Geen rol voor de partijbedoeling bij de kwalificatie van de arbeidsovereenkomst

Jaar en kwartaal
2020, 4e kwartaal
Nummer
2
De Hoge Raad heeft in een arrest van 6 november 2020 besloten dat de bedoeling van partijen om geen arbeidsovereenkomst met elkaar aan te gaan geen rol speelt bij de vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst of niet. 

Volgens de Hoge Raad moet een rechter die moet bepalen of een arbeidsverhouding al dan niet een arbeidsovereenkomst in de zin van de wet is, eerst vaststellen wat de inhoud van de overeenkomst is. Dat moet de rechter doen door vast te stellen welke rechten en verplichtingen de partijen waren overeengekomen. Op basis van de aldus vastgestelde inhoud van de overeenkomst, moet de rechter vervolgens bepalen of de overeenkomst de kenmerken heeft van een arbeidsovereenkomst of niet, zonder daarbij dus betekenis toe te kennen aan de bedoeling van partijen. 

De bedoeling van partijen zal echter wel een rol spelen in de voorafgaande fase waarin de rechter de inhoud van de overeenkomst moet vaststellen. Daarbij zal de rechter echter rekening moeten houden met de maatschappelijke positie van partijen en de wijze waarop de overeenkomst tot stand is gekomen. Als het feitelijk zo is dat de partij die het werk verschaft de voorwaarden van de overeenkomst min of meer aan de andere partij heeft gedicteerd, dan zal de rechter aan de bedoeling van partijen minder of geen betekenis dienen toe te kennen en meer moeten uitgaan van de wijze waarop de overeenkomst feitelijk wordt uitgevoerd.

De Hoge Raad ziet in zijn arrest van 6 november 2020 geen breuk met zijn (tot nu toe) leidinggevende arrest uit 1997 in de zaak Groen/Schoevers over de vraag wanneer een overeenkomst kwalificeert als arbeidsovereenkomst. Toen heeft de Hoge Raad gesteld dat uitgangspunt is dat partijen die een overeenkomst sluiten die strekt tot het verrichten van werk tegen betaling, deze overeenkomst op verschillende wijzen kunnen inrichten, en dat wat tussen hen heeft te gelden wordt bepaald door hetgeen hen bij het sluiten van de overeenkomst voor ogen stond, mede in aanmerking genomen de wijze waarop zij feitelijk aan de overeenkomst uitvoering hebben gegeven en aldus daaraan inhoud hebben gegeven. Daarbij moet de rechter volgens de Hoge Raad rekening houden met de maatschappelijke positie van partijen en met de wijze waarop de overeenkomst tot stand is gekomen. Aan de hand van de op deze wijze vastgestelde inhoud van de overeenkomst dient de rechter volgens de Hoge Raad vervolgens te bepalen of de overeenkomst behoort tot één van de in de wet geregelde bijzondere overeenkomsten. 

Hoewel de Hoge Raad zijn arrest van 6 november 2020 dus in lijn ziet met zijn eerdere arrest uit 1997, is in werkelijkheid sprake van een rechtsontwikkeling waarbij aan de bedoeling van partijen eerst een doorslaggevende rol werd toegekend, maar waarbij die rol steeds verder wordt gemarginaliseerd. 

Ondanks dat daar wel op was aangedrongen, heeft de Hoge Raad niets gezegd over zijn beslissing (eveneens in het arrest Groen/Schoevers) dat bij de vraag of een overeenkomst de kenmerken van een arbeidsovereenkomst heeft niet één enkel kenmerk (persoonlijke arbeidsverrichting, verplichting tot loonbetaling en gezagsverhouding) beslissend is, maar dat de verschillende rechtsgevolgen die partijen aan hun verhouding hebben verbonden in hun onderling verband moeten worden bezien (de zogenaamde "holistische benadering”).

De gevolgen van het arrest van de Hoge Raad voor de beoordeling van de verzekeringsplicht van directeuren/aandeelhouders lijken beperkt, omdat de Hoge Raad reeds eerder heeft aangegeven op welke wijze de beoordeling van het bestaan van verzekeringsplicht in dat specifieke geval dient plaats te vinden.

Verder lezen?

De bovenstaande tekst is een beknopte versie van het artikel. De volledige inhoud van dit artikel is alleen toegankelijk voor deelnemers aan het arbeidsrecht abonnement© met een plus abonnement of top abonnement. U kunt hieronder inloggen om het artikel te lezen.

Via dit formulier kunt u zich aanmelden voor het arbeidsrecht abonnement© of kunt u uw bestaande abonnementsvorm wijzigen.

Indien u deelnemer aan het arbeidsrecht abonnement© bent, kunt u hieronder inloggen om het artikel te lezen.