Beleidsregel bestuursrechtelijke handhaving Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag 2016
Jaar en kwartaal
2016, 1e kwartaal
Nummer
4
Bronnen:
Besluit van de Minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid van 14 december 2015, 2015-0000307197, tot vaststelling van de
beleidsregel in het kader van de bestuursrechtelijke handhaving van de Wet
minimumloon en minimumvakantiebijslag (Beleidsregel bestuursrechtelijke
handhaving Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag 2016), Staatscourant 23
december 2015, nummer: 46475
Als gevolg van de inwerkingtreding van de Wat aanpak schijnconstructies is per 1 januari 2016 een nieuwe beleidsregel vastgesteld voor de bestuursrechtelijke handhaving van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML).
Bij het niet betalen van het minimumloon wordt een bestuurlijke boete (per werknemer) opgelegd van:
Bij het niet giraal betalen van het minimumloon wordt een bestuurlijke boete (per werknemer) opgelegd van:
Bij het niet betalen van de minimum vakantietoeslag wordt een bestuurlijke boete (per werknemer) opgelegd van:
In geval van het niet of niet tijdig verstrekken van de loonstrook, dan wel van andere bescheiden waaruit de in artikel 18b WML voorgeschreven gegevens blijken, alsmede bescheiden waaruit het betaalde loon, de betaalde vakantietoeslag en het aantal door de werknemer gewerkte uren blijken, wordt een bestuurlijke boete (per werknemer) opgelegd van:
Bij het niet betalen van het minimumloon wordt een last opgelegd om het minimumloon alsnog te betalen waarbij een dwangsom (per werknemer) wordt vastgesteld van:
In geval van het niet of niet tijdig verstrekken van de loonstrook, dan wel van andere bescheiden waaruit de in artikel 18b WML voorgeschreven gegevens blijken, alsmede bescheiden waaruit het betaalde loon, de betaalde vakantietoeslag en het aantal door de werknemer gewerkte uren blijken wordt een last opgelegd om het die gegevens alsnog te verstrekken waarbij een dwangsom (per werknemer) wordt vastgesteld van:
Bij geringe onderbetaling (minder dan 5% of minder dan € 50) en indien een gering bedrag niet is uitbetaald, wordt volstaan met een schriftelijke waarschuwing indien de voorafgaande vijf jaar niet eerder een bestuurlijke boete is opgelegd of waarschuwing is gegeven.
De maximale boete per werknemer bedraagt: € 12.000.
De maximale dwangsom per werknemer bedraagt: € 40.000.
De Tweede Kamer heeft een wetsvoorstel aangenomen waardoor werkgevers met meer dan tien werknemers in de toekomst verplicht zijn een vertrouwenspersoon voor ongewenste omgangsvormen aan te stellen. Door aansluiting bij de Stichting Klachtenregeling Ongewenste Omgangsvormen kunnen werkgevers aan deze verplichting voldoen. Tevens voldoen zij daarmee aan de reeds bestaande wettelijke verplichting om psychosociale arbeidsbelasting tegen te gaan.
Wilt u daarbij ook concrete adviezen ontvangen waarmee u eventueel zelf gewenste acties kunt nemen? Upgrade dan uw arbeidsrecht abonnement naar een plus- of top abonnement!