Hoe lang moet de boekhouder zijn werkzaamheden blijven uitvoeren, indien zijn klant


Annie en Piet Druivenat zijn uitbaters van een café in een beruchte uitgaansbuurt. Hun volledige fiscale en administratieve zaken worden al vanaf 1993 verzorgd door Cees Grootboek, die een fiscaal advies- en boekhoudkantoor heeft. Naast de reguliere werkzaamheden verricht Cees ook regelmatig advieswerkzaamheden. Zo heeft Cees Annie en Piet bij meerdere belastingcontroles ter zijde gestaan, waarvan de laatste plaatshad in 2002 en 2003. Er hebben toen geen correcties plaatsgevonden.

Vanaf 2003 draait het café steeds minder lekker en in de loop van 2004 krijgen Annie en Piet steeds meer moeite met het betalen van hun rekeningen, waaronder ook die van hun boekhouder. Op zeker moment is het openstaand bedrag opgelopen tot een hoogte van maar liefst € 35.000,00. Het is begrijpelijk dat dit de verhouding tussen het echtpaar Druivenat en Grootboek niet ten goede komt. Er ontstaat een conflict over de door noodzaak van een aantal door Grootboek verrichte werkzaamheden (deze had Grootboek volgens de Druivenatjes achterwege kunnen laten) en over het niet of niet-tijdig betalen van de rekeningen. Omdat het echtpaar Druivenat al langere tijd klant is bij Grootboek, stemt hij na wat geharrewar eind 2004 in met kwijtschelding van een deel van het openstaande bedrag tot € 20.000,00. Van dit bedrag moet een gedeelte van € 12.000,00 ineens worden betaald. Op het restant moet wekelijks € 200,00 worden afgelost. Het eerste bedrag van € 12.000,00 wordt inderdaad door Annie en Piet betaald. De wekelijkse afbetalingen vinden echter niet, of slechts sporadisch plaats. Wel vinden nog enkele betalingen ter grootte van ongeveer € 2.000,00 per keer plaats.

In 2005 wordt de jaarrekening over 2004 opgesteld door Cees Grootboek. Daarnaast worden nog wel de aangiften omzetbelasting en de loonadministratie over 2005 en 2006 verzorgd, maar de aangiften inkomstenbelasting over 2005 en 2006 worden niet meer ingediend. Wel is uitstel aangevraagd. Cees heeft er genoeg van dat Annie en Piet niet, of slechts heel beperkt bereid zijn om voor zijn werkzaamheden te betalen. Omdat in dit betalings- c.q. wangedrag ook na langere tijd geen verbetering komt, staakt Grootboek zijn werkzaamheden voor Annie en Piet begin 2007 volledig. Aan Annie en Piet stuurt hij een overzicht van de door hem verrichte werkzaamheden en de nog openstaande rekeningen. Dat betreft een bedrag van ruim € 15.000,00. Hij is van mening dat het in 2004 gedane betalingsvoorstel is komen te vervallen, omdat Annie en Piet zich niet hebben gehouden aan de aflossingsvoorschriften. Annie en Piet reageren niet op de brief van Cees. In september van 2007 gaat opnieuw een brief naar Annie en Piet. Als ook hierop geen serieuze reactie wordt ontvangen, besluit Cees Grootboek over te gaan tot sommatie. Daarop schakelen Annie en Piet een advocaat in, die namens hen Grootboek het bericht stuurt dat de tussen hen bestaande overeenkomst van opdracht wordt ontbonden met het verzoek diverse administratieve bescheiden aan Annie en Piet te retourneren. Als Cees hier niet op ingaat ontvangt hij korte tijd later een dagvaarding van Annie en Piet en komt de zaak voor de rechter.

Annie en Piet stellen dat de overeenkomst met Cees moet worden ontbonden omdat Cees Grootboek tekort is geschoten in de nakoming daarvan. Daarnaast eisen zij op grond van de tekortkoming vergoeding van de door hen geleden schade en afgifte van een aantal administratieve bescheiden. Zo zou Grootboek in de jaarrekeningen over 2000 tot en met 2004, op-gesteld in de periode van 2001 tot en met 2005, diverse fouten heeft gemaakt. Er zouden in die jaarrekeningen onjuiste bedragen opgenomen zijn als schulden aan het pensioenfonds, het UWV en diverse andere schuldeisers. Daarnaast voeren Annie en Piet nog diverse andere tekortkomingen aan.

De rechtbank overweegt dat moet worden beoordeeld of Cees Grootboek heeft gehandeld als een redelijk bekwaam en redelijk handelend boekhouder/adviseur in vergelijkbare omstandigheden. Daarbij is de aard en omvang van de boekhoudkundige werkzaamheden van belang. Deze waren omvangrijk en daarmee is het maken van kleine fouten naar het oordeel van de rechtbank onvermijdelijk. Indien bij de uitoefening van boekhoudkundige werkzaamheden kleine fouten worden gemaakt hoeft dit derhalve, afhankelijk van alle omstandigheden, nog niet te betekenen dat sprake is van een (toerekenbare) tekortkoming. Daar komt bij dat Cees bij het opstellen van de jaarrekeningen afhankelijk was van de informatie die hij van Annie en Piet ontving. Daarbij blijkt dat zij deze informatie niet, of vaak pas laat hebben verschaft. Al met al acht de rechtbank dat Cees niet tekort is geschoten bij het opstellen van de jaarrekeningen over 2001 tot en met 2004.
Annie en Piet hebben echter nog meer aangevoerd om aan te tonen dat Cees tekort zou zijn geschoten in de nakoming. Hij zou de boekhouding in 2005 en 2006 niet hebben verzorgd, terwijl zij daar wel vanuit gingen en ten onrechte uitstel gevraagd hebben voor de aangiften inkomstenbelasting en nog wat andere zaken. Aangezien Cees in de jaren 2005 en 2006 niet meer ieder kwartaal de administratie is gaan ophalen bij Annie en Piet, zoals in de jaren daarvoor gebruikelijk was, en zij toen ook zelf geen actie in deze hebben ondernomen, is de rechtbank van oordeel dat het Cees niet kan worden verweten dat hij de boekhouding in de jaren 2005 en 2006 niet meer heeft verzorgd maar slechts het hoognodige daarin heeft gedaan.

Gezien de hoogte van de openstaande rekeningen is Cees van mening dat hij gebruik kon maken van zijn retentierecht en hij een aantal van de administratieve bescheiden van Annie en Piet, die hij nog onder zich heeft, niet hoefde af te geven. Gezien het feit dat Cees Grootboek een aanzienlijk deel van zijn werkzaamheden voor Annie en Piet onbezoldigd heeft verricht en daarnaast tot tweemaal toe, onder kwijtschelding van een behoorlijk deel van de schuld, een betalingsvoorstel heeft gedaan, is de rechtbank van oordeel dat Cees inderdaad gebruik mocht maken van zijn opschortingsrecht.

Cees heeft zijn zorgplicht als boekhouder niet geschonden door zijn werkzaamheden in 2005 en 2006 te beperken zoals hiervoor omschreven, hier en daar wat kleine foutjes te maken bij het opstellen van de jaarrekeningen en gebruik te maken van zijn retentierecht, gezien alle omstandigheden. Er is geen sprake van een tekortkoming in de overeenkomst. De door Annie en Piet gevraagde ontbinding wordt dan ook niet toegewezen, en daarmee ook niet de door hen gevraagde schadevergoeding.

Het standpunt van Cees dat het in 2004 gedane betalingsvoorstel is komen te vervallen, doordat Annie en Piet een aantal termijnen niet (tijdig) hebben betaald, acht de rechtbank in strijd met de redelijkheid en billijkheid, en deze wordt dan ook "hersteld". De rechtbank gaat na wat in totaal op het voorgestelde bedrag van € 20.000,00 is betaald. Over het nog niet betaalde bedrag van ruim € 11.000,00 zijn Annie en Piet ook wettelijke rente verschuldigd is vanaf de dag dat het voorstel is gedaan.


Rechtbank Utrecht 13 januari 2010, www.rechtspraak.nl, ljn: BK9110

Een uitspraak over een situatie die regelmatig voorkomt. Er ontstaat onenigheid over de rekening van de boekhouder of accountant. Vaak worden deze zaken in der minne opgelost. Soms is dat echter niet het geval en wordt de boekhouder c.q. accountant aansprakelijk gesteld. In deze uitspraak komt naar voren dat een aansprakelijkstelling in elk geval niet zal slagen op grond van kleine afwijkingen in de jaarrekening.