Hoofdlijnen arbeidsmarktbeleid

Jaar en kwartaal
2022, 3e kwartaal
Nummer
1
In een brief aan de Tweede Kamer heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangegeven welke maatregelen de regering op grond van het gesloten coalitieakkoord wil treffen om de arbeidsmarkt te hervormen. 

De regering wil het aangaan van duurzame arbeidsrelatie stimuleren en het aangaan van tijdelijke contracten en driehoeksverhoudingen zoals uitzenden en payroll beter reguleren. Uitgangspunt is dat structureel werk in beginsel wordt verricht op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Daarnaast zijn flexibele arbeidsovereenkomsten mogelijk om werkgevers in staat te stellen om in te spelen op fluctuaties in het werkaanbod en op natuurlijke en klimatologische omstandigheden, maar dat moet dan gebeuren zonder dat het ten koste gaat van de door de werknemer benodigde zekerheid.

Het beter reguleren van flexibele contracten houdt in dat oproepcontracten zoals nulurencontracten en min-maxcontracten worden verboden (met uitzondering van contracten met studenten en scholieren). In plaats daarvan komt een basiscontract, waarvan de voorwaarden nog nader door de regering met de sociale partners zullen worden uitgewerkt. Het verlichte arbeidsrechtelijke regime voor uitzendovereenkomsten wordt ingeperkt. Fase A mag nog maximaal 52 weken duren (nu 78 weken) en fase B nog maximaal twee jaar (nu vier jaar). De mogelijkheid om na meer dan zes maanden opnieuw met fase A te beginnen, vervalt (met uitzondering van studenten en scholieren). Ook komt er een certificeringstelsel voor het ter beschikking stellen van arbeidskrachten. De ketenregeling wordt aangepast in die zin dat de tussenpoos van "meer dan zes maanden”, waarna het mogelijk was om een nieuwe keten van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd te beginnen, vervalt (met uitzondering van studenten en scholieren). Onderzocht wordt nog of er een aparte regeling moet komen voor seizoensarbeid.

Het stimuleren van het aangaan van duurzame arbeidsrelaties moet gebeuren door te bevorderen dat bij de beëindiging van arbeidsovereenkomsten vaker "van werk-naar-werktrajecten” worden ingezet. Ook wordt een regeling voor deeltijd-WW uitgewerkt, die het werkgevers mogelijk moet maken om werknemers in dienst te houden als er tijdelijk minder werk voor hen is, door hen een WW-uitkering toe te kennen. Op die manier kunnen de werknemers hun baan behouden met geen of slechts beperkt inkomensverlies. Deze regeling dient echter voor de overheid budgetneutraal te zijn.

Daarnaast wil de regering een gelijke speelveld creëren voor werknemers en zelfstandigen, als het gaat om sociale zekerheid en fiscaliteit. Het creëren van meer duidelijkheid over de vraag wanneer gewerkt wordt als zelfstandige en wanneer als werknemer moet hand in hand gaan met het verbeteren van het toezicht en de handhaving als het gaat om het bestrijden van schijnzelfstandigheid. 

Verder lezen?

De bovenstaande tekst is een beknopte versie van het artikel. De volledige inhoud van dit artikel is alleen toegankelijk voor deelnemers aan het arbeidsrecht abonnement© met een plus abonnement of top abonnement. U kunt hieronder inloggen om het artikel te lezen.

Via dit formulier kunt u zich aanmelden voor het arbeidsrecht abonnement© of kunt u uw bestaande abonnementsvorm wijzigen.

Indien u deelnemer aan het arbeidsrecht abonnement© bent, kunt u hieronder inloggen om het artikel te lezen.