Strijd om toepasselijkheid algemene voorwaarden eindigt onbeslist


Het bedrijf Hekken B.V. heeft met Janssen B.V. overeenkomsten gesloten tot uitvoering van werkzaamheden. Omdat Janssen B.V. van de facturen van Hekken B.V. vervolgens een bedrag van € 74.807,00 onbetaald heeft gelaten, spant Hekken B.V. een procedure tegen Janssen B.V. aan bij de rechtbank te Arnhem, waarin zij betaling van dit bedrag vordert, vermeerderd met rente en kosten. Zij stelt daarbij dat Janssen B.V. de tussen partijen gesloten overeenkomsten niet is nagekomen door niet (volledig) te voldoen aan haar betalingsverplichting. Tevens stelt zij dat op de overeenkomsten de algemene voorwaarden van Hekken B.V. van toepassing zijn.In deze procedure voert Janssen B.V. als eerste verweer dat de rechtbank onbevoegd is van de zaak kennis te nemen. Zij legt hieraan ten grondslag dat in artikel 19 van haar algemene voorwaarden is bepaald dat alle geschillen zullen worden beslecht door arbitrage ingevolge de regels zoals omschreven in de statuten van de Raad van Arbitrage voor de Bouw. Janssen B.V. stelt dat deze algemene voorwaarden op de overeenkomsten tussen partijen van toepas-sing zijn, omdat in de onderaannemingsovereenkomsten die partijen hebben gesloten de algemene voorwaarden van Hekken B.V. uitdrukkelijk van de hand worden gewezen en de algemene voorwaarden van Janssen B.V. van toepassing worden verklaard. Hekken B.V. heeft deze onderaannemerovereenkomsten dan wel niet ondertekend, maar Janssen B.V. mocht er gerechtvaardigd op vertrouwen dat Hekken B.V. stilzwijgend akkoord ging met de inhoud ervan, aldus Janssen B.V..

Hekken B.V. voert verweer tegen deze stellingen van Janssen B.V.. Volgens haar is de totstandkoming van de overeenkomst tussen partijen anders verlopen. Janssen B.V. heeft een prijsaanvraag bij haar ingediend, Hekken B.V. heeft daarop een offerte opgemaakt, waarna partijen een offertebespreking hebben gevoerd. Vervolgens heeft Hekken B.V. een orderbevestiging gestuurd, waarop de werkzaamheden zijn gebaseerd. In de prijsaanvraag is door Janssen B.V. niet verwezen naar haar algemene voorwaarden. Zowel in de offertes als in de orderbevestigingen van Hekken B.V. is uitdrukkelijk verwezen naar haar algemene voorwaarden. De onderaannemingsovereenkomsten heeft Hekken B.V. nooit ontvangen en Janssen B.V. heeft dan ook op geen enkele wijze de algemene voorwaarden die Hekken B.V. van toepassing heeft verklaard, van de hand gewezen. Daarom stelt Hekken B.V., zijn op grond van de wet haar algemene voorwaarden van toepassing. Daar komt nog bij, stelt Hekken B.V., dat zij zowel mondeling als schriftelijk aan Janssen B.V. heeft laten weten dat mogelijke algemene voorwaarden van Janssen B.V. op voorhand worden afgewezen. Daarnaast heeft Hekken B.V. subsidiair nog aangevoerd dat de algemene voorwaarden van Janssen B.V. op grond van de wet vernietigbaar zijn, aangezien zij geen kennis van deze voorwaarden heeft kunnen nemen.

De wet geeft een vuistregel voor de beantwoording van de vraag welke algemene voorwaarden op een overeenkomst van toepassing zijn, indien beide partijen verwijzen naar verschillende algemene voorwaarden. De omstandigheden van het geval kunnen aanleiding geven van deze vuistregel af te wijken. Uit de hiervoor genoemde stellingen van partijen blijkt dat Janssen B.V. de algemene voorwaarden van Hekken B.V. uitdrukkelijk van de hand wijst en dus uitdrukkelijk niet akkoord gaat met de inhoud van deze algemene voorwaarden.

Hekken B.V. stelt zich op haar beurt op het standpunt dat zij uitdrukkelijk niet akkoord gaat met de inhoud van de algemene voorwaarden van Janssen B.V.. Nu duidelijk is dat beide partijen de algemene voorwaarden van de wederpartij uitdrukkelijk verwerpen en deze algemene voorwaarden in elk geval voor wat betreft het arbitragebeding niet met elkaar verenigbaar zijn, ziet de rechtbank aanleiding om in dit geval afwijking van de vuistregel van de wet en geen van beide algemene voorwaarden van toepassing te verklaren.


Rechtbank Arnhem,17 augustus 2011, www.rechtspraak.nl, LJN:BR5567

Veel bedrijven hanteren algemene voorwaarden en willen deze op hun overeenkomsten van toepassing laten zijn. Om dat te bewerkstelligen dienen deze vóór of bij het sluiten van de overeenkomst of bij aanvang van de relatie kenbaar worden gemaakt en moet de ondernemer aangeven dat hij zijn algemene voorwaarden van toepassing acht. Soms komt het echter voor, zoals in deze casus, dat bij aanbod en aanvaarding naar verschillende algemene voorwaarden wordt verwezen. De vuistregel van de wet bepaalt daarover dat als aanbod en aanvaarding naar verschillende algemene voorwaarden verwijzen, aan de tweede verwijzing geen werking toe komt, wanneer daarbij niet tevens de toepasselijkheid van de in de eerste verwijzing aangegeven algemene voorwaarden uitdrukkelijk van de hand wordt gewezen. Zoals ook uit de bovenstaande casus blijkt, kan het voor het antwoord op de vraag of en zo ja welke algemene voorwaarden van toepassing zijn, van belang zijn om duidelijkheid te hebben over de wijze waarop een overeenkomst tot stand is gekomen en hoe daarbij over de toepasselijke algemene voorwaarden is gecommuniceerd. Onduidelijkheid daarover kan een Salomonsoordeel als het bovenstaande tot gevolg hebben, waarbij geen van de algemene voorwaarden uiteindelijk van toepassing werden geacht. Als een ondernemer groot belang hecht aan de toepasselijkheid van zijn algemene voorwaarden, dient hij hierover derhalve duidelijk en uitdrukkelijk te communiceren.


26 september 2011