Evaluatie Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters
Jaar en kwartaal
2017, 1e kwartaal
Nummer
7
Bronnen:
Brief van Minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid aan de Tweede Kamer van 19 december 2016 inzake evaluatie Wet
Bezava, nummer 2016-0000269181, Tweede Kamer 2016-2017, 34368, nummer 2
Bij de Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid
vangnetters, (wet van 4 oktober 2012, Staatsblad 464), in de praktijk aangeduid
als de "wet Bezava”, zijn maatregelen getroffen om de instroom in de WGA te
beperken van werknemers die per het einde van de wachttijd van 104 weken een
Ziektewetuitkering hadden (de zogenaamde "vangnetters”). Daarbij werden de
volgende maatregelen getroffen:
invoering per 1 januari 2014 van
premiedifferentiatie voor (middel)grote werkgevers betreffende
Ziektewetuitkeringen;
invoering per 1 januari 2013 van een eerstejaars
Ziektewetbeoordeling (artikel 19aa ZW e.v.), waarbij vangnetters na een jaar
herbeoordeeld worden op basis van WIA-normen en waarbij de Ziektewetuitkering
wordt beëindigd indien blijkt dat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn
voor algemeen geaccepteerde arbeid in de zin van de WIA;
aanscherping van de re-integratie-en
sollicitatieverplichtingen voor vangnetters;
het afsluiten van convenanten door het UWV met
werkgevers op organisaties betreffende re-integratie en begeleiding van
vangnetters;
verlenging van de maximale periode van een
proefplaatsing van drie naar zes maanden.
In een brief aan de Tweede Kamer van
19 december 2016 bericht de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de
Tweede Kamer omtrent de uitkomsten van onderzoeken naar de effecten van de wet
Bezava.
premiedifferentiatie
De premiedifferentiatie, volgens de
Minister het belangrijkste onderdeel, heeft het beoogde effect ten aanzien van
zieke uitzendkrachten gehad doordat de uitstroom van uitzendkrachten bij
(middel)grote bedrijven met de helft is toegenomen, met name door middel van
werkhervatting via het uitzendbedrijf waar de vangnetter werkzaam was toen hij
ziek werd. Met betrekking tot werknemers die een Ziektewetuitkering krijgen
omdat hun arbeidsovereenkomst is geëindigd, beschikt de Minister niet over
voldoende gegevens om te kunnen vaststellen of de wet effectief is. De Minister
zal met het UWV overleggen om te bezien welke extra informatie kan worden
verzameld om ook hierover een oordeel te kunnen geven.
Volgens de Minister heeft de
premiedifferentiatie niet geleid tot risicoselectie en/of afwenteling door
(middel)grote bedrijven.
Uit de brief van de Minister blijkt
verder dat in 2015 14% van de bedrijven (in totaal 60% van de loonsom
vertegenwoordigend) eigenrisicodrager was. Van de overige bedrijven was 2% van
de bedrijven eigenrisicodrager (in totaal 30% van de loonsom
vertegenwoordigend).
eerstejaars Ziektewetbeoordeling
Ook de eerstejaars
Ziektewetbeoordeling heeft volgens de Minister het beoogde doel bereikt,
doordat de uitstroom uit de Ziektewet is toegenomen. Ongeveer 30% van de
vangnetters stroomt na dertien maanden uit de Ziektewet. Zij krijgen
aanvankelijk meestal een WW-uitkering. Na drie maanden heeft ongeveer 19% werk,
na zes maanden 26%, na negen maanden 30% en na een jaar 31%. Dat het hierbij om
relatief kleine aandelen gaat, verklaart de minister door het feit dat
vangnetters grotendeels perioden van werken afwisselen met perioden van niet
werken. Om deze reden is dat voor de Minister geen reden tot zorg.
aanscherping re-integratie- en
sollicitatieverplichtingen vangnetters
De Minister geeft aan dat niet kan
worden vastgesteld of vangnetters zich door deze maatregel meer gaan inspannen.
Wel is het percentage vangnetters dat van het UWV een waarschuwing heeft
gekregen of aan wie het UWV een maatregel heeft opgelegd vanaf 2010 gestegen,
maar de stijging heeft zich vanaf de tweede helft van 2013 niet meer voortgezet
en het aantal waarschuwingen of maatregelen vanwege het onvoldoende meewerken
aan de re-integratie is gering (ruim 200 in 2011 en 2012).
convenanten UWV
De Minister vermeldt dat het UWV en
de uitzendbranche in 2013 een dergelijk convenant hebben gesloten, maar dat de
effectiviteit daarvan niet is onderzocht. In hoeverre de toename van
werkhervatting van zieke uitzendkrachten een gevolg is van het convenant, kan
de Minister niet vaststellen.
verlenging van maximale periode
proefplaatsing
De Minister concludeert dat van dit
instrument weinig gebruik wordt gemaakt (ongeveer 300 keer per jaar). Het
instrument zou volgens de Minister niet aantrekkelijk zijn, vanwege de daaraan
verbonden verplichting om de vangnetter na afloop van de proefperiode een dienstverband
aan te bieden.
oordeel Minister
De Minister is positief over de
evaluatie van de Bezava, maar geeft aan dat het nog te vroeg is voor een
definitieve oordeel. Met name de effecten op de instroom in de WGA kunnen nog
niet worden beoordeeld.
Vaktechnisch overleg arbeidsrecht en sociale verzekeringen
Tijdens het vaktechnisch overleg (vier maal per jaar) bespreken wij vragen van deelnemers en de actualiteiten van de voorgaande drie maanden. De eerstvolgende bijeenkomsten vinden plaats op:
- maandag 5 juni 2023: Koning Willem II-stadion, Tilburg
- dinsdag 6 juni 2023: De Soesterduinen, Soest
- woensdag 7 juni 2023: Van der Valk Hotel Zwolle
- donderdag 8 juni 2023: Van der Valk Hotel Dordrecht
- maandag 12 juni 2023: Flonk Hotel Groningen Zuid, voorheen: Best Western Plus Hotel Groningen Plaza (of online)
- dinsdag 13 juni 2023: Novotel Hotel Eindhoven
- woensdag 14 juni 2023: Van der Valk Hotel Goes
- donderdag 15 juni 2023: Van der Valk Hotel Akersloot (of online)
Online deelname is mogelijk bij de bijeenkomsten van maandag 12 juni 2023 en donderdag 15 juni 2023.
Ben jij een administratief medewerk(st)er met passie voor data(verwerking)? Word jij onze nieuwe collega en kom je ons team Premiecontrole WHK versterken?
Wilt u daarbij ook concrete adviezen ontvangen waarmee u eventueel zelf gewenste acties kunt nemen? Upgrade dan uw arbeidsrecht abonnement naar een plus- of top abonnement!