Wie heeft in geval van bezwaar namens werkgever recht op inzage van medische gegevens van werknemer?

Jaar en kwartaal
2016, 1e kwartaal
Nummer
8

Bronnen:



Sinds de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 20 juli 2001, ECLI:NL:CRVB:2001:AB2857, heeft niet alleen een arts die namens de werkgever optreedt recht op inzage van de medische stukken die ten grondslag liggen aan de beslissing van het UWV omtrent een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WAO-uitkering, Ziektewetuitkering of WGA-uitkering) van een ex-werknemer, maar komt dat recht ook toe aan een advocaat die als gemachtigde van de werkgever optreedt of aan een andere gemachtigde die daartoe bijzondere toestemming van de rechter krijgt, zij het dat op deze gemachtigde dan ten opzichte van de werkgever een geheimhoudingsverplichting kan rusten ter zake van de medische gegevens van de ex-werknemer, als de rechter die met toepassing van artikel 8:32 lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht aan de gemachtigde oplegt. Deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep was gebaseerd op de waarborgen voor een eerlijk proces zoals die zijn opgenomen in artikel 6 EVRM en beperkte zich daarmee tot de fase van beroep en hoger beroep omdat het door artikel 6 EVRM beschermde recht op een eerlijk proces zich richt op de toegang tot de rechter.

In zijn uitspraak van 13 februari 2002, ECLI:NL:CRVB:2002:AE0920 heeft de Centrale Raad van Beroep bepaald dat de rechter de bepaling van artikel 8:32 lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht niet automatisch dient toe te passen. De rechter dient eerst een afweging te maken ter zake van enerzijds het recht op een eerlijk proces van de werkgever dat gediend is met kennisname van de volledige processtukken en anderzijds het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de werknemer dat gediend is met geheimhouding van de medische stukken.

Naar aanleiding van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 20 juli 2001 zijn later soortgelijke regelingen opgenomen in de WAO (artikel 88 e.v.), de Ziektewet (artikel 75a e.v.) en de WIA (artikel 104 e.v.) voor de bezwaarfase: de "medische besluitenregeling”. In deze medische besluitenregeling ontbreekt echter de verplichting voor het UWV om de belangen van de werkgever en de werknemer tegen elkaar af te wegen. Geheimhouding geldt steeds, tenzij de werknemer het UWV toestemming geeft voor inzage door de werkgever van de stukken die medische gegevens bevatten.

Een vraag die in de praktijk speelt is nu wie, behoudens de arts-gemachtigde en de advocaat-gemachtigde, als gemachtigde van de werkgever bijzondere toestemming van de rechter respectievelijk van het UWV kunnen krijgen voor inzage van de medische stukken indien de werkgever van deze stukken niet zelf kennis mag nemen.

Van belang is dat de Centrale Raad van Beroep in zijn uitspraken van 14 oktober 2003,  ECLI:NL:CRVB:2003:AN7978 en 7 oktober 2004,  ECLI:NL:CRVB:2004:AR4349 heeft bepaald dat de verplichting tot geheimhouding niet is gebaseerd op onderwerping aan tuchtrecht van de gemachtigde. De verplichting tot geheimhouding is gebaseerd op de bepaling van artikel 8:32 lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht (en voor wat betreft de bezwaarprocedure op de bovengenoemde bepalingen inzake de medische besluitenregeling) en op de bepaling van artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht. Daarin wordt met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of met een geldboete van de vierde categorie bedreigd degene die opzettelijk een geheimhoudingsverplichting schendt die voor hem op grond van een wettelijk voorschrift geldt. Dat betekent dat ook aan een gemachtigde die niet aan tuchtrecht is onderworpen door de rechter of het UWV bijzondere toestemming kan worden verleend. In het betreffende geval ging het beide keren om een professioneel rechtshulpverlener in dienst van een werkgeversorganisatie.

In zijn uitspraak van 12 mei 2005, ECLI:NL:CRVB:2005:AT5740 heeft de Centrale Raad van Beroep het inschakelen van hulppersonen (zoals in het betreffende geval een arbeidsdeskundige) door de gemachtigde toegestaan. De geheimhoudingsverplichting die op de gemachtigde drukt straalt in die gevallen uit naar de ingeschakelde hulppersonen, zodat die ook voor hen geldt.

In een recente uitspraak van 3 februari 2016, ECLI:NL:CRVB:2016:443 gaat de Centrale Raad van Beroep nog een stap verder. Het UWV had kennisname van de medische gegevens onthouden aan een gemachtigde van de werkgever die werkzaam was bij een verzekeringsmaatschappij. Het UWV had daarbij gewezen op een verhoogd risico dat deze medische gegevens zouden worden gebruikt voor eigen doelen van de verzekeraar. De Centrale Raad van Beroep volgt de rechtbank in het oordeel dat niet is gebleken van enige deugdelijke grond om de toestemming aan deze gemachtigde te weigeren. Het verhoogde risico voor gebruik van medische gegevens voor een ander doel dan waarvoor ze zijn verstrekt (het gestelde misbruik van gegevens voor verzekeringsdoeleinden) is door het UWV niet geconcretiseerd en niet feitelijk onderbouwd. Het UWV had onderzoek moeten doen naar de wijze waarop de waarborgen binnen de organisatie van de verzekeringsmaatschappij vorm waren gegeven. Bij gebreke daarvan was het verhoogde risico onvoldoende onderbouwd.

Teneinde de grote verliezen op de portefeuilles ter zake van verzekeringen van het eigenrisicodragen te beperken, maken ook verzekeringsmaatschappijen gebruik van het recht om bezwaar te maken tegen beslissingen van het UWV. Dat doen zij niet alleen met hulp van externe gemachtigden, maar soms ook met behulp van eigen medewerkers. Het Verbond van verzekeraars heeft in mei 2013 zelfs een convenant gesloten met het UWV waardoor verzekeringsmaatschappijen zelf (en niet hun werkgever als verzekerde) bevoegd zijn om herbeoordelingen aan te vragen. In dat convenant is bepaald dat verstrekking van medische gegevens aan de verzekeraar zal plaatsvinden aan een medisch adviseur van de verzekeraar als gemachtigde van de werkgever en dat deze medisch adviseur geen medische gegevens met de verzekeraar zal delen.

Alvorens anderen dan medisch adviseurs van de verzekeraar toestemming te weigeren om kennis te nemen van de medische gegevens, zal het UWV in het vervolg eerst onderzoek dienen te doen naar de maatregelen die binnen de betreffende verzekeringsmaatschappij zijn getroffen om te waarborgen dat de medische gegevens niet worden gebruikt voor een ander doel dan waarvoor die verstrekt zijn.