Werkgevers krijgen drie maanden extra tijd om te voldoen aan de voorwaarden voor toepassing van de lage premie.


Door de invoering van de Wet arbeidsmarkt in balans wordt per 1 januari 2020 premiedifferentiatie ingevoerd bij de premie die werkgevers betalen ter bekostiging van de WW-uitkeringen van ex-werknemers (de premie voor het Algemeen werkloosheidsfonds). Daarbij wordt van werknemers met een flexibele contract een hogere premie geheven dan van werknemers met een vaste contract. Het verschil tussen de hoge en de lage premie is 5% (artikel 2.2 Besluit Wfsv).

De lage premie is daarbij gereserveerd voor werknemers die een schriftelijke arbeidsovereenkomst hebben voor onbepaalde tijd, die geen oproepovereenkomst is. Voor alle andere werknemers is de hoge premie verschuldigd (artikel 27 lid 1 Wet financiering sociale verzekeringen).

De arbeidsovereenkomst is geen oproepovereenkomst als de arbeidsduur van de werknemer is vastgelegd als één aantal uren (vaste uren) en als in de arbeidsovereenkomst niet is afgeweken van de wettelijke bepalingen omtrent het recht op loon als de werknemer niet werkt door omstandigheden die in de risicosfeer van de werkgever liggen (artikel 7:628a lid 9 BW).

Om ook daadwerkelijk de lage premie te kunnen toepassen gelden echter nog twee nadere voorwaarden van administratieve aard.  Allereerst dient in de loonadministratie een kopie te zijn opgenomen van de schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd (artikel 2.4 Besluit lid 1 Wfsv). Die arbeidsovereenkomst dient aan de volgende voorwaarden te voldoen (artikel 2.4 lid 4 Besluit Wfsv):
  • voorzien van een datum;
  • door beide partijen getekend.

Verder dient in de loonadministratie de loopopgave (loonstrook) te zijn opgenomen, waarop dient te zijn vermeld (artikel 2.4 Besluit lid 1 Wfsv jo. artikel 7:626 lid 2 BW):
  • de naam van de werkgever en de werknemer;
  • de termijn waarover het loon wordt betaald;
  • de overeengekomen arbeidsduur;
  • of sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd;
  • of sprake is van een oproepovereenkomst.

Op de eerste dag van elk aangiftetijdvak wordt bepaald of aan de voorwaarden voor toepassing van het lage premiepercentage wordt voldaan (artikel 2.4 lid 3 Besluit Wfsv).

In een brief aan de Tweede Kamer van 9 december 2019 heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mede namens de Staatssecretaris van Financiën, medegedeeld dat werkgevers  op verzoek van de werkgeversorganisaties drie maanden langer de tijd krijgen om te voldoen aan de eis dat er een door beide partijen ondertekende schriftelijke arbeidsovereenkomst moet zijn. Werkgevers mogen daardoor, ondanks het ontbreken van een schriftelijke arbeidsovereenkomst, tot 1 april 2020 de lage premie toepassen. Als de schriftelijke arbeidsovereenkomst op 1 april 2020 nog steeds niet in de loonadministratie aanwezig is, moet de werkgever met terugwerkende kracht alsnog de hoge premie afdragen. De toezegging geldt alleen voor werknemers die vóór 1 januari 2020 in dienst zijn getreden. In de brief van de Minister wordt ook nog een vraag beantwoord, waarover tot nu toe geen duidelijkheid bestond.

Zo blijkt uit de brief dat het niet voldoende is als er een door beide partijen getekende en gedateerde arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is, waarbij vervolgens uitsluitend door de werkgever is bevestigd dat deze arbeidsovereenkomst voortaan voor onbepaalde tijd is aangegaan. De Minister geeft aan dat in dat geval alsnog een door beide partijen getekende schriftelijke arbeidsovereenkomst moet worden opgemaakt, waaruit blijkt dat aan de voorwaarden voor de lage premie wordt voldaan (dus: arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, geen oproepovereenkomst). 

Onder verwijzing naar een bericht dat op 28 oktober 2019 is geplaatst op het Forum Salaris van de belastingdienst geeft de Minister ook nog aan dat het niet nodig is om een volledige nieuwe arbeidsovereenkomst te maken, maar dat een door beide partijen ondertekend addendum voldoende is. Dat addendum, dat ook moet worden bewaard in de loonadministratie, moet dan aan de volgende voorwaarden voldoen:
  • Het addendum moet door beide partijen zijn getekend.
  • Uit het addendum moet blijken dat sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die geen oproepovereenkomst is.

Brief van Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan Tweede Kamer van 9 december 2019 (Administratieve vereisten WW-premiedifferentiatie naar de aard van het contract) 

Voor de deelnemers aan het arbeidsrecht abonnement van ons kantoor was reeds een model (3.27) beschikbaar dat werkgevers kunnen gebruiken om alsnog te voldoen aan de voorwaarden voor toepassing van de lage premie.