Wetsvoorstel Wijziging van enkele wetten van het
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW 2018), Tweede
Kamer 2016-2017, 34766, nummer 2
In een zogenaamde "Verzamelwet”
regelt het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid jaarlijks een aantal
wijzigingen in de arbeidswetgeving, de socialezekerheidswetgeving en de
wetgeving betreffende de structuur van de uitvoeringsorganisatie. Het gaat dan
bijvoorbeeld om:
knelpunten in de uitvoering zoals die ervaren
worden door de bestuursorganen (waaronder het UWV);
tekstuele aanpassingen, technische verbeteringen
en verduidelijkingen van wetsbepalingen;
verduidelijking en nadere invulling van eerder
gemaakte beleidskeuzes;
herstellen van fouten.
Het zou daarbij moeten gaan om
wijzigingen die geen substantiële beleidswijziging beogen (klein beleid”). De
ervaring leert evenwel dat in de Verzamelwet nogal eens wijzigingen worden
doorgevoerd die voor de praktijk van groot belang kunnen zijn. In de
Verzamelwet SZW 2018 stelt de Minister de volgende wijzigingen voor:
Wijziging van de Wet arbeid en zorg
in verband met een aanpassing van het zwangerschaps en bevallingsverlof bij
meerlingen
Bij de Wet Modernisering regelingen
voor verlof en arbeidstijden (wet van 17 december 2014, Staatsblad 2014, 565)
is het zwangerschaps- en bevallingsverlof voor de vrouw die zwanger is van een
meerling respectievelijk die van een meerling bevalt uitgebreid. Het recht op zwangerschapsverlofbestaat dan niet vanaf zes weken voor de dag na de vermoedelijke datum
van bevalling maar vanaf tien weken voor de dag na de vermoedelijke
datum van bevalling (artikel 3:1 lid 2 Wet arbeid en zorg, artikel 3:8 lid 2
Wet arbeid en zorg en artikel 3:18 lid 3 Wet arbeid en zorg). De ingangsdatum
van het zwangerschapsverlof gaat dan niet uiterlijk vier weken voor de
dag na de vermoedelijke dag van bevalling in maar uiterlijk acht wekenvoor de dag na de vermoedelijke dag van de bevalling.
De reden voor de uitbreiding van het
zwangerschapsverlof bij meerlingen was dat officiële richtlijnen van artsen en
verloskundigen er van uit gingen dat vrouwen die zwanger zijn van een meerling
na 26 tot 30 weken volledig zouden moeten stoppen met werken. De praktijk was
daarom dat 90% van de vrouwen zich al vier weken voor het zwangerschapsverlof
ziek had gemeld.
De wijziging met betrekking tot het meerlingenverlof
is op 1 april 2016 in werking getreden. Daarna is gebleken dat de totale
verlofperiode van vrouwen die van een meerling bevallen korter is geworden dan
vóór de inwerkingtreding van het meerlingenverlof. Een tweeling wordt gemiddeld
maar 37 weken zwangerschap geboren. Voor de inwerkingtreding van het
meerlingenverlof genoot de aanstaande moeder in de praktijk in totaal twintig
weken verlof:
vier weken ziekteverlof (vanaf week 30 tot week
34)
drie weken zwangerschapsverlof (vanaf week 34
tot week 37)
dertien weken bevallingsverlof (10 weken op
grond van artikel 3:1 lid 3 Wet arbeid en zorg, verhoogd met 3 weken omdat het
zwangerschapsverlof 3 weken minder dan 6 weken had geduurd).
Vanaf de inwerkingtreding van het
meerlingenverlof heeft de aanstaande moeder echter nog maar zeventien weken
verlof:
zeven weken zwangerschapsverlof;
tien weken bevallingsverlof.
Omdat het zwangerschapsverlof langer
dan zes weken heeft geduurd, vindt geen verlenging van het bevallingsverlof
plaats. Daardoor kwam slechts 2% van de vrouwen die zijn bevallen van een
meerling toe aan de volledige periode van verlof van 20 weken.
Middels een Nota van Wijziging
regelt de Minister daarom dat bij de verlenging van het bevallingsverlof met de
periode dat het zwangerschapsverlof korter is geweest dan normaal, rekening
wordt gehouden met de langere periode van het zwangerschapsverlof bij
meerlingen.
De bovengenoemde wijziging was
eerder opgenomen in het wetsvoorstel tot de wijziging van de Wet arbeid en zorg
en enkele andere wetten in verband met de uitbreiding van het kraam-verlof
teneinde de band tussen de partner en het kind te versterken en in verband met
een aanpassing van het zwangerschap- en bevallingsverlof bij meerlingen (34617).
Dat wetsvoorstel is echter controversieel verklaard en wordt daarom niet meer
door het demissionaire kabinet behandeld. Door de wijziging op te nemen in de
Verzamelwet SZW 2018 kan de beoogde wijziging per 1 januari 2018 in werking
treden.
Wijziging van de WIA in verband
met later ontstaan of herleven van recht op uitkering ("Amber”-bepalingen
De bepalingen van artikel 48, 50, 55
en 57 WIA zijn herschreven om het later ontstaan van het recht op IVA- en
WGA-uitkering respectievelijk het herleven van het recht op IVA- en
WGA-uitkering ook te doen gelden voor situaties waarbij het recht op uitkering
eindigt en de werknemer op het moment waarop de eindigingsgrond (bijvoorbeeld
het hebben van recht op een WAZO-uitkering) zich niet meer voordoet wel
gedeeltelijk dan wel volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is. Overigens stelt
de Minister dat het UWV in de praktijk al overeenkomstig de te wijzigen
wettekst handelde.
Verlagen van leeftijdsgrens
no-riskpolis bij indienstnemen van oudere werkloze werknemers
De bestaande no-risk polis (artikel
29d lid 1 Ziektewet) wordt beperkt tot werknemers waarvan de dienstbetrekking
is aangevangen voor het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd. Volgens de
regering is het nooit de bedoeling geweest om werknemers die de AOW-gerechtigde
leeftijd hebben bereikt voor werkgevers aantrekkelijker te maken, omdat de inkomensvoorziening
van deze personen al is gewaarborgd middels de AOW-uitkering en eventueel
pensioen.
Verder wordt in het wetsvoorstel een
nieuwe no-risk polis (artikel 29d lid 6 ZW) geregeld die werknemers die geboren
zijn vóór 1 januari 1962 en die onmiddellijk voorafgaand aan de
dienstbetrekking gedurende tenminste 52 weken recht hadden op een WW-uitkering
eveneens vanaf de eerste dag van arbeidsongeschiktheid recht geeft op een
Ziektewetuitkering van 70% van het dagloon over perioden van
arbeidsongeschiktheid die zijn aangevangen in de eerste vijf jaar na aanvang
van de dienstbetrekking. De arbeidsovereenkomst moet dan echter zijn
aangevangen in de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2019. Het
betreft derhalve een tijdelijke uitbreiding van de no-riskpolis voor oudere
werkloze werknemers.
Weigering Ziektewetuitkering bij
benadelingshandeling ook bij eigenrisicodragen
Op grond van het bepaalde in artikel 45 lid 1 onder j
Ziektewet kan een Ziektewetuitkering worden geweigerd aan de werknemer die door
zijn doen en laten één van de door het UWV beheerde fondsen benadeelt. Die
bepaling strekt er onder meer toe om te voorkomen dat een werknemer die door
zijn gedrag geen recht (meer) heeft op loondoorbetaling tijdens ziekte,
bijvoorbeeld door tijdens ziekte ontslag te nemen) wel recht krijgt op een
Ziektewetuitkering.
Doordat in de wet uitdrukkelijk een koppeling was gemaakt
aan de benadeling van één de door het UWV beheerde fondsen (waaronder de
Werkhervattingskas), was in de jurisprudentie twijfel ontstaan of ook weigering
van een Ziektewetuitkering zou kunnen plaatsvinden indien de Ziektewetuitkering
voor rekening van een eigenrisicodrager zou komen. De mogelijkheid van een
benadelingshandeling bij eigenrisicodrager werd aangenomen door:
rechtbank Oost-Brabant 24 mei 2016, ECLI:NL:RBOBR:2016:2624;
rechtbank Amsterdam 15 juli 2016,
ECLI:NL:RBAMS:2016:4363;
rechtbank Rotterdam 2 september 2016, ECLI:NL:RBROT:2016:6821;
rechtbank Rotterdam 5 december 2016,
ECLI:NL:RBROT:2016:9261;
maar ontkend door:
rechtbank Midden-Nederland 20 december 2016,
ECLI:NL:RBMNE:2016:6811.
Door de benadeling van de
eigenrisicodrager nu uitdrukkelijk in de wetsbepaling op te nemen, wil de
regering in elk geval vanaf één waar hij 2018 een einde maken aan mogelijk
verschillende zienswijzen.
Vaktechnisch overleg arbeidsrecht en sociale verzekeringen
Tijdens het vaktechnisch overleg (vier maal per jaar) bespreken wij vragen van deelnemers en de actualiteiten van de voorgaande drie maanden. De eerstvolgende bijeenkomsten vinden plaats op:
- maandag 5 juni 2023: Koning Willem II-stadion, Tilburg
- dinsdag 6 juni 2023: De Soesterduinen, Soest
- woensdag 7 juni 2023: Van der Valk Hotel Zwolle
- donderdag 8 juni 2023: Van der Valk Hotel Dordrecht
- maandag 12 juni 2023: Flonk Hotel Groningen Zuid, voorheen: Best Western Plus Hotel Groningen Plaza (of online)
- dinsdag 13 juni 2023: Novotel Hotel Eindhoven
- woensdag 14 juni 2023: Van der Valk Hotel Goes
- donderdag 15 juni 2023: Van der Valk Hotel Akersloot (of online)
Online deelname is mogelijk bij de bijeenkomsten van maandag 12 juni 2023 en donderdag 15 juni 2023.
Ben jij een administratief medewerk(st)er met passie voor data(verwerking)? Word jij onze nieuwe collega en kom je ons team Premiecontrole WHK versterken?
Wilt u daarbij ook concrete adviezen ontvangen waarmee u eventueel zelf gewenste acties kunt nemen? Upgrade dan uw arbeidsrecht abonnement naar een plus- of top abonnement!