Beroepsfout accountant. Hoe ver strekt de adviseringsplicht c.q. waarschuwingsplicht?


Dient een accountantskantoor te waarschuwen voor overige fiscale consequenties betreffende een voornemen van een cliënt buiten de concrete vraagstelling van de cliënt om? Het Hof te Leeuwarden oordeelde dat dat het geval is en dat het te meer geldt als fiscale gevolgen aanzienlijk kunnen zijn.

Wat was er aan de hand?
Een boer met enkele landerijen heeft het voornemen om zijn landbouwgronden tijdelijk te verhuren en legt aan zijn accountant de vraag voor of deze tijdelijke verhuur door de fiscus als een voortzetting van zijn bedrijfsactiviteiten zou worden aangemerkt. Na een bevestigend antwoord van zijn accountant heeft de boer besloten zijn landbouwgronden gedurende zes jaar te gaan verhuren. De fiscus rekent vervolgens de waardestijging van de landerijen gedurende deze zes jaren tot de winst waarover inkomstenbelasting moet worden betaald. De boer spreekt zijn accountantskantoor aan omdat het kantoor hem er niet voor heeft gewaarschuwd dat een bepaalde belastingvrijstelling (die meebrengt dat winst genoten door waardeveranderingen van landbouwgronden vrijgesteld is van inkomstenbelasting) niet zou gelden als hij zijn landerijen zou gaan verhuren.

Wat was het oordeel van het gerechtshof Leeuwarden?
Het hof overwoog dat de boer wilde weten of de constructie van tijdelijke verhuur door de fiscus in juridische zin als staking van de bedrijfsvoering zou worden aangemerkt. Bij beantwoording van die vraag diende het accountantskantoor om die reden de redelijkerwijs voorzienbare fiscale consequenties te betrekken die de voorgenomen feitelijke staking van de bedrijfsvoering zou hebben, dus ook het vervallen van de landbouwvrijstelling. Daaraan doet volgens het Hof niet af dat de boer zich beperkte tot de vraag of verhuur van de landerijen door de belastingdienst als een ondernemersactiviteit zou worden gezien. "Het behoort immers mede tot de taak van het accountantskantoor als deskundige opdrachtnemer om te waarschuwen voor de overige fiscale consequenties van de voorgenomen feitelijke onderbreking van de bedrijfsvoering die de cliënt voor ogen heeft, maar die deze mogelijk over het hoofd ziet. Dat geldt te meer als, zoals hier het geval is, die consequenties aanzienlijke financiële gevolgen kunnen hebben.” Aldus het hof.

Hof Leeuwarden, 18 december 2012, www.rechtspraak.nl, LJN: BY7502

Iedere accountant, adviseur, advocaat en overige opdrachtnemer dient bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed opdrachtnemer in acht nemen. Bij vragen over een eventuele aansprakelijkheid van een opdrachtnemer, zal steeds onderzocht moeten worden of de opdrachtnemer heeft gehandeld zoals een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot te werk zou zijn gegaan. Wat dat in concreto betekent hangt af van de omstandigheden van het geval. In deze zaak was de kernvraag wat de omvang was van de opdracht aan het accountantskantoor. Hoe ver strekt de adviseringsplicht? In het algemeen geldt dat als een cliënt een beperkt advies verlangt, de adviseur niet steeds hoeft te waarschuwen voor allerlei daarbuiten liggende kwesties. In dit geval was er echter geen sprake van een beperkte opdracht. Het moet voor het accountantskantoor duidelijk zijn geweest dat de boer twijfelde over de fiscale gevolgen van de tijdelijke, feitelijke staking van de bedrijfsvoering. De boer wist niet wat de mogelijke gevolgen zouden kunnen zijn. In een dergelijk geval moet een fiscaal adviseur volgens het Hof ook de redelijkerwijs voorzienbare fiscale consequenties bij zijn advies betrekken. En dat met name wanneer die consequenties aanzienlijke financiële gevolgen kunnen hebben.Kortom, een accountant dient proactief te waarschuwen voor risico’s waar niet expliciet naar wordt gevraagd maar die wel in de lijn liggen van de "hulpvraag” en waarvan de accountant als deskundige op de hoogte is, en de cliënt veelal niet.

4 april 2013