Adequate pensioenregeling payrollwerknemers

Jaar en kwartaal
2019, 3e kwartaal
Nummer
4

Bronnen:


In artikel 8a van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi) wordt voor de payrollwerknemer een recht opgenomen op dezelfde arbeidsvoorwaarden als die welke gelden voor werknemers in gelijke of gelijkwaardige functies (artikel 8a lid 1 Waadi) of als die er in het betreffende bedrijf niet zijn voor werknemers in gelijke of gelijkwaardige functies in dezelfde sector (artikel 8a lid 2 Waadi).

Voor wat betreft de pensioenregeling geldt daarbij dat die niet gelijk hoeft te zijn aan die van andere werknemers in het bedrijf of in dezelfde branche maar dat een adequate pensioenregeling geldt (artikel 8 lid 4 Waadi). Er is in elk geval sprake van een adequate pensioenregeling als dezelfde basispensioenregeling wordt aangeboden als die welke geldt voor werknemers werkzaam in gelijke of gelijkwaardige functies in het bedrijf van de inlener of in dezelfde sector (artikel 8 lid 5 Waadi). Er is verder sprake van een adequate pensioenregeling als voldaan wordt aan voorwaarden ten aanzien van (in elk geval) de wachttijd of drempelperiode, de hoogte van de werkgeversbijdrage en de soorten pensioen, zoals die zullen worden geregeld in een algemene maatregel van bestuur. 

De verplichting dat een adequate pensioenregeling dient te gelden, is ook van toepassing bij intraconcern detachering (artikel 8 lid 6 Waadi).

De verplichting dat een adequate pensioenregeling dient te gelden, treedt pas in werking per 1 januari 2021 (Besluit van 11 juli 2019 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet arbeidsmarkt in balans, Staatsblad 2019, 266).

Bij brief van 6 juni 2019 heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een concept van een besluit tot wijziging van het Besluit allocatie arbeidskrachten door intermediairs aan de Tweede Kamer gezonden. 

In dat concept-Besluit wordt geregeld dat de voor de payrollwerknemers te treffen pensioenregeling (artikel 1:1a Besluit arbeidskrachten door intermediairs):
  • tenminste dient te voorzien in een ouderdomspensioen en een nabestaandenpensioen;
  • geen wachttijd of drempelperiode mag bevatten;
  • voorziet in een totale werkgeverspremie die tenminste gelijk is aan de gemiddelde werkgeverspremie die wordt afgedragen voor Nederlandse basispensioenregelingen (vooralsnog 13,7%).
De werkgeverspremie wordt daarbij berekend over een pensioengrondslag bestaande uit het maximale pensioengevende loon voor de loonbelasting verminderd met een AOW-franchise van 100/75 maal de AOW-uitkering voor gehuwden.

Indien door het voldoen aan deze voorwaarden meer werkgeverspremie zou moeten worden betaald dan fiscaal is toegelaten behoeft het meerdere niet als pensioenpremie te worden betaald, maar moet dit jaarlijks als bruto loon worden uitbetaald aan de werknemers voor wie de pensioenregeling geldt, waarbij dat loon naar evenredigheid over die werknemers wordt verdeeld (artikel 1:1a lid 5 Besluit allocatie arbeidskrachten door intermediairs).