Stichting die naleving CAO moet bewaken vangt bot bij rechter


In de bedrijfstak van het busvervoer bestaat een Stichting die door de CAO-partijen is opge-richt en die de naleving moet bewaken van de gewone CAO en de CAO die werkgevers en werknemers in de bedrijfstak verplicht om bijdragen te doen aan een scholingsfonds. Beide CAO"„s zijn algemeen verbindend verklaard.
Deze Stichting vordert bij de kantonrechter te Haarlem dat een werkgever wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 163.153,28 wegens schadevergoeding. Die schadevergoeding bestaat enerzijds uit een forfaitair bedrag dat in de CAO"„s als boete wordt gesteld op het na ingebrekestelling niet verstrekken van gegevens aan de Stichting en anderzijds uit een bedrag dat in de CAO"„s als boete is gesteld op het na ingebrekestelling niet naleven van de CAO. Behalve schadevergoeding, wordt gevorderd dat de werkgever op verbeurte van een dwangsom wordt bevolen mee te werken aan het onderzoek door de Stichting en dat gegevens worden verstrekt. Tenslotte worden buitengerechtelijke kosten gevorderd. Aan al die vorderingen is het volgende voorafgegaan.
Op 30 oktober 2007 schrijft de Stichting de werkgever een brief, naar aanleiding van een be-drijfsbezoek bij de werkgever. De werkgever wordt daarin gevraagd een aantal correcties door te voeren en een aantal met name genoemde gegevens en bewijsstukken te verstrekken, die bij het bedrijfsbezoek niet aanwezig waren. De correcties betreffen een aantal conclusies die de Stichting wel uit het bedrijfsbezoek heeft kunnen trekken, inzake de te lage beloning van één werknemer en het niet toekennen van bepaalde toeslagen. Als de werkgever daarop niet rea-geert, sommeert de Stichting de werkgever bij brief van 2 juni 2008 om alsnog daaraan te voldoen. De werkgever maakt daarop uiteindelijk excuses voor het eerder uitblijven van zijn reactie en zegt alsnog medewerking toe. Bij brief van 30 oktober 2008 biedt de Stichting de werkgever daarop de gelegenheid om alsnog aan te tonen dat de CAO juist is nageleefd, onder de voorwaarde dat de werkgever een bedrag van € 2.500 aan de Stichting vergoedt wegens reeds gemaakte kosten. De werkgever betaalt dit bedrag en levert na verkregen uitstel bij brief van 12 februari 2009 alsnog gegevens aan. Partijen zijn het er niet over eens of daarmee voldoende gegevens zijn aangeleverd.
De kantonrechter wijst de gevorderde schadevergoeding af omdat de Stichting (die had ver-wezen naar een brief van 5 mei 2009) niet duidelijk had aangegeven welke gegevens nog ont-braken. De Stichting stelt echter dat in die brief was vermeld wat de Stichting wenste te ontvangen en legt in hoger beroep alsnog een overzicht over van gegevens die de werkgever heeft aangeleverd. Volgens de Stichting heeft de werkgever verzuimd een specificatie te maken waaruit blijkt dat hij de gevraagde stukken wel compleet heeft aangeleverd. De werkgever stelt in hoger beroep dat hij alle gevraagde gegevens heeft aangeleverd, althans dat hem niet duidelijk is welke gegevens nog ontbreken.
Het gerechtshof stelt voorop dat de vordering tot schadevergoeding alleen kan worden toegewezen als komt vast te staan dat de werkgever nalatig is de vóór de ingebrekestelling verzoch-te gegevens te verstrekken en/of dat hij volhardt in het niet naleven van de CAO na de inge-brekestelling. Daarom zal het volgens het hof moeten gaan om de in de brief van 30 oktober 2007 genoemde gegevens. De ingebrekestelling van 2 juni 2008 verwijst namelijk naar die brief. Verder dient de Stichting te stellen en zo nodig te bewijzen dat sprake is van nalatigheid van de werkgever.
Op grond van de wet kan de Stichting volgens het hof niet nakoming vorderen van het boetebeding en tegelijkertijd ook van de verbintenis waaraan het boetebeding is verbonden. Omdat de Stichting voor dat laatste heeft gekozen, kan de schadevergoeding (boete) nu niet meer worden gevorderd. Dat zou, nog steeds volgens het hof, anders zijn geweest als de Stichting de werkgever ondubbelzinnig zou hebben laten weten dat zij naast de reeds betaalde vergoeding wegens vertraging in de nakoming ook aanspraak zou hebben gemaakt op schadevergoeding. Omdat de Stichting dat echter niet gedaan heeft, mocht de werkgever volgens het hof menen dat hij zijn verzuim gezuiverd had.
Vervolgens loopt de zaak voor de Stichting verkeerd af, omdat het hof oordeelt dat de Stichting niet heeft voldaan aan de op haar rustende stelplicht en bewijslast. De Stichting heeft niet gesteld dat de werkgever geen inzicht heeft gegeven in de loonbetalingen in de controleperio-de. Integendeel: de Stichting kon concluderen dat de werkgever de CAO niet heeft nageleefd. Evenmin heeft de Stichting gesteld dat de werkgever is blijven volharden in het niet naleven van de CAO. Dat had de Stichting volgens het hof wel moeten doen, nadat de werkgever had gesteld dat één werknemer maar twee maanden bij de werkgever in dienst was geweest en dat de enige andere werknemer kort na de ingebrekestelling uit dienst was getreden. De Stichting had echter niets gesteld over het niet naleven van de CAO en had zich beperkt tot stellingen over het niet naleven van de verplichting om gegevens te verstrekken.
Omdat de Stichting aldus niet aan zijn stelplicht en bewijslast heeft voldaan, bekrachtigt het hof het vonnis van de kantonrechter.

Gerechtshof Amsterdam 5 juli 2011, www.rechtspraak.nl, ljn: BR2582

Organisaties die de naleving van een CAO moeten bewaken, worden door de CAO-partijen in de (vaak algemeen verbindend verklaarde) CAO vaak opgetuigd met vergaande bevoegdheden. De CAO-partijen hebben natuurlijk ook op voorhand niet veel op met werkgevers die de CAO niet zouden naleven. Vervolgens gebruiken die organisaties hun bevoegdheden vaak met de nodige arrogantie. In dit geval wordt een kleine werkgever (immers kennelijk maar twee werknemers) door de Stichting bedreigd met een buitenproportionele schadevergoedingsvordering (meer dan € 160.000), alleen omdat die werkgever niet volledig zou hebben voldaan aan de op hem rustende inlichtingenverplichting. Het is geruststellend te kunnen vaststellen dat in elk geval de rechter nog bewaakt dat deze organisaties binnen de grenzen van de wet blijven opereren.
Overigens ontlenen dergelijke organisaties hun controlebevoegdheid aan een CAO en is een werkgever die niet aan die CAO gebonden is, niet gehouden om aan die controle mee te wer-ken. Een eerste, zeer belangrijk, discussiepunt is in de praktijk dan ook nogal eens of de werkgever wel gehouden is om medewerking te verlenen aan een controle.