Oordeel van de Commissie Gelijke Behandeling over arbeidsvoorwaardenregelin-gen waarin op basis van leeftijd voordelen worden toegekend aan oudere werkne-mers zoals extra verlofdagen en vrijstelling van overwerk (populair gezegd “oude lullendagen”)

Jaar en kwartaal
2007, 3e kwartaal
Nummer
1

Bronnen:

  • Drie oordelen van de Commissie Gelijke Behandeling van 14 juni 2007, nummers 2007-97, 2007-98 en 2007-99
  • Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid (WGBL) 
 De WGBL verbiedt het maken van onderscheid op grond van leeftijd onder meer ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden (artikelen 1 lid 1 en 3 onder f). Het verbod geldt echter niet als voor het maken van het onderscheid een objectieve rechtvaardiging bestaat (artikel 7 lid 1 onder c). Daartoe dient te zijn voldaan aan de volgende eisen:
  • legitimiteit: het maken van onderscheid naar leeftijd moet een legitiem doel hebben;
  • proportionaliteit: het maken van onderscheid naar leeftijd moet voor het bereiken van dat doel passend zijn (geen onevenredige inbreuk);
  • subsidiariteit: het maken van onderscheid naar leeftijd moet voor het bereiken van dat doel noodzakelijk zijn (geen ander middel dan het maken van onderscheid naar leeftijd).
2007-97
Een bedrijf waar glasvezelversterkte polyesterproducten worden gemaakt kent aan werknemers van 50 jaar en ouder drie en aan werknemers van 55 jaar en ouder vier extra verlofdagen toe. Onderzocht is of alternatieve maatregelen kunnen worden getroffen. De keuzes zijn in overleg met de werknemers gemaakt. Bij het bedrijf werken productiemedewerkers en kantoormedewerkers. Er is sprake van een onderscheid naar leeftijd. Ten aanzien van de productiemedewerkers geldt dat het onderscheid ten doel heeft om de belasting te verlagen en de inzetbaarheid van oudere productiemedewerkers te waarborgen. Dat is een legitiem doel. De extra verlofdagen maken deel uit van een breder pakket maatregelen dat effectief blijkt om het gestelde doel te bereiken. Het middel is daarom passend. Alternatieve maatregelen worden al zo veel als mogelijk ingezet en de maatregelen zijn in goed overleg met de werknemers genomen. Het middel is daarom noodzakelijk. Het maken van onderscheid naar leeftijd door extra verlofdagen toe te kennen aan oudere productiemedewerkers is objectief gerechtvaardigd.Dat geldt niet voor de kantoormedewerkers. De wens alle oudere werknemers gelijk te behandelen is geen legitieme doelstelling.

2007-98
In een bedrijfs-CAO worden werknemers van 58 jaar en ouder vrijgesteld van overwerk en continudienst. Verder krijgen werknemers tot 20 jaar twee extra vakantiedagen en ouder werknemers een oplopend aantal extra vakantiedagen van tussen de één en vijf.Er is sprake van onderscheid naar leeftijd. De vrijstellingsregeling kent een legitiem doel, namelijk uitval van oudere werknemers te voorkomen. Vrijstelling van specifiek belastende werkomstandigheden is een passend middel om dat doel te bereiken. Maar omdat geen afweging heeft plaatsgevonden van de vrijstellingsregeling tegen alternatieven zoals taakvariatie en taakdifferentiatie, is het middel niet noodzakelijk. Er is daardoor geen objectieve rechtvaardiging en het maken van onderscheid naar leeftijd is verboden.Het doel voor de toekenning van extra vrije dagen is eveneens legitiem, namelijk: het voorkomen van uitval door rekening te houden met de afnemende belastbaarheid van oudere werknemers en de geringere belastbaarheid van de jongste werknemers. Het toekennen van extra vakantiedagen is een passend middel om dat doel te bereiken. Maar het is niet afgewogen tegen andere middelen en daardoor niet noodzakelijk. Het maken van onderscheid is daardoor niet objectief gerechtvaardigd en daarom is sprake van een verboden onderscheid naar leeftijd.

2007-99
Een bedrijf dat verpakkingen produceert vraagt de CGB of de regeling uit de bedrijfs-CAO waarbij werknemers van 50 jaar en ouder worden vrijgesteld van overwerk in strijd is met de WGBL. Omdat het bedrijf nog bezig is met het ontwikkelen van leeftijdsbewust personeelsbeleid, houdt de CGB haar oordeel aan.

Conclusie: indien het toekennen van extra vrije dagen aan oudere werknemers en/of het vrijstellen van oudere werknemers van overwerk onderdeel uitmaken van een breder beleid om uitval van oudere werknemers te voorkomen, zal niet snel sprake zijn van een verboden onderscheid naar leeftijd.