Nadere regels oproepovereenkomsten

Jaar en kwartaal
2019, 3e kwartaal
Nummer
3

Bronnen:


In de wet wordt een definitie opgenomen van de oproepovereenkomst (artikel 7:628a lid 9 BW). Daarvan is sprake als:
  • de omvang van de arbeid per maand niet als één aantal uren per tijdseenheid van ten hoogste een maand  (dan wel per tijdseenheid van ten hoogste een jaar, mits het recht op loon van de werknemer gelijkmatig is verspreid over die tijdseenheid) is vastgelegd;
  • de werknemer geen recht heeft op loon (op grond van artikel 7:628 lid 5 of lid 7 BW dan wel op grond van artikel 7:691 lid 1 BW) als hij niet werkt.
De vraag of sprake is van een oproepovereenkomst is van belang voor:
  • de verplichte vermelding op de loonstrook dat de arbeidsovereenkomst een oproepovereenkomst is (artikel 7:626 lid 2 BW);
  • de minimumaanspraak op loon per oproep (artikel 7:628a BW);
  • het toepasselijk zijn van een minimumtermijn voor het doen van een oproep (artikel 7:628a lid 2-4 BW);
  • de verplichting tot het doen van een aanbod voor een vaste arbeidsomvang nadat de arbeidsovereenkomst twaalf maanden heeft geduurd (artikel 7:628 lid 5-8 BW);
  • de verplichting tot het schriftelijk verstrekken van een opgave betreffende gegevens omtrent de arbeidsovereenkomst (artikel 7:655 lid 1 onder o BW);
  • het verschuldigd zijn van de lage dan wel hoge premie ter dekking van de uitgaven van het Algemeen Werkloosheidsfonds (artikel 27 lid 1 Wet financiering sociale verzekeringen).
In artikel 7:628a lid 10 BW wordt de mogelijkheid geopend om bij algemene maatregel van bestuur nadere regels te stellen over de vraag wanneer sprake is van een oproepovereenkomst en wanneer niet. Van die mogelijkheid is gebruik gemaakt door in artikel 1 van het Besluit houdende Nadere regels over de oproepovereenkomst te bepalen dat geen sprake is van een oproepovereenkomst in geval van:
  • consignatiediensten in de zin van artikel 1:7 lid 1 onder g van de Arbeidstijdenwet;
  • bereikbaarheidsdiensten in de zin van artikel 5.19:3, 5.20:4, 5.21:2, 5.21:3 of 5.27:2 van het Arbeidstijdenbesluit;.
  • aanwezigheidsdiensten in de zin van artikel 1:1 van het Arbeidstijdenbesluit.
Consignatiediensten

Bij consignatiediensten (ook wel piketdiensten of wachtdiensten genoemd), gaat het om vooraf ingeroosterde diensten waarin de werknemer uitsluitend verplicht is om op bepaalde tijden bereikbaar te zijn om in geval van onvoorziene omstandigheden op oproep zo snel mogelijk de bedongen arbeid te verrichten. Voorwaarde voor het niet aanmerken als oproepovereenkomst is dat tegenover het verrichten van deze diensten een geldelijke vergoeding per uur of compensatie in de vorm van vrije tijd staat.

Bereikbaarheidsdiensten

Bereikbaarheidsdiensten gelden voor werknemers in verpleging en verzorging, artsen, verloskundigen en werknemers in de ambulancezorg. Het gaat om bij CAO opgelegde, vooraf ingeroosterde diensten. Anders dan bij consignatiediensten is het oproepen niet geheel onvoorzienbaar. Het tijdstip waarop een werknemer kan worden opgeroepen is echter wel onvoorzienbaar. Ook hier geldt als voorwaarde voor het niet aanmerken als oproepovereenkomst dat tegenover het verrichten van deze diensten een geldelijke vergoeding per uur of compensatie in de vorm van vrije tijd staat.

Aanwezigheidsdiensten

Bij aanwezigheidsdiensten (als het nachtdiensten betreft ook wel slaapdiensten genoemd), is de werknemer verplicht om op de arbeidsplaats aanwezig te zijn om op oproep zo spoedig mogelijk de bedongen arbeid te verrichten. Het gaat om bij CAO opgelegde, vooraf ingeroosterde diensten. Anders dan bij consignatiediensten en bereikbaarheidsdiensten wordt de gehele dienst aangemerkt als arbeidstijd in de zin van de Arbeidstijdenwet en in de zin van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. Voorwaarde voor het niet aanmerken als oproepovereenkomst is dat tegenover het verrichten van deze diensten een geldelijke vergoeding of compensatie in de vorm van vrije tijd staat. De geldelijke vergoeding hoeft echter niet per se per uur te zijn en kan dus ook per dienst zijn.

Gevolgen voor premiedifferentiatie WW

Indien voor consignatiediensten, bereikbaarheidsdiensten of aanwezigheidsdiensten een vergoeding in geld wordt betaald, telt deze vergoeding mee bij het berekenen van de verloonde uren zoals die moet worden gemaakt voor de vraag of in een kalenderjaar meer dan 30% overuren zijn verloond ten opzichte van het aantal contracturen, in verband met de vraag of de lage premie moet worden herzien en alsnog met terugwerkende kracht de hoge premie moet worden betaald. Compensatie in vrije tijd leidt niet tot extra verloonde uren.

Met name in het geval van consignatiediensten (bijvoorbeeld storingsdiensten) zal het in de praktijk voorkomen dat geen geldelijke vergoeding per uur of compensatie in vrije tijd geregeld zijn, omdat de werkgever en de werknemer hebben afgesproken dat de vergoeding daarvoor in het salaris is begrepen. Om te voorkomen dat daardoor de hoge premie verschuldigd wordt, zouden deze afspraken moeten worden herzien.