Aanpassing ontslagvolgorde zorgsector

Jaar en kwartaal
2014, 4e kwartaal
Nummer
3

Bronnen:

  • Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 3 november 2014, 2014-0000163067, tot wijziging van het Ontslagbesluit in verband met het stellen van regels voor het bepalen van de ontslagvolgorde in de zorg, Staatscourant 10 november 2014, 2014, nummer 31718

Op grond van het bepaalde in artikel 4:1 van het Ontslagbesluit kan het UWV toestemming verlenen om de arbeidsovereenkomst met een werknemer op te zeggen indien sprake is van redenen van bedrijfseconomische aard.

Op grond van het bepaalde in artikel 4:2 van het Ontslagbesluit worden de werknemers, voor zover het bij de te vervallen arbeidsplaatsen om uitwisselbare functies gaat, voor ontslag in aanmerking gebracht op grond van het afspiegelingsbeginsel. Daarbij worden de werknemers ingedeeld in leeftijdsgroepen en wordt het aantal werknemers dat voor ontslag in aanmerking komt voor zover mogelijk evenredig onder de betreffende leeftijdsgroepen verdeeld op basis van het aantal werknemers in een leeftijdsgroep. Dat wil zeggen dat voor ontslag het eerst in aanmerking komt de werknemer:

  • die werkt in de bedrijfsvestiging waar arbeidsplaatsen vervallen;
  • wiens functie behoort tot de categorie uitwisselbare functies waarbinnen arbeidsplaatsen vervallen;
  • behoort tot de leeftijdsgroep waarbinnen het grootste aantal werknemers werkzaam is

N.B.: de in aanmerking te nemen leeftijdsgroepen zijn:

o     15-25 jaar

o     25-35 jaar

o     35-45 jaar

o     45-55 jaar

o     55 jaar -AOW-gerechtigde leeftijd

  • die van de werknemers binnen de betreffende leeftijdsgroep het kortste dienstverband heeft.

 Als er werknemers zijn die de AOW-gerechtigde leeftijd al hebben bereikt, worden die als eerst voor ontslag in aanmerking gebracht.

Per 1 juli 2015 zal het mogelijk worden bij CAO van het afspiegelingsbeginsel af te wijken, mits het ontslag van de werknemer door een onafhankelijke commissie wordt getoetst. Nieuw per 1 juli 2015 is ook dat het mogelijk zal worden gemaakt om onder bepaalde voorwaarden voor ten hoogste 10% van de werknemers (maar niet ten aanzien van werknemers jonger dan 25 jaar een ook niet ten aanzien van werknemers van 55 jaar en ouder) af te wijken van het afspiegelingsbeginsel ten aanzien van werknemers die bovengemiddeld presteren of ten aanzien van werknemers met een bovengemiddelde potentie voor de toekomst. Om gebruik te kunnen maken van deze mogelijkheid om af te wijken van het afspiegelingsbeginsel, moeten werkgevers vooraf duidelijk maken dat het functioneren deel uit kan maken van de vaststelling welke werknemers voor ontslag in aanmerking komen en moeten werkgevers een personeelsbeleid voeren waarbij periodieke beoordelingen plaatsvinden en waarbij werknemers met veel potentie voor de toekomst worden geïdentificeerd.

Op het afspiegelingsbeginsel bestaan op grond van het bepaalde in artikel 4:2 lid 3 van het Ontslagbesluit uitzonderingen voor:

  • de schoonmaaksector (bijlage A bij het Ontslagbesluit);
  • de uitzendsector (bijlage B bij het Ontslagbesluit).

Voor de schoonmaaksector geldt dat bij ontslag wegens de beëindiging of inkrimping van een project het afspiegelingsbeginsel niet wordt toegepast per bedrijfsvestiging maar per ploeg binnen de bedrijfsvestiging. Aldus wordt beoogd te voorkomen dat schoonmaakploegen uit elkaar gehaald moeten worden als gevolg van het wegvallen van arbeidsplaatsen op een ander project.

Voor de uitzendsector geldt dat een uitzendwerkgever bij ontslag wegens de beëindiging van een inleenopdracht het afspiegelingsbeginsel niet toepast per bedrijfsvestiging maar per inleenbedrijf. Aldus wordt beoogd te voorkomen dat uitzendopdrachten bij andere inleenbedrijven zouden worden doorkruist.

Per 1 januari 2015 wordt aan het Ontslagbesluit een bijlage C toegevoegd waardoor in de zorgsector (thuiszorg, kraamzorg, jeugdgezondheidszorg, verpleeg- of verzorgingshuis, gehandicaptenzorg en jeugdzorg) het afspiegelingsbeginsel niet wordt toegepast per bedrijfsvestiging, maar per gemeente waarbinnen de werkzaamheden komen te vervallen. Als een werknemer in meerdere gemeentes werkzaam is wordt uitgegaan van de gemeente waar de werknemer gedurende de laatste twaalf maanden voorafgaande aan de indiening van de ontslagaanvraag het meest werkzaam is geweest. Als er binnen een gemeente meerdere bedrijfsvestigingen zijn, wordt het afspiegelingsbeginsel wel toegepast per bedrijfsvestiging. De uitzondering geldt eveneens niet voor de gehandicaptenzorg en de jeugdzorg als de werkgever aannemelijk maakt dat de werkzaamheden niet per gemeente, maar bijvoorbeeld regionaal zijn georganiseerd. Beoogd wordt te voorkomen dat door het uitvallen van de opdracht binnen een gemeente ontslag van werknemers moet plaatsvinden in een andere gemeente. Tevens wordt aldus voorkomen dat werkgevers met ontslagaanvraag moeten wachten totdat de besluitvorming over de inkoop van zorg door gemeentes in alle gemeentes is afgerond.

De wijziging geldt alleen voor ontslagaanvragen die zijn ingediend op of na 1 januari 2015, maar de nieuwe regels kunnen wel ook al worden toegepast op voordien ingediende ontslagaanvragen.