Bronnen:
Een werkgever komt na 1 juli 2015 eerder in aanmerking voor
de premiekorting jongere werknemer (artikel 48a Wfsv). Per 1 juli wordt
namelijk de eis die gesteld wordt aan de omvang van de dienstbetrekking
verlaagd van 32 uur per week naar 24 uur per week.
Sinds 1 juli 2014 kan een werkgever een premiekorting
krijgen bij het in dienst nemen van een jongere die voor de dienstbetrekking
werkloos was en een uitkering ontving. Die premiekorting bedraagt € 3.500 per
werknemer per jaar. Het recht op premiekorting geldt gedurende maximaal twee
jaar, vanaf het moment waarop de jongere werknemer in dienst komt, tot het
einde van de dienstbetrekking en uiterlijk tot en met 31 december 2017.
Om in aanmerking te komen voor de premiekorting moet voldaan
zijn aan de volgende voorwaarden en administratieve eisen:
De werknemer heeft bij in dienst treden een leeftijd van 18 tot en met 26 jaar;
De werknemer had voor in dienst treden recht op een WW-uitkering of een uitkering op grond van de Participatiewet. De werkgever dient over een doelgroepverklaring van het UWV te beschikken, waaruit dit blijkt. Deze verklaring kan de werknemer aanvragen of de werkgever (na machtiging door de werknemer). Deze verklaring moet de werkgever bij de loonadministratie bewaren.
Er is een schriftelijke arbeidsovereenkomst of
publiekrechtelijk aanstelling voor ten minste 24 uur (arbeidsovereenkomsten
ingaande op of na 1 juli 2015) voor de duur van ten minste zes maanden.
De wetswijziging is als amendement van het Tweede Kamerlid
Van Weyenberg (D’66) op de Verzamelwet SZW 2015 in de wet gekomen met als doel
om mogelijk te maken dat meer jongeren met behulp van de premiekorting aan het
werk kunnen worden geholpen.