Wetsvoorstel "Wijziging van verschillende wetten
in verband met de vereenvoudiging van de uitvoering van deze wetten door het
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Wet vereenvoudiging regelingen
UWV)", nummer 33327 d.d. 4 juli 2012
In dit wetsvoorstel worden vereenvoudigingen
in de wet- en regelgeving op het gebied van de Werkloosheidswet en Ziektewet
voorgesteld, die het UWV in staat moeten stellen om in de jaren 2012-2015 een
bedrag van € 50 miljoen te besparen op de uitvoeringskosten.
De belangrijkste wijzigingen die worden
voorgesteld zijn de volgende.
Elektronisch
aanvraagformulier WW-uitkering
Er komt een elektronisch
aanvraagformulier voor de WW-uitkering.
Verloonde
in plaats van gewerkte uren
Bij het vaststellen van het recht op
WW-uitkering zal ter bepaling van het vereiste urenverlies (tenminste vijf en
tenminste de helft van het aantal arbeidsuren) niet langer worden uitgegaan van
gewerkte uren maar van verloonde uren, zodat de vereiste informatie niet meer
bij werkgevers behoeft te worden opgevraagd maar uit de polisadministratie kan
worden verkregen. Als arbeidsuren zullen daarbij worden beschouwd "uren waarover
een werknemer loon heeft ontvangen", waarmee gelijkgesteld wordt een uur
waarover de werknemer recht heeft op loon. Bij ministeriële regeling zal worden
geregeld dat er een regeling komt voor de gelijkstelling van bijvoorbeeld uren
waarvoor werktijdverkorting geldt. Het gewijzigde urenbegrip gaat ook gelden
voor de referte-eis (26 uit 36 weken, zie hierna). Deze wijziging geldt ook
voor het recht op loongerelateerde WGA-uitkering in de WIA.
Uren
in plaats van sv-dagen bij arbeidsverledeneis
Voor het bepalen van het recht op een
langere uitkeringsduur dan drie maanden geldt een arbeidsverledeneis, waarbij
een jaar arbeidsverleden wordt bereikt als in een jaar op 52 dagen loon is
ontvangen. De duur van de WW-uitkering is dan eveneens afhankelijk van het
aantal jaren arbeidsverleden. Die "52 dagen" worden gewijzigd in "208 uren". Werkgevers
hoeven dan bij de loonaangifte ook niet meer het aantal sv-dagen op te geven.
De wijziging is gunstig voor werknemers die op weinig dagen veel uren werken
(bijvoorbeeld 50 dagen van 8 uur gaven in de oude regeling geen jaar
arbeidsverleden en in de nieuwe regeling wel) en ongunstig voor werknemers die
op veel dagen weinig uren werken (bijvoorbeeld 52 dagen van 3 uur gaven in de
oude regeling recht op een jaar arbeidsverleden en in de nieuwe regeling niet).
Kalenderweken
bij referte-eis
Om te bepalen of de werknemer recht
heeft op een WW-uitkering moet hij gedurende 26 weken van de laatste 36 weken
gewerkt hebben. Daarbij werd uitgegaan van de laatste 36 weken voorafgaand aan
de eerste werkloosheidsdag. Dat kon dus een gebroken week zijn. Voortaan wordt
uitgegaan van de laatste 36 kalenderweken voorafgaand aan de eerste werkloosheidsdag,
dus geen gebroken weken. Deze wijziging geldt ook voor het recht op
loongerelateerde WGA-uitkering in de WIA.
Refertejaar
in dagloonregels één aangiftetijdvak vervroegd
De hoogte van WW-, Ziektewet- en
WAZO-uitkeringen wordt berekend op basis van het dagloon berekend over een
periode van een jaar eindigend op de laatste dag van het aangiftetijdvak
voorafgaand aan de eerste dag van werkloosheid, ziekte of zwangerschap. Omdat
het laatste loon dan nog niet altijd in de polisadministratie is opgenomen,
wordt het refertejaar voortaan één aangiftetijdvak vervroegd. Als sprake is van
meerdere dienstbetrekkingen in deze periode, wordt de referteperiode beperkt
tot de duur van de laatste dienstbetrekking.
Geen
forfaitaire aftrek van een maand bij berekening fictieve opzegtermijn
Als een dienstbetrekking wordt
beëindigd zonder toepassing van de geldende opzegtermijn wordt op grond van
artikel 16 lid 3 WW voor het bepalen van de ingangsdatum van de WW-uitkering
een fictieve opzegtermijn in acht genomen. Bij het bepalen van deze fictieve
opzegtermijn geldt een forfaitaire aftrek van een maand als het ontslag via UWV
WERKbedrijf of via de kantonrechter wordt gerealiseerd. Dit laatste leidt tot
pro forma procedures bij de kantonrechter in gevallen waarin al overeenstemming
tussen partijen bestaat over de beëindiging van de arbeidsovereenkomst,
uitsluitend om de aftrek van één maand te verkrijgen en zo de ingangsdatum van
de WW-uitkering een maand te vervroegen. Om het aantal pro forma procedures te
beperken wordt de forfaitaire aftrek van een maand die thans geldt bij het
volgen van een procedure bij de kantonrechter afgeschaft.
Calamiteitenregeling
ter vervanging van onwerkbaar weer regeling en werktijdsverkortingsregeling in
de WW
De thans bestaande afzonderlijke
regelingen voor het recht op WW-uitkering bij onwerkbaar weer (artikel 18 WW)
en bij werktijdverkorting worden gestroomlijnd en vervangen door één calamiteitenregeling.
In artikel 18 WW wordt ook geregeld dat de werknemer recht heeft op een WW-uitkering
als hij tijdelijk niet of minder kan werken door werktijdverkorting (artikel 8
BBA).
Voor het geval van onwerkbaar weer zal
in artikel 8 BBA worden geregeld dat de werkgever de werktijd kan verkorten als
gedurende tenminste vier weken tenminste 20% van de arbeidscapaciteit niet kan
worden benut. Voor het bepalen van de periode van vier weken worden de weken in
de maanden november tot en met maart samengeteld. Voor andere gevallen van
werktijdverkorting geldt de eis dat gedurende tenminste twee weken tenminste
20% van de arbeidscapaciteit niet kan worden benut, maar dan als gevolg van
omstandigheden waarvan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid eerst
moet hebben bepaald dat die niet tot het normale ondernemersrisico behoren. Het
moet gaan om plaatselijke, regionale of andere calamiteiten waarvan de effecten
zich niet beperken tot een enkele onderneming. Daarmee vervalt de mogelijkheid
van arbeidstijdverkorting in geval van bijvoorbeeld brand of blikseminslag bij
één onderneming. Hiervoor wordt gewezen op de mogelijkheid van een bedrijfsschadeverzekering.
De werktijdverkorting geldt voor een
periode van zes weken, die drie maal kan worden verlengd. Als de verwachting is
dat het niet benutten van de arbeidscapaciteit langer zal duren dan 26 weken,
kan geen werktijdverkorting worden gevraagd. Ontslag is dan de geboden
maatregel. Het UWV toetst elke zes weken of aan de voorwaarden voor
vrijstelling van het verbod op werktijdverkorting is voldaan.
Het recht op WW-uitkering bij
toepassing van de calamiteitenregeling geldt ook als de werknemer niet voldoet
aan de referte-eis (26 uit 36 weken gewerkt hebben) en is niet van invloed op
een later recht op WW-uitkering bij ontslag. De werknemer heeft geen
sollicitatieverplichting.
In geval van fraude zal de werkgever
alle betaalde WW-uitkeringen moeten terugbetalen.
Realiseer grote besparingen en laat ons uw premiebesluit 2025 controleren!
Op 27 november 2024 stuurde de belastingdienst aan werkgevers de beschikking gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2025. In dit besluit is vermeld hoe hoog de premie is die de werkgever in 2025 aan de belastingdienst moet betalen. Voor (middel)grote werkgevers wordt de hoogte van die premie beïnvloed door de bedragen die in 2023 als Ziektewet- respectievelijk WGA-uitkering zijn uitbetaald aan (ex-) werknemers. Uit de controles van premiebesluiten en daaraan ten grondslag liggende uitkeringsbesluiten die wij in het verleden uitvoerden blijkt dat de kans dat de premie te hoog is vastgesteld maar liefst 74% bedraagt!
U heeft nog:00days,
00hours, 00minutes en
00seconds
Realiseer grote besparingen en laat ons uw premiebesluit 2025 controleren!
Op 25 november 2024 stuurde de belastingdienst aan werkgevers de beschikking gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2025. In dit besluit is vermeld hoe hoog de premie is die de werkgever in 2025 aan de belastingdienst moet betalen. Uit de controles van premiebesluiten en daaraan ten grondslag liggende uitkeringsbesluiten die wij in het verleden uitvoerden blijkt dat de kans dat de premie te hoog is vastgesteld maar liefst 74% bedraagt! En deze werkgevers verdienden iedere geïnvesteerde euro gemiddeld 22 maal terug.
Vaktechnisch overleg arbeidsrecht en werknemersverzekeringen
Tijdens het vaktechnisch overleg (vier maal per jaar) bespreken wij vragen van deelnemers en de actualiteiten van de voorgaande drie maanden. De eerstvolgende bijeenkomsten vinden plaats op:
- maandag 2 december 2024: Koning Willem II-stadion, Tilburg
- dinsdag 3 december 2024: De Soesterduinen, Soest
- woensdag 4 december 2024: Van der Valk Hotel Zwolle
- maandag 9 december 2024: Flonk Hotel Groningen Zuid (of online)
- dinsdag 10 december 2024: Van der Valk Hotel Best
- woensdag 11 december 2024: Van der Valk Hotel Middelburg (of online)
- donderdag 12 december 2024: Van der Valk Hotel Akersloot (of online)
- donderdag 19 december 2024: Van der Valk Hotel Dordrecht
Online deelname is mogelijk bij de bijeenkomsten van maandag 9 december, woensdag 11 december 2024 en donderdag 12 december 2024.
Is uw werknemer bijna twee jaar arbeidsongeschikt? Dan komen veel vragen op u af. Wilt u zeker weten dat u de juiste beslissingen neemt? Neem dan tijdig contact met ons op voor een WIA-Poort Scan!
Wilt u daarbij ook concrete adviezen ontvangen waarmee u eventueel zelf gewenste acties kunt nemen? Upgrade dan uw arbeidsrecht abonnement naar een plus- of top abonnement!