Hoe bont kun je het maken als assurantietussenpersoon?


De heer Laks is assurantietussenpersoon en beheert de verzekeringsportefeuille van (het bedrijf van) de heer Genoeg: een aansprakelijkheidsverzekering, een inboedelverzekering, een arbeidsongeschiktheidsverzekering, twee levensverzekeringen en twee pensioenverzekeringen. Genoeg heeft Laks op 21 september 2000 bericht dat hij met ingang van 31 december 2000 zowel privé als voor zijn bedrijf geen gebruik meer wenste te maken van de diensten van de heer Laks.

Niettemin stuurt Laks Genoeg in verband met de levensverzekeringen en pensioenpolissen in 2000 nog een factuur à  € 3.235,32 en in 2001 à  € 1.420,20. Tevens ontvangt Genoeg van Laks in verband met de prolongatie van de andere verzekeringen in 2001 nog een factuur àƒ € 3.579,45. Deze facturen zijn onbetaald gebleven.

Laks daagt Genoeg in 2010 voor de rechter: Genoeg dient de premies voor de levensverzeke-ringen en pensioenpolissen te betalen, omdat die per kwartaal zouden worden voldaan en Genoeg deze afspraak niet was nagekomen. Genoeg dient de prolongatiefacturen voor de andere verzekeringen te betalen, die Laks aan de verzekeraars heeft voorgeschoten omdat hij nog als intermediair bekend stond op die facturen en de overgang naar de andere tussenpersoon pas na de verzending van de facturen door de verzekeraars heeft plaatsgevonden. Laks beroept zich daarbij op zijn zorgplicht die hij als assurantietussenpersoon heeft: hij dient te voorkomen dat de verzekeringen vanwege het uitblijven van de premies zouden worden beëindigd.

Genoeg gooit meerdere ijzers in het vuur als verweer. Hij beroept zich ten eerste op verjaring, ten tweede op rechtsverwerking, ten derde op het feit dat de prolongatienota'„s betrekking hebben op de periode na de opzegging en hij de betreffende premies al via de nieuwe tussenpersoon heeft betaald en ten vierde op het feit dat hij voor de stortingen voor de levensverzekeringen en pensioenpolissen geen opdracht had gegeven, omdat steeds jaarlijks in overleg werd bekeken of en zo ja, wat dan de inleg zou zijn.

Het beroep op verjaring baat Genoeg niet: er was namelijk tot betaling aangemaand via een deurwaarder in september 2004, waardoor de verjaring was gestuit. Vervolgens is Laks bij brief van augustus 2008 opnieuw in actie gekomen en heeft hij binnen die nieuwe verjaringstermijn Genoeg in rechte betrokken.

Het beroep op rechtsverwerking baat Genoeg ook niet: het enkele tijdsverloop of stilzitten is daarvoor niet voldoende. Daarvoor is nodig dat sprake is van bijzondere omstandigheden die tot de slotsom zouden kunnen leiden dat bij Genoeg het gerechtvaardigd vertrouwen is gewekt dat Laks van zijn aanspraken zou afzien, dan wel dat Genoeg bij toewijzing van de aanspraken van Laks in zijn positie onredelijk zou worden benadeeld.

Genoeg heeft deze bijzondere omstandigheden niet of te weinig naar voren gebracht.
Het derde en vierde verweer baat Genoeg wel, want de rechter maakt korte metten met Laks.
De zorgplicht als redelijk handelend tussenpersoon brengt met zich mee dat, wanneer een cliënt, de overeenkomst met de tussenpersoon beëindigt, de tussenpersoon de betreffende verzekeraars daarvan op de hoogte stelt. Vast kwam te staan dat Laks na de opzegging helemaal niets had gedaan. Laks is na ontvangst van de prolongatienota's voor het verzekeringsjaar 2001 ook niet met Genoeg in contact getreden alvorens deze nota's aan de verzekeraars te voldoen. Het beroep dat Laks zelf op zijn zorgplicht deed, helpt hem niet: wanneer een verzekeringsmaatschappij constateert dat er een premieachterstand is, zal zij de verzekerde eerst een termijn gunnen alsnog te betalen alvorens sprake zal kunnen zijn van beëindiging of schorsing van de verzekeringsovereenkomst of de dekking. Het had op de weg van Laks gelegen om te bewerkstelligen dat door haar onbevoegd gedane betalingen ongedaan zouden worden gemaakt. Vast komt te staan dat jaarlijks aan het eind van het jaar in overleg met een medewerker van Laks zou worden besloten of er stortingen op de polissen werden gedaan en in de opzeggingsbrief stond dat er met betrekking tot de levenpolissen waarschijnlijk geen stortingen zouden worden gedaan. Laks heeft nadien zonder voorafgaand overleg met en toestemming van Genoeg toch stortingen gedaan ten bedrage van € 3.235,32 en € 1.420,20. Laks had dus haar administratie niet voldoende op orde had en Laks heeft -door dat niet te doen- daarmee niet voldaan aan de zorgvuldigheid die van een tussenpersoon mag worden verwacht.

Tot slot krijg Laks aan het eind van de rechter nog een veeg uit de pan: niet goed valt in te zien waarom Laks als professionele partij de onderhavige kwestie zo lang heeft laten voortslepen, het dossier Genoeg bijna vier jaar "in de kast"„ heeft laten liggen en vervolgens pas in 2010 tot dagvaarding is overgegaan: Dat alles levert niet het beeld op van een zorgvuldig en accuraat handelend tussenpersoon bij de uitvoering van haar werkzaamheden.


Rechtbank Almelo, 2 februari 2011, 109581 HA ZA 10/221

Deze tussenpersoon heeft het inderdaad erg bont gemaakt. En toch rijst de vraag wat de uit-komst van de zaak zou zijn geweest als Laks de prolongatienota's niet had betaald, Genoeg na 1 januari 2001 arbeidsongeschikt zijn geworden en de nieuwe tussenpersoon de nota'„s niet zou hebben betaald omdat die nog op naam van de oude tussenpersoon stonden. De verzekeraar zal de verzekerde niet alsnog een termijn stellen bij premieachterstand als de (on)verzekerde gebeurtenis op dat moment al heeft plaatsgevonden.