Inwerkingtreding Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd

Jaar en kwartaal
2015, 4e kwartaal
Nummer
2

Bronnen:

  • Wet van 30 september 2015 tot aanpassing van enige arbeidsrechtelijke bepalingen die een belemmering kunnen vormen voor werknemers en ambtenaren die na de AOW-gerechtigde leeftijd willen blijven werken (Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd), Staatsblad 2015, nummer 376;
  • Besluit van 14 oktober 2015 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd, Staatsblad 2015, nummer 377.
 

Per 1 januari 2016 treedt de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd in werking. Deze wet moet belemmeringen wegnemen voor het werken na de AOW-gerechtigde leeftijd en moet voorkomen dat AOW-gerechtigde werknemers op de arbeidsmarkt andere werknemers verdringen.

Het wetsvoorstel brengt de volgende wijzigingen:

  • De verplichting tot loondoorbetaling tijdens ziekte (artikel 7:629 lid 2 B.W.) wordt voor werknemers die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt beperkt tot een duur van dertien weken (op termijn: zes weken).
  • De verplichting tot re-integratie van de arbeidsongeschikte werknemer (artikel 7:658a lid 1 en lid 2 en artikel 7:660a B.W.) wordt voor werknemers die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt beperkt tot het aanbieden van passende arbeid in de eigen onderneming aanbieden, met dien verstande dat de werkgever geen plan van aanpak behoeft te maken en te evalueren.
  • Het opzegverbod bij ziekte (artikel 7:670 lid 1 onder a B.W.) wordt voor werknemers die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt beperkt tot een duur van dertien weken (op termijn: zes weken).
  • De termijn van 26 weken als bedoeld in artikel 7:669 lid 3 onder b en c B.W. waarbinnen geen herstel van de werknemer verwacht mag worden om in aanmerking te komen voor toestemming van het UWV voor opzegging van de arbeidsovereenkomst wegens langdurige arbeidsongeschiktheid c.q. voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens veelvuldige arbeidsongeschiktheid, bedraagt vooralsnog 13 weken.
  • De opzegtermijn wordt voor de werknemer die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt beperkt tot één maand(artikel 7:672 lid 3 B.W.).
  • De ketenregeling (volgens welke maximaal drie arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd mogelijk zijn in maximaal 24 maanden, waarna een tussenpoos vereist is van meer dan zes maanden alvorens een nieuwe arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan worden aangegaan), geldt tot maximaal zes arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd in maximaal 48 maanden. Alleen arbeidsovereenkomsten worden meegeteld die zijn aangegaan na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd (artikel 7:668a lid 12 B.W.).
  • Werknemers die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt en van wie de arbeidsovereenkomst eindigt tijdens ziekte, maar voordat de duur van zes weken is verstreken, hebben recht op een Ziektewetuitkering tot het moment waarop zij zes weken ziek zijn. Vanaf 1 juli 2016 wordt deze Ziektewetuitkering door de eigenrisicodrager zelf betaald en in het geval van een niet-eigenrisicodrager door het UWV op de werkgever verhaald (omdat voor deze Ziektewetuitkering geen premie is betaald). Ook indien sprake is van een fictieve dienstbetrekking, heeft de "werknemer” die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt, recht op een Ziektewetuitkering gedurende maximaal zes weken. (Artikelen 3, 29 lid 5 en 63e e.v. Ziektewet)
  • Ook werknemers die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, hebben recht op het minimumloon en op vakantietoeslag (artikel 7 lid 1 WML).
  • De Wet aanpassing arbeidsduur wordt buiten toepassing verklaard voor werknemers die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt (artikel 1 lid 2 WAA). 
Bij de invoering van de Wet werk en zekerheid op 1 juli 2015 was reeds het volgende gewijzigd:
  • Om te bereiken dat een arbeidsovereenkomst die voor bepaalde tijd is aangegaan nadat eerder een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd heeft bestaan, kan eindigen zonder dat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd moet worden opgezegd, is (behoudens het geval van rechtsgeldige opzegging van de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en het geval van ontbinding door de kantonrechter) vereist dat eerst een tussenpoos van meer dan zes maanden in acht wordt genomen, in plaats van eentussenpoos van meer dan drie maanden (wijziging van de Ragetlie-regel van artikel 7:667 lid 4 B.W.).
  • De voor onbepaalde tijd aangegane arbeidsovereenkomst die voor bepaalde tijd is voortgezet kan ook zonder opzegging eindigen, indien de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd op grond van een daartoe strekkend beding is geëindigd wegens het bereiken van de pensioengerechtigde (AOW-gerechtigde) leeftijd (wijziging van de Ragetlie-regel van artikel 7:667 lid 4).
  • Voor de opzegging van de arbeidsovereenkomst is geen redelijke grond vereist, indien opzegging plaatsvindt tegen een dag die gelegen is na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd, tenzij de arbeidsovereenkomst is aangegaan op of na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd en tenzij schriftelijk anders is overeengekomen (artikel 7:669 lid 4 B.W.).
  • De arbeidsovereenkomst kan worden opgezegd zonder dat voorafgaande toetsing heeft plaatsgevonden, indien opzegging plaatsvindt tegen een dag die gelegen is na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd, tenzij de arbeidsovereenkomst is aangegaan op of na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd en tenzij schriftelijk anders is overeengekomen (artikel 7:671 lid 1 onder g B.W.).
  • Geen transitievergoeding is verschuldigd indien de arbeidsovereenkomst eindigt in verband met het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd of na het bereiken van die leeftijd (artikel 7:673 lid 7 B.W.).
  • Het opzegverbod wegens (onder meer) ziekte geldt niet in geval van opzegging op of na de dag waarop de werknemer de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt (artikel 7:670a lid 2 onder e B.W.) mits de opzegging geen verband houdt met de ziekte.