Wijziging regels fictieve dienstbetrekking in verband met Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties

Jaar en kwartaal
2016, 2e kwartaal
Nummer
3

Bronnen:


In verband met de invoering van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties, Staatsblad 2016, nummer 45 is de regeling van:
  • de artikelen 2c en 2e Uitvoeringsregeling loonbelasting 1965;
  • het Besluit aanwijzing gevallen waarin arbeidsverhouding als dienstbetrekking wordt beschouwd (KB 24-12-1986, Staatsblad 1986, 655);gewijzigd. 
Partijen kunnen door deze wijziging overeenkomen dat de daarin opgenomen regeling ter zake van "gelijkgestelden” niet op hen van toepassing is. Van een "gelijkgestelde” is sprake bij
  • persoonlijke arbeidsverrichting;
  • op doorgaans tenminste twee dagen per week;
  • tegen doorgaans tenminste twee vijfde van het wettelijk minimumloon;
  • gedurende tenminste een maand;
  • anders dan in de zelfstandige uitoefening van een beroep of bedrijf.
Aldus bestaat de mogelijkheid om zeker te stellen dat een overeenkomst van opdracht of een overeenkomst van aanneming van werk niet leidt tot verzekerings- en inhoudingsplicht wegens het bestaan van een fictieve dienstbetrekking.

Bepaald is dat niet als fictieve dienstbetrekking wordt aangemerkt de arbeidsverhouding van:
  • degene die werkzaam is op basis van een schriftelijke overeenkomst;
  • die gesloten is vóór aanvang van de betaling;
  • waaruit blijkt dat het de bedoeling van partijen is dat de fictieve dienstbetrekking niet van toepassing is.
Een zelfde regeling ter zake van "opting out” geldt voor de fictieve dienstbetrekking van musici en artiesten.