G-rekening wordt vervangen door depotstelsel

Jaar en kwartaal
2009, 4e kwartaal
Nummer
6

Bronnen:

  • Wet van 1 juli 2009, houdende Fiscaal stimuleringspakket en overige fiscale maatregelen, Staatsblad 2009, nummer 280


In de wet van 1 juli 2009, houdende Fiscaal stimuleringspakket en overige fiscale maatregelen is een wijziging opgenomen van artikel 34 en 35 van de Invorderingswet.

In artikel 34 wordt de inlenersaansprakelijkheid geregeld. De inlenersaansprakelijkheid geldt indien een werkgever (de uitlener) zijn werknemer ter beschikking stelt aan een derde (de inlener) om onder leiding of toezicht van die derde werkzaam te zijn. De inlenersaansprakelijkheid houdt in dat de inlener hoofdelijk aansprakelijk wordt voor de betaling van de loon- en omzetbelasting en sociale verzekeringspremies van de uitlener. Ook als de inlener de werknemer zelf weer aan een derde ter beschikking stelt om onder diens leiding of toezicht werkzaam te zijn (de doorlener) is de werkgever hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de loon- en omzetbelasting en sociale verzekeringspremies van de uiteindelijke inlener.

In artikel 35 wordt de ketenaansprakelijkheid geregeld. De ketenaansprakelijkheid geldt indien een aannemer een werk geheel of gedeeltelijk door onderaannemers laat uitvoeren en geldt ook voor de onderaannemers van die onderaannemer (enzovoorts). Aannemer is degene die zich ten opzichte van een ander (de opdrachtgever) verplicht heeft om tegen betaling en buiten dienstbetrekking een werk van stoffelijke aard uit te voeren. Daarmee is de definitie niet beperkt tot aannemers in de bouw. Kledingateliers zijn in artikel 35a nog uitdrukkelijk onder de definitie van "aannemer” gebracht. Met aannemer wordt ook de zogenaamde "eigenbouwer” gelijkgesteld. Dat is degene die zonder daartoe van een opdrachtgever opdracht te hebben gekregen buiten dienstbetrekking in de normale uitoefening van zijn bedrijf een werk van stoffelijke aard uitvoert. Als het werk grotendeels wordt verricht op de plaats waar de onderaannemer is gevestigd (kledingateliers uitgezonderd) of als de uitvoering van het werk ondergeschikt is aan een koopovereenkomst, geldt de ketenaansprakelijkheid niet. De aannemer en eigenbouwer zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de loonbelasting en sociale verzekeringspremies van de onderaannemers.

Om aan deze aansprakelijkheid te ontkomen kent de wet het systeem van de G-rekening. Daarbij kan de inlener c.q. de aannemer of eigenbouwer een deel van de aan de uitlener c.q. onderaannemer verschuldigde vergoeding ter grootte van de door de uitlener c.q. de aannemer verschuldigde loon- en omzetbelasting en sociale verzekeringspremies storten op een geblokkeerde bankrekening waarvan het saldo is verpand aan de belastingdienst. Daardoor kan het geld op de rekening alleen worden gebruikt voor de betaling van loon- en omzetbelasting en sociale verzekeringspremies of voor doorstorting op de G-rekening van onderaannemers. De aansprakelijkheid van de inlener, aannemer of eigenbouwer wordt dan verminderd met het bedrag dat op de G-rekening is gestort.

Storting op de G-rekening is de enige methode die de inlener c.q. de aannemer of eigenbouwer enige zekerheid geeft dat hij na betaling van de aan de uitlener c.q. onderaannemer verschuldigde vergoeding niet nogmaals door de belastingdienst wordt aangesproken tot betaling van het in die vergoeding reeds begrepen bestanddeel dat betrekking heeft op de loon- en omzetbelasting en de sociale verzekeringspremies.

In de praktijk komen echter ook andere methoden tot bescherming van de inlener c.q. aannemer of eigenbouwer voor. Zo wordt van de uitlener of onderaannemer wel verlangd dat hij periodiek een accountantsverklaring overlegt waaruit blijkt dat de verschuldigde loon- en omzetbelasting en sociale verzekeringspremies zijn afgedragen, zodat de inlener c.q. de aannemer of eigenbouwer er op kan vertrouwen dat de hoofdelijke aansprakelijkheid niet zal intreden.

Een andere methode is dat de inlener c.q. aannemer of eigenbouwer een deel van de vergoeding rechtstreeks betalen op de bankrekening van de belastingdienst, uit naam van de uitlener c.q. de onderaannemer ("in depot storten”). Deze methode wordt door de belastingdienst getolereerd, maar biedt op zichzelf geen vrijwaring van aansprakelijkheid indien de uitlener of onderaannemer uiteindelijk niet de door hem verschuldigde loon- en omzetbelasting en sociale verzekeringspremies niet volledig voldoet. Aansprakelijkheid kan in dat geval nog steeds optreden indien de loon- en omzetbelasting en sociale verzekeringspremies in het geval van andere inleners of aannemers c.q. eigenbouwers niet is voldaan. 

Omdat het automatiseringssysteem dat de belastingdienst gebruikt voor de G-rekeningen verouderd is en omdat het nieuwe systeem de rechtstreekse stortingen kan ondersteunen, zal de G-rekening worden afgeschaft en zal in plaats daarvan een stelsel van depotstortingen bij de belastingdienst worden gehanteerd, waarbij de vrijwaringen die voorheen golden bij storting op de G-rekening ook gelden voor de storting in depot bij de belastingdienst.

Voor het overige blijft de systematiek van de G-rekeningen gehandhaafd. De stortingen op de depotrekeningen bij de belastingdienst kunnen slechts worden gebruikt voor de betaling van loon- en omzetbelasting en sociale verzekeringspremies. Doorstortingen naar andere depotrekeningen zijn mogelijk. Als het depot hoger is dan de hoogte van de belasting- of premiesschuld kan de depothouder de belastingdienst verzoeken het overtollige saldo over te maken naar zijn bankrekening, in welk geval de belastingdienst eerst een "deblokkeringsonderzoek” uitvoert. Het depot wordt gehouden bij de Belastingdienst/Centrale Administratie. De belastingdienst vergoedt op de depotrekeningen een (lage) rente.

De vermoedelijke datum van invoering van het depotstelsel is 1 januari 2010, waarna de G-rekening nog één jaar kan blijven bestaan. Houders van een G-rekening worden door de belastingdienst geïnformeerd. Degenen die thans al in depot bij de belastingdienst pleegden te storten niet.