beroep zijn termijnen gebonden (van doorgaans zes weken), waar door de rechter streng de hand aan wordt gehouden. Zelfs als het UWV een bezwaar na het verstrijken van de termijn in behandeling neemt, moet de rechter ambtshalve (dat wil zeggen: ongevraagd) toetsen of het bezwaar binnen de termijn is ingesteld, al betekent ook dat niet dat het UWV niet meer op zijn eigen beslissing kan terugkomen. Het UWV moet de ter-mijnen voor het instellen van bezwaar en beroep vermelden in zijn beslissingen.
De wet kent wel de mogelijkheid dat een bezwaar weliswaar te laat is ingesteld, maar wegens bijzondere omstandigheden toch in behandeling kan worden genomen. Dat heet dan "ver-schoonbare termijnoverschrijding". De Centrale Raad van Beroep heeft zich altijd heel streng getoond bij het beoordelen van termijnoverschrijdingen op verschoonbaarheid. Al heel snel werd geoordeeld dat een termijnoverschrijding niet verschoonbaar was. Ook als het UWV zelf verzuimde een juiste vermelding van de termijn voor het instellen van bezwaar of beroep onder de beslissing te vermelden en als daardoor niet tijdig bezwaar of beroep werd ingesteld, was geen sprake van een verschoonbare termijnoverschrijding.
Op dat wel heel strenge standpunt is de Centrale Raad van Beroep nu teruggekomen (in navolging van de Hoge Raad, die bijvoorbeeld heeft te oordelen over beslissingen van de belastingdienst). In een uitspraak van 23 juni 2011 stelt de Centrale Raad van Beroep dat het ont-breken van het vermelden van de juiste termijn voor het instellen van bezwaar of beroep in beginsel leidt tot verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding, als daarop een beroep wordt gedaan. Maar als de betreffende persoon wordt bijgestaan door een professionele rechtshulpverlener, zal als regel gelden dat die moest weten wanneer bezwaar en beroep moest worden ingesteld en is een eventuele termijnoverschrijding niet verschoonbaar. Maar zelfs dan laat de Centrale Raad van Beroep de mogelijkheid open dat zelfs een professionele rechtshulpverlener niet behoefde te weten dat binnen de termijn bezwaar of beroep moest worden ingesteld. Als voorbeeld van een dergelijke situatie noemt de Centrale Raad van Beroep het geval waarin gerede twijfel mogelijk is over de vraag of wel sprake is van een besluit (N.B.: alleen tegen een besluit kan bezwaar worden gemaakt). Dat kan zo onduidelijk zijn, dat zelfs een professionele rechtshulpverlener op het verkeerde been kan worden gezet.
Overigens geldt ook bij een verschoonbare termijnoverschrijding dat alsnog zo spoedig moge-lijk bezwaar of beroep moet worden ingesteld, nadat alsnog duidelijk is geworden dat bezwaar of beroep mogelijk was. Volgens de rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep betekent "zo snel mogelijk" in dat geval "binnen veertien dagen".

Centrale Raad van Beroep 23 juni 2011, www.rechtspraak.nl, ljn: BR0151

Het is een goede zaak dat de Centrale Raad van Beroep de verschoonbaarheid van de overschrijding van de termijn voor het instellen van bezwaar of beroep iets minder streng beoordeelt. Met name als het UWV (of ander bestuursorgaan) zelf heeft bijgedragen aan het ontstaan van de verwarring over het kunnen instellen van bezwaar of beroep, heeft het geen pas om de burger vervolgens af te rekenen op de gevolgen van die verwarring.