Bezwaar tegen beslissingen inzake Ziektewet- en WGA-uitkeringen van vangnetters

Jaar en kwartaal
2013, 2e kwartaal
Nummer
3

Bronnen:

  • ·               Onder meer: brief van UWV aan Kantoor Mr. van Zijl van 19 april 2013

Als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters moeten werkgevers per 1 januari 2014 een gedifferentieerde premie aan het UWV gaan betalen voor de Ziektewetuitkeringen en WGA-uitkeringen die worden uitgekeerd aan werknemers met een tijdelijk contract, die bij de werkgever ziek uit dienst zijn gegaan (ook wel aangeduid als "vangnetters” of "flexwerkers”).

Voor kleine werkgevers met een premieplichtig loon lager dan of gelijk aan tien maal het gemiddelde premieplichtige loon per werknemer (voor 2013 zou dat gaan om een premieplichtig loon in 2011 lager dan of gelijk aan € 303.000) worden deze gedifferentieerde premies per sector vastgesteld. Voor grote werkgevers met een premieplichtig loon hoger dan honderd maal het gemiddelde premieplichtige loon per werknemer (voor 2013 zou dat gaan om een premieplichtig loon in 2011 lager dan of gelijk aan € 3.030.000) worden de gedifferentieerde premies vastgesteld op basis van de Ziektewet- en WGA-uitkeringen van de eigen ex-werknemers, die op de eerste dag van arbeidsongeschiktheid bij de werkgever in dienst waren. Bij de tussenliggende groep van middelgrote werkgevers worden de gedifferentieerde premies deels vastgesteld per sector en deels op basis van de Ziektewet- en WGA-uitkeringen van de eigen ex-werknemers. Daarbij hangt het van de hoogte van de loonsom af welk deel per sector en welk deel op basis van de uitkeringen van de eigen ex-werknemers wordt vastgesteld. Hoe dichter de loonsom ligt bij de bovengrens met de grote werkgevers, hoe zwaarder de uitkeringen van de eigen ex-werknemers meewegen bij de berekening van de gedifferentieerde premies.

Werkgevers die eigenrisicodrager zijn voor de Ziektewet, of die dat vóór 1 januari 2014 alsnog worden, hoeven de gedifferentieerde Ziektewetpremie in 2014 niet te betalen. De werkgever die besluit eigenrisicodrager voor de Ziektewet te worden hoeft de lopende uitkeringen (inlooprisico) niet te betalen. Eigenrisicodrager worden voor de WGA-uitkeringen van vangnetters kan pas met ingang van 1 januari 2016, maar daarbij geldt wel een inlooprisico.

De gedifferentieerde premies van 2014 worden berekend op grond van de Ziektewet- c.q. WGA-uitkeringen die in 2012 zijn uitbetaald. Voor de premies van 2015 zijn de uitbetaalde uitkeringen van 2013 van belang, enzovoorts. Beslissingen betreffende uitkeringen die vóór 1 januari 2012 zijn ingegaan, tellen niet mee bij de berekening van de gedifferentieerde premies.

Als de belastingdienst de hoogte van de gedifferentieerde premies eind 2013 vaststelt, kan de werkgever niet meer klagen over de uitkeringen die daarbij hebben geleid tot verhoogde vaststelling van de gedifferentieerde premies. Als de werkgever daarover wil klagen, moet hij dat doen in bezwaar (en eventueel beroep c.q. hoger beroep) tegen de beslissing tot toekenning van de uitkering. Maar het UWV heeft in het verleden geen kopieën van die beslissingen aan de werkgever verzonden, omdat de werkgever bij die beslissingen op grond van de toen nog geldende wet geen belanghebbende was. Vanaf 1 januari 2013 verzendt het UWV daarom (volgens eigen zeggen) de beslissingen tot toekenning van een WGA-uitkering aan vangnetters ook aan de werkgever. Vanaf 1 juli 2013 gaat men dat ook doen met beslissingen tot toekenning van een Ziektewetuitkering aan vangnetters. De beslissingen die vanaf 1 januari 2012 niet aan de werkgevers zijn verzonden, gaat het UWV alsnog aan de werkgevers verzenden, zodat werkgevers daartegen desgewenst alsnog bezwaar kunnen maken.

In de week van 13 mei 2013 start het UWV met de verzending van de betreffende beslissingen, waarbij met de Ziektewetuitkeringen van 2012 wordt begonnen. In september 2013 moeten dan de beslissingen betreffende de WGA-uitkeringen volgen en na eind november 2013 uiteindelijk de beslissingen betreffende de Ziektewetuitkeringen van het eerste halfjaar van 2013.

De procedure zal daarbij als volgt zijn, dat het UWV de werkgevers een brief stuurt met informatie en met een lijst van ex-werknemers die een Ziektewet- dan wel WGA-uitkering hebben ontvangen. Werkgevers krijgen vervolgens vier weken de tijd om aan te geven welke beslissingen zij willen ontvangen. Beslissingen omtrent het recht, de hoogte en de duur van de uitkeringen worden aan de werkgever toegezonden, herstelbeslissingen aan de arbodienst van de werkgever. Na toezending van de beslissing(en) door het UWV kan de werkgever bezwaar aantekenen.

(Middel)grote werkgevers doen er verstandig aan om binnen vier weken na ontvangst van de lijst met beslissingen bij het UWV aan te geven dat zij alle op die lijst aangegeven beslissingen willen ontvangen en om vervolgens tegen die beslissingen ook bezwaar te maken. De praktijk ten aanzien van toetsing van WGA-uitkeringen heeft uitgewezen dat veel uitkeringen ten onrechte worden toegekend en dat het maken van bezwaar daardoor zeer lonend is. De gevolgen van de uitkering op de hoogte van de premie dienen daarbij niet te worden onderschat. Bij de gedifferentieerde WGA-premie van vaste werknemers waren die gevolgen in 2011, 2012 en 2013 aldus dat het bedrag van de premieverhoging meer dan het dubbele was van het uitkeringsbedrag dat twee jaar eerder was betaald. De verwachting is dat dit bij de gedifferentieerde Ziektewet- en WGA-uitkering van vangnetters niet anders zal zijn.

Let er op dat de bezwaartermijn bij beslissingen inzake Ziektewet-uitkeringen (in afwijking van de normale bezwaartermijn van zes weken) maar twee weken bedraagt, althans indien op verzekeringsgeneeskundige gronden betwist wordt dat de werknemer ziek is.