Hogere publieke premie Ziektewet na einde eigenrisicodragen

Jaar en kwartaal
2014, 2e kwartaal
Nummer
2

Bronnen:

  • Brief van Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan Tweede Kamer van 20 maart 2014, Tweede Kamer, vergaderjaar 2013-2014, 29544, nr. 506
  • persbericht 14 april 2014, www.rijksoverheid.nl


Werkgevers die eigenrisicodrager zijn voor de Ziektewet moeten zelf de Ziektewetuitkering betalen die aan hun ex-werknemers worden toegekend (artikel 63a lid 3 Ziektewet) maar behoeven dan niet de premiecomponent ZW-lasten van de gedifferentieerde Werkhervattingskas (artikel 2.6 lid 1 jo. artikel 2.13 Besluit Wfsv) te betalen (artikel 2.7 Besluit Wfsv).

De werkgever die eigenrisicodrager wordt voor de Ziektewet behoeft alleen de Ziektewetuitkeringen te betalen van de ex-werknemers die ziek zijn geworden nadat hij eigenrisicodrager is geworden (artikel 63b lid 1 Ziektewet). Er geldt dus geen "inlooprisico”. Wel moet de werkgever die het eigenrisicodragen beëindigt de Ziektewetuitkering blijven betalen van de ex-werknemers die zijn ziek geworden voordat het eigenrisicodragen eindigde (artikel 63b lid 2 Ziektewet). Er is dus wel een "uitlooprisico”. 

Als de werkgever na meer dan twee jaar eigenrisicodragen het eigenrisicodragen beëindigt, zal na terugkeer in het publieke stelsel de hoogte van de premiecomponent ZW-lasten van de gedifferentieerde Werkhervattingskas twee jaar lang gelijk zijn aan de minimumpremie. In die twee jaren geldt immers dat er twee kalenderjaren eerder geen Ziektewetuitkeringen waren die ten laste van de Werkhervattingskas zijn gekomen. 

De regering ziet hierin een onevenwichtigheid omdat direct na de terugkeer in het publieke stelsel al wel Ziektewetuitkeringen kunnen ontstaan. Volgens de regering staat de minimumpremie daardoor in de eerste twee kalenderjaren niet in verhouding tot het risico dat in die kalenderjaren wordt gelopen. Daarom heeft de regering besloten dat per 1 januari 2015 van (middel)grote werkgevers die na een periode van ZW-eigenrisicodragen terugkeren in het publieke stelsel, een verhoogde gedifferentieerde premie Werkhervattingskas, premiecomponent ZW-lasten zal worden geheven. De premie wordt dan vastgesteld op de helft van de sectorale premie, tenzij dit lager is dan de lasten van het individuele risico dat het UWV kan berekenen op grond van een eerder bij het UWV verzekerde periode. In dat geval wordt kennelijk een premie berekend die gebaseerd is op het individuele risico uit die eerdere periode.

De regering is van mening dat de terugkeer naar het publieke stelsel zonder deze hogere publieke premie te zeer beïnvloed zou worden door oneigenlijke overwegingen in plaats van door het uitgangspunt van schadelastbeheersing. 

De premie gaat gelden voor werkgevers die na 20 maart 2014 een verzoek in hebben gediend om het ZW-eigenrisicodragen te beëindigen. Op 20 maart 2014 is namelijk de voorbereiding van een daartoe strekkend besluit aangekondigd in een brief van de Minister aan de Tweede Kamer.
Het besluit van de regering is voor advies naar de Raad van State gestuurd en wordt pas openbaar nadat de Raad van State daarover heeft geadviseerd.