Eerste uitspraak van Centrale Raad van Beroep over NOW
Jaar en kwartaal
2021, 1e kwartaal
Nummer
2
De Centrale Raad van Beroep heeft zich voor de
eerste maal uitgesproken over de toepassing van de NOW. Omdat de NOW een ministeriële regeling is, staat
het de rechter vrij om in het kader van beroep tegen een beslissing die is
gebaseerd op de NOW de inhoud van de NOW te toetsen aan hogere wettelijke regelingen
en aan algemene beginselen van behoorlijk bestuur en algemene rechtsbeginselen.
Toetsing aan het evenredigheidsbeginsel in de Algemene wet
bestuursrecht, volgens welke de nadelige gevolgen van een besluit niet
onevenredig mogen zijn in verhouding tot de doelen die met dat besluit gediend
worden, leidt echter niet tot het buiten toepassing laten van de regeling.
Hoewel in uitspraken van rechtbanken over de NOW vaak wordt
gesteld dat de NOW geen hardheidsclausule kent, heeft de Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid nu drie maal ten opzichte van de Tweede Kamer gesteld dat
het UWV desondanks bij de uitvoering van de NOW wel ruimte heeft om van de
tekst van de NOW af te wijken als daarmee het doel van de NOW kan worden
bereikt.
De Tweede Kamer heeft een wetsvoorstel aangenomen waardoor werkgevers met meer dan tien werknemers in de toekomst verplicht zijn een vertrouwenspersoon voor ongewenste omgangsvormen aan te stellen. Door aansluiting bij de Stichting Klachtenregeling Ongewenste Omgangsvormen kunnen werkgevers aan deze verplichting voldoen. Tevens voldoen zij daarmee aan de reeds bestaande wettelijke verplichting om psychosociale arbeidsbelasting tegen te gaan.
Wilt u daarbij ook concrete adviezen ontvangen waarmee u eventueel zelf gewenste acties kunt nemen? Upgrade dan uw arbeidsrecht abonnement naar een plus- of top abonnement!