Nog steeds komt het voor dat een directeur-grootaandeelhouder
(verder: "dga”) zich veilig verzekerd acht met een vrijwillige verzekering voor
de Ziektewet bij het UWV. En als het risico zich dan voordoet, dan blijkt er
geen recht op ziekengeld te zijn of wordt er zonder problemen ziekengeld
verstrekt dat in een veel later stadium weer wordt teruggevorderd. En door de
jaren heen is er dan veel premie betaald, die men achteraf (of het risico zich
heeft voorgedaan of niet) niet terugkrijgt als men de verzekering met
terugwerkende kracht wil beëindigen. Ook Daan Te Kort zag zich in november 2012 nog met een
dergelijk oordeel van de Centrale Raad van Beroep geconfronteerd.
Wat was er gebeurd?
Te Kort had als zelfstandige per 1 januari 1992 een vrijwillige
verzekering voor de Ziektewet en WAO (later WIA) afgesloten bij de
rechtsvoorganger van het UWV. Per 2 oktober 1997 wordt zijn eenmanszaak omgezet
in een besloten vennootschap (B.V.). In de jaren 1998 tot en met 2001 heeft hij zich
zes keer ziek gemeld en ziekengeld gekregen. Op 17 januari 2010 geeft Te Kort
namens zijn B.V. een machtiging af voor een automatische incasso voor de
premies voor de vrijwillige verzekeringen. Het UWV start een onderzoek,
constateert dat Te Kort een dga is en stuurt Te Kort een brief, waarin het UWV
Te Kort adviseert zijn vrijwillige verzekering voor de Ziektewet op te zeggen,
omdat hij ingeval van ziekte geen ziekengeld zal ontvangen, aangezien de B.V.
een loondoorbetalingsverplichting heeft gedurende de eerste 104 weken van
ziekte. Te Kort stuurt op 25 maart 2010 een wijzigingsformulier in
en het UWV besluit de vrijwillige verzekering voor de Ziektewet met ingang van
25 maart 2012 op te zeggen. Te Kort maakt bezwaar omdat hij de verzekering met
terugwerkende kracht tot en met 2 oktober 1997, het moment waarop hij dga werd,
beëindigd wil zien. Het UWV verklaart het bezwaar ongegrond.
Wat vond de rechter
ervan?
De rechter is van mening dat het UWV niet op een onaanvaardbare
wijze heeft gehandeld door niet in te stemmen met de gewenste, vergaande
terugwerkende kracht. Feit is dat het UWV wel degelijk risico heeft gelopen
omdat er in de periode vanaf 2 oktober
1997 tot zes keer toe ziekengeld is uitbetaald. Maar ook als het UWV geen
risico zou hebben gelopen, dan zou dat geen bijzondere omstandigheid zijn die
tot een beëindiging met terugwerkende kracht van de vrijwillige
ziekengeldverzekering aanleiding had moeten geven. Hierbij speelt de omstandigheid een rol dat Te Kort de
overgang van zijn eenmanszaak in een B.V. niet had gemeld aan het UWV en dat
hij geen informatie had ingewonnen over de eventuele gevolgen van deze overgang
voor zijn verzekeringspositie. Bovendien heeft het UWV in de maanden januari en
mei 1996 aan alle vrijwillige verzekerden brieven in verband met de wijziging
van de loondoorbetalingsverplichting bij ziekte. In 2004 heeft het UWV nogmaals
een brief gezonden aan alle vrijwillig verzekerden over de relatie tussen
vrijwillige verzekering en het zijn van dga.
Centrale Raad van
Beroep 14 november 2012 , www.rechtspraak.nl, LJN: BY3117
Bovenstaande gaat alleen over de vrijwillige verzekering
voor de Ziektewet en het zijn van dga. Te Kort heeft natuurlijk de brieven die
hij in 1996 van het UWV heeft ontvangen naast zich neergelegd, omdat hij op dat
moment nog zelfstandige was. Toen hij in 1997 zijn eenmanszaak heeft op laten
gaan in zijn B.V., had er echter bij hem een lampje moeten gaan branden en bij
de ontvangst van de brief in 2004 hadden bij hem de alarmbellen moeten afgaan. Maar Te Kort is niet de enige
die dit overkomt. Met enige regelmaat worden dit soort zaken aan ons voorgelegd
en we zien het dan met name misgaan bij een overgang na mei 1996 dan wel na
2004. Het blijft dus zaak bij een dergelijk overgang te beseffen dat dit
gevolgen kan hebben voor een eventueel aanwezige vrijwillige verzekering voor
de Ziektewet. Meestal komt de dga er pas achter als hij ziek wordt en dan is
het vervelend er achter te komen dat hij geen uitkering krijgt en sterker nog,
zich vaak ook niet meer bij een verzekeringsmaatschappij kan verzekeren.Te Kort komt er in dit geval nog redelijk goed vanaf. In
onze praktijk hebben we ook al meegemaakt dat een dga het over 104 weken
uitbetaalde ziekengeld terug moest betalen. Dit is uiteindelijk goed afgelopen,
omdat in de bezwaarschriftprocedure bleek dat de verzekeringsarts van het UWV
wist dat de verzekerde een dga was en met die informatie was al die 104 weken
niets door het UWV gedaan. Het blijft dus ook zaak niet zonder meer akkoord te
gaan met een eventuele terugvordering van een Ziektewetuitkering. Tot slot blijft het
raar: een dga wordt uitdrukkelijk uitgezonderd van de verplichte verzekeringsplicht voor de Ziektewet (en
andere werknemersverzekeringswetten). Hij wordt dus geacht niet werkzaam te
zijn op grond van een arbeidsovereenkomst. Maar als het dan op uitkeren op
grond van de vrijwillige verzekering voor de Ziektewet komt, dan weigert het
UWV dit omdat de dga wel op grond van
een arbeidsovereenkomst werkzaam is. U zult begrijpen dat wij daar nog wel eens
graag over zouden willen procederen. Al het bovenstaande geldt overigens niet
voor de vrijwillige verzekering voor de WIA: een dga kan net als een verplicht verzekerde wel in
aanmerking komen voor een WIA-uitkering, mits hij natuurlijk aan de voorwaarden voldoet.