Meldingsplicht bij collectief ontslag uitgebreid

Jaar en kwartaal
2011, 1e kwartaal
Nummer
7

Bronnen:

  • Antwoord van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 9 december 2009 op vragen van het lid van de Tweede Kamer Vermeij (PvdA) over de omzeiling van ontslagregels door werkgevers
  • Antwoord van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 februari 2010 op vragen van de leden van de Tweede Kamer Vermeij (PvdA) en Bosma (PVV) betreffende een artikel in De Limburger over mogelijke ontslagroutes in Nederland
  • Persbericht Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 7 februari 2011, nummer 2011/61



De Wet melding collectief ontslag bepaalt in artikel 3 dat een werkgever die voornemens is om binnen een tijdvak van drie maanden de arbeidsovereenkomsten van ten minste twintig werknemers te doen eindigen, daarvan melding moet doen aan UWV WERKbedrijf en aan "de belanghebbende verenigingen van werknemers”.

Het gevolg van melding van collectief ontslag is dat de behandeling van de ontslagaanvraag door UWV WERKbedrijf een maand stil wordt gelegd (artikel 6 Wet melding collectief ontslag), welke maand bedoeld is voor overleg met de vakbonden over een sociaal plan. Indien de bonden daarmee instemmen kunnen de aanvragen overigens wel direct worden behandeld.

Bij de grens van twintig werknemers gaat het om het aantal werknemers waarvoor in een tijdvak van drie maanden aan UWV WERKbedrijf ontslagvergunningen worden aan-gevraagd. Werknemers waarvoor aan de kantonrechters ontbinding van de arbeidsovereen-komst wordt gevraagd tellen voor de berekening van het aantal werknemers van twintig mee als het er vijf of meer zijn. Werknemers waarmee de arbeidsovereenkomst op basis van wederzijds goedvinden wordt beëindigd tellen in de huidige wet niet mee.

Naar aanleiding van Kamervragen (zie de stukken van het vaktechnisch overleg van maart 2010), heeft de regering nu besloten om een wetswijziging door te voeren waarbij ook werknemers die op andere wijze worden ontslagen meetellen bij de berekening van het aantal van twintig werknemers. Dat zal dan met name het geval zijn bij werknemers die met wederzijds goedvinden worden ontslagen. 

Het wetsvoorstel is voor advies naar de Raad van State gestuurd en wordt pas openbaar als het bij de Tweede Kamer wordt ingediend.