Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 mei
2017, 2017-0000076375, tot wijziging van de Regeling Wfsv in verband met
afschaffing voor nieuwe gevallen van de mogelijkheid om uitzendbedrijven in een
andere sector dan de uitzendsector in te delen, Staatscourant 24 mei 2017,
nummer 29244
Antwoord van de Minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid van 10 juli 2017 op vragen van de Tweede Kamerleden Omtzigt en
Heerma (CDA) over de sectorindeling van uitzendbureaus
Met betrekking tot de sectorindeling van uitzendbedrijven
heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 18 mei 2017 besloten
dat de uitzondering die het mogelijk maakt om ingedeeld te worden in de
zogenaamde "vaksector” (een sector waarnaar een uitzendbedrijf werknemers
zonder uitzendbeding uitzendt voor meer dan 50% van het totale premieplichtige
loon op jaarbasis) met onmiddellijke ingang vervalt. Bedrijven die al in de
vaksector zijn ingedeeld en bedrijven die vóór 24 mei 2017 een aanvraag tot
indeling in de vaksector hebben ingediend, bleven echter de mogelijkheid behouden
om in de vaksector te worden ingedeeld.
Vanwege de verstoring van de concurrentieverhoudingen die
daardoor optreedt (de sectorpremie van de sector uitzendbedrijven is
aanzienlijk hoger dan die van andere sectoren) konden bij deze
overgangsbepaling vraagtekens worden gezet vanuit een oogpunt van gelijke
behandeling.
Hierover zijn inmiddels aan de Minister Kamervragen gesteld.
De Minister geeft in zijn antwoord aan dat inmiddels meer dan 50% van de
geregistreerde uitzendarbeid plaatsvond buiten de uitzendsector, dat hij dat
een ongewenste ontwikkeling vond en dat hij met de regeling van 18 mei 2017 de
bestaande situatie heeft bevroren, vooruitlopend op een definitieve oplossing.
De Minister geeft aan dat het niet zijn bedoeling is om het in het verleden
ontstane onderscheid in premiebehandeling van overigens gelijke bedrijven
langdurig voort te zetten. Zijn streven is gericht op een definitieve regeling
per 1 januari 2019.
Nu de Minister aangeeft dat het gemaakte onderscheid
tijdelijk is, zijn de kansen van uitzendbedrijven die nu in de sector
uitzendbedrijven worden ingedeeld om met succes een beroep te doen op ongelijke
behandeling gedaald. De rechter zou deze motivering van de Minister kunnen
aanvaarden als een aanvaardbare reden voor tijdelijk ongelijke behandeling.
Is uw werknemer bijna twee jaar arbeidsongeschikt? Dan komen veel vragen op u af. Wilt u zeker weten dat u de juiste beslissingen neemt? Neem dan tijdig contact met ons op voor een WIA-Poort Scan!
Wilt u daarbij ook concrete adviezen ontvangen waarmee u eventueel zelf gewenste acties kunt nemen? Upgrade dan uw arbeidsrecht abonnement naar een plus- of top abonnement!