Wijziging Besluit minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met volmacht

Jaar en kwartaal
2016, 4e kwartaal
Nummer
9

Bronnen:

  • Besluit van 24 oktober 2016, tot wijziging van het Besluit minimumloon en minimumvakantiebijslag teneinde betalingsverplichtingen aan te wijzen ten aanzien waarvan de werknemer bevoegd is om schriftelijke volmacht te verlenen aan de werkgever om uit het uit te betalen minimumloon in zijn naam betalingen te verrichten voor huisvesting en zorgverzekering en voor enkele andere betalingsverplichtingen en enkele andere wijzigingen, Staatsblad 2016, 419


Sinds de invoering van de Wet aanpak op 1 januari 2016, voorziet de wet in artikel 7: 631 lid 1 B.W. in een verbod om verrekeningen te doen met het minimumloon of om (ook als daartoe door de werknemer een volmacht is verstrekt) inhoudingen te doen op het minimumloon. Daarmee moet de bestuursrechtelijke handhaafbaarheid van de naleving van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML) worden bevorderd, teneinde oneerlijke concurrentie door werkgevers die de WML niet naleven, tegen te gaan.

De Minister had toegezegd om bij algemene maatregel van bestuur uitzonderingen te maken op het verbod tot inhouding op het minimumloon. Na eerst op 13 juni 2016 een concept voor de wijziging van het Besluit minimumloon en minimumvakantiebijslag aan de Tweede Kamer te hebben gezonden, waarin wordt aangegeven welke uitzonderingen op het verbod tot inhouding op het minimumloon de Minister wil maken, is dit besluit op 24 oktober 2016 in het Staatsblad gepubliceerd. De tekst van het besluit is op enkele minder belangrijke onderdelen na, gelijkluidend aan die van het eerdere concept-besluit.

Uitzonderingen op het verbod tot inhouding op het minimumloon worden gemaakt voor:
  • de betaling van huisvestingskosten, te weten huur, kosten van nutsvoorzieningen (mits voorzien van een individuele meter) en servicekosten (artikel 2a Besluit WML);
  • de betaling van de nominale premie voor een zorgverzekering als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en de verschuldigde premie ter afdekking van het verplicht eigen risico (artikel 2b Besluit WML);
  • voor bepaalde groepen arbeidsbeperkte werknemers en uitsluitend door sociale werkvoorzieningsbedrijven: in aanvulling op de huur, de kosten van nutsvoorzieningen en de servicekosten ook de gemeentelijke belastingen (artikel 2c Besluit WML).
De regering acht een uitzondering voor de betaling van huur etc. gerechtvaardigd omdat daarmee wordt voorkomen dat buitenlandse werknemers naar Nederland komen zonder over huisvesting te beschikken, waardoor zij mogelijk in handen zouden vallen van huisjesmelkers, hetgeen door gemeenten onwenselijk wordt geacht. De werkgever mag maximaal 25% van het wettelijk minimumloon inhouden voor deze huisvestingskosten, maar niet meer dan de daadwerkelijk gemaakte kosten. De woningen moeten voldoen aan de wettelijke normen zoals gesteld in het Bouwbesluit, hetgeen moet worden bereikt door de huisvesting alleen te laten aanbieden door woningbouwverenigingen en door gecertificeerde particuliere verhuurders. Een organisatie die voor certificering zorg kan dragen is bijvoorbeeld de Stichting Normering Flexwonen (SFN). De werkgever dient te beschikken over een afschrift van de huurovereenkomst en over bescheiden waaruit blijkt dat aan de gestelde eisen is voldaan.

Een uitzondering voor de betaling van de premie voor de zorgverzekering wordt door de regering gerechtvaardigd geacht om te voorkomen dat buitenlandse werknemers geen zorgverzekering hebben of de premie niet betalen. Maximaal mag het jaarlijks vast te stellen bedrag van de gemiddelde geraamde premie voor een zorgverzekering (2016: € 1.243 per jaar) worden ingehouden, maar niet meer dan de daadwerkelijk gemaakte kosten. De werkgever dient te beschikken over afschriften van de zorgpolis en de polis van de herverzekering van het eigen risico.

Ter bescherming van deze extra kwetsbare groep werknemers, mogen sociale werkvoorzieningsbedrijven bij bepaalde arbeidsbeperkte werknemers de volledige huisvestingskosten op het minimumloon inhouden, ook als deze meer bedragen dan 25% van het minimumloon. Bovendien mogen de kosten van de gemeentelijke belastingen worden ingehouden.

In alle gevallen is een schriftelijke volmacht vereist.

Tenslotte wordt in artikel 2d Besluit WML uitdrukkelijk geregeld dat vergoedingen voor kosten van huisvesting, voeding en reiskosten die de werknemer maakt in het kader van zijn internationale detachering niet tot het minimumloon behoren.