UWV mag werkgever geen gegevens verschaffen over arbeidsgehandicaptenstatus van werknemers


Een werkgever die overweegt eigenrisicodrager te worden voor de Ziektewet vraagt het UWV om informatie over de zogenaamde "arbeidsgehandicaptenstatus" van zijn werknemers (de "agh-status", onder de WIA zou deze status eigenlijk aangeduid moeten worden als "SFB-status", omdat het dan gaat om "werknemers met een structurele functionele beperking"). Daarbij gaat het met name om de vraag of werknemers op het tijdstip van de indiensttreding, of binnen vijf jaar daarvóór, al een WAO- of WIA-uitkering hadden. Die informatie is voor de werkgever van belang omdat de werkgever aan werknemers die deze status hebben, als eigenrisicodrager niet zelf de Ziektewetuitkering zou behoeven te betalen. Het UWV weigert echter die informatie te verschaffen omdat de wet daarvoor geen grondslag zou bieden. De werkgever is van mening dat het UWV daarmee een te beperkte uitleg geeft aan de bepalingen van de Wet Suwi (Wet Structuur Uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen).
Na bezwaar moet de rechtbank in beroep oordelen over de beslissing die het UWV heeft ge-nomen op de aanvraag van de werkgever. De rechtbank is van mening dat de agh-statussen gegevens betreffen over de gezondheid van de werknemers, zodat het om gegevens gaat die vallen onder de bescherming van de Wet bescherming persoonsgegevens. Alleen al dit gege-ven is voor de rechtbank reden om de bepalingen van de wet beperkt uit te leggen. Uit de wetsgeschiedenis leidt de rechtbank af dat de wet een uitputtende opsomming bevat van de gegevens die aan de werkgever mogen worden verstrekt en dat daar de agh-status niet onder valt. De wet staat het UWV alleen toe om ten behoeve van het aanvragen van een verzekering van risico"„s van ziekte en arbeidsongeschiktheid gegevens te verstrekken betreffende de in-stroomcijfers WAO en WIA over een periode van de afgelopen drie jaar, het totale bedrag aan sv-loon per jaar over een periode van vijf jaar, het aantal werknemers naar leeftijd en geslacht in de periode van vijf jaar voorafgaand aan het verzoek en het arbeidsverleden van de werk-nemers.
Het feit dat een werknemer, zodra de arbeidsovereenkomst twee maanden geduurd heeft, op grond van de wet verplicht is om informatie te geven over het bestaan van recht op Ziekte-wetuitkering (de agh-status), betekent volgens de rechtbank niet dat de werkgever recht heeft op verkrijging van de gegevens van het UWV. Als de informatie over de agh-status voor de werkgever van belang is, moet hij die van de werknemer verkrijgen.

Rechtbank Haarlem 23 december 2011, www.rechtspraak.nl, LJN: BV1711

De uitspraak van de rechtbank Haarlem sluit aan bij een eerdere uitspraak van de rechtbank "„s-Hertogenbosch van 1 december 2011, LJN: BU6798. In de praktijk ondervinden werkgevers van het nieuwe standpunt van het UWV vooral hinder als zij eigenrisicodrager willen worden voor de WGA. Dan is het van belang te bepalen welke werknemers vallen onder het zogenaamde "inlooprisico", dat wil zeggen: werknemers die al arbeidsongeschikt waren vóór de ingangsdatum van het eigenrisicodragen, aangezien de werkgever de eventuele WGA-uitkering van deze werknemers wel zelf zou moeten betalen terwijl een verzekeraar de betaling van deze WGA-uitkeringen niet, of alleen tegen een hogere premie, zou willen dekken. Werkgevers zullen het inlooprisico daardoor voortaan moeten bepalen aan de hand van hun eigen administratie. Zij moeten dan nagaan of er werknemers in dienst zijn of zijn geweest die tijdens hun dienstverband met arbeidsongeschikt zijn geworden en waaraan later een WGA-uitkering is toegekend. Dat laatste gegeven zou aan de werkgever bekend moeten zijn, omdat het UWV van de beslissing tot toekenning van de WGA-uitkering een kopie aan de werkgever moet toezenden. In de praktijk blijkt het UWV met dat laatste nogal eens in gebreke te blijven. Wellicht dat het UWV aansprakelijk te stellen zou zijn voor schade die in de vorm van een onverzekerd inlooprisico ontstaat, als het UWV verzuimt tijdig een kopie van beslissing omtrent de toekenning van een WGA-uitkering aan de werkgever toe te zenden.



29 januari 2012

mr. J.P.M. (Joop) van Zijl.