Bijzondere waarde van rapporten van verzekeringsartsen van UWV
Jaar en kwartaal
2021, 4e kwartaal
Nummer
10
Bij arbeidsongeschiktheidsbeoordelingen baseert het UWV zijn
standpunt op rapportages van zijn verzekeringsartsen. Voorheen was de Centrale
Raad van Beroep van mening dat aan deze rapportages bijzondere waarde toekwam
in die zin dat het UWV zijn standpunt daarop mocht baseren als die rapportages
op zorgvuldige wijze tot stand gekomen waren, geen inconsistenties bevatten en
concludent waren. Als besluiten van het UWV in beroep werden aangevochten was
het aan degene die beroep instelde om aannemelijk te maken dat aan die eisen
niet was voldaan of om met inschakeling van een medisch deskundige aan te tonen
dat het medisch oordeel van de verzekeringsarts van het UWV onjuist was.
De Centrale Raad van Beroep is echter teruggekomen op zijn jurisprudentie
ten aanzien van de bijzondere waarde van de rapportages van de verzekeringsartsen
van het UWV. Dat houdt verband met de uitspraak die het Europese Hof voor de
Rechten van de Mens (EHRM) op 8 oktober 2015 heeft gedaan in het Korošec-arrest.
Volgens dit arrest kan er sprake zijn van strijd met het uit artikel 6 van het
Europese verdrag voor de rechten van de mens (recht op een eerlijk proces)
voortvloeiende vereiste van de "equality of arms” als de rechter
zijn standpunt zonder meer baseert op de rapportages van de verzekeringsartsen
van het UWV. De verklaring van een medisch deskundige heeft immers waarschijnlijk
doorslaggevende invloed op de beslissing van de rechter, omdat de rechter op
medisch gebied waarschijnlijk niet deskundig is, zodat die verklaring beschouwd
moet worden als een essentieel deel van het bewijsmateriaal.
Het vereiste van de equality of arms brengt met zich mee dat
elke partij een redelijke gelegenheid moet hebben om zijn argumenten aan de
rechter voor te leggen onder voorwaarden die hem niet in een wezenlijk
nadeligere positie plaatsen ten opzichte van de wederpartij. Gebrek aan
onpartijdigheid van de deskundige kan daarom volgens het EHRM aanleiding geven
tot schending van het beginsel van de "equality of arms”.
Bij deze uitspraak van het EHRM past het niet om nog uit te
gaan van de bijzondere waarde van de rapportages van de verzekeringsartsen van
het UWV.
Werkgevers die eigenrisicodrager zijn voor de WGA moeten in 2025 een belangrijke keuze maken!
Voor veel werkgevers die eigenrisicodrager zijn voor de WGA verloopt op 1 januari 2026 de looptijd van de afgesloten verzekering. Dat betekent dat in het najaar een keuze moet worden gemaakt voor het al dan niet voortzetten van het eigenrisicodragen. Als gekozen wordt voor voortzetting van het eigenrisicodragen zal vervolgens een keuze moeten worden gemaakt voor een verzekeringsmaatschappij.
Wij kunnen zorgen voor onafhankelijk advies over de voor- en nadelen van eigenrisicodragen. Wij gebruiken daarbij de meest nauwkeurige berekeningen van de terugkeerpremie die u zou betalen als u besluit terug te keren naar het publieke stelsel. Met deze informatie kan uw assurantietussenpersoon u vervolgens eventueel adviseren over de voor u meest gunstige verzekering.
Voor welke werknemers geldt, als zij ziek worden, de no-riskpolis? En voor welke werknemers kunt u loonkostenvoordeel of loonkostensubsidie krijgen? Christa Jacobs kan u vertellen hoe u geen kans mist om op de kosten van arbeidsongeschikte werknemers te besparen!
Wilt u daarbij ook concrete adviezen ontvangen waarmee u eventueel zelf gewenste acties kunt nemen? Upgrade dan uw arbeidsrecht abonnement naar een plus- of top abonnement!