Detacheringsovereenkomst is overeenkomst van opdracht


Een detacheringsbedrijf in de automatiseringsbranche (A) verkrijgt een opdracht voor het inzetten van een ICT-specialist bij één van haar opdrachtgevers, maar heeft zelf geen geschikte medewerker voorhanden. Een ander detacheringsbedrijf (B) kan desgevraagd echter een ervaren kandidaat ter beschikking stellen. Na een intake-gesprek met de betreffende kandidaat bij de opdrachtgever van A, laat die opdrachtgever weten dat de opdracht in kan gaan per de genoemde datum. A bevestigt daarop aan B het volgende: "zoals zojuist telefonisch besproken bevestig ik je hierbij dat jullie kandidaat mag beginnen bij X. Het gaat om een periode van 6 maanden. Hij wordt a.s. woensdag om 9.00 uur verwacht bij X." B reageert daarop verheugd en vraagt of het contract alvast kan worden opgestuurd. Het voor de opdracht geldende uurtarief stond tussen partijen al vast evenals de aard van de werkzaamheden en de duur van het project. Enkele dagen na de toezending van dit contact en ook slechts enkele dagen voor aanvang van het project, laat B echter plotseling weten dat haar werknemer bij nader inzien afziet van het project en dat B de overeenkomst bovendien als nog niet tot stand gekomen zijnde beschouwt, omdat zij het contract nog niet voor akkoord heeft ondertekend. Voor het geval dat dit standpunt niet op zou gaan beroept B zich er op dat alle overeenkomsten opzegbaar zijn. Tot slot betoogt zij dat "€œ als er sprake zou zijn van een overeenkomst "€œ deze in elk geval niet is aan te merken als een overeenkomst van opdracht, maar als een detacheringsovereen-komst, uit hoofde waarvan zij geen resultaatsverplichting heeft.

Als A het er niet bij laat zitten komt het tot een procedure bij de rechtbank Amsterdam. De rechtbank oordeelt dat een overeenkomst tot stand komt door aanbod en de aanvaarding daarvan en dat van aanvaarding in casu (vooralsnog) niet is gebleken. Doordat B heeft medege-deeld alvast naar het contract te willen kijken, heeft zij daarmee volgens de rechtbank te kennen gegeven het aanbod van A niet zonder meer te willen aanvaarden. A wordt in de gelegenheid gesteld om de (telefonische) aanvaarding van het aanbod te bewijzen.
Voor het geval A in die bewijsopdracht zou slagen, oordeelt de rechtbank dat de gestelde overeenkomst wel degelijk een overeenkomst van opdracht is, uit hoofde waarvan B als opdrachtnemer diensten diende te verlenen, in dit geval het detacheren van één van haar medewerkers. Het feit dat B de overeenkomst niet heeft kunnen uitvoeren omdat haar medewerker niet wilde meewerken ligt in haar risicosfeer en komt krachtens de in het verkeer geldende opvattingen voor haar rekening.


Rechtbank Amsterdam 19 maart 2008, zaaknummer/rolnummer 378281/HA ZA 07-2434 (ongepubliceerd)

De advocaat van B verwees naar een "detacheringsovereenkomst". Een dergelijke overeenkomst is echter niet in het Burgerlijk Wetboek geregeld. Wel in de wet geregeld is de overeenkomst van opdracht, in het verleden ook wel bekend onder de naam "overeenkomst tot het verrichten van enkele diensten". De kern van de overeenkomst van opdracht is in feite identiek aan die van de arbeidsovereenkomst: beide overeenkomsten zien op het verrichten van werkzaamheden. De wijze waarop die werkzaamheden worden verricht, is echter volstrekt anders. In geval van een arbeidsovereenkomst is er sprake van een gezagsverhouding, in geval van een overeenkomst van opdracht worden de werkzaamheden op zelfstandige basis "€œ derhalve niet in on-dergeschiktheid "€œ verricht. Dat betekent dus dat als er sprake is van een arbeidsovereenkomst, er dan geen sprake meer kan zijn van een overeenkomst van opdracht.
De kern van de prestatie van B hield in het ter beschikking stellen van een arbeidskracht en dat is een vorm van dienstverlening die valt onder de wettelijke definitie van het begrip overeenkomst van opdracht. Dat sprake is van een overeenkomst van opdracht heeft in dit geval belangrijke gevolgen. Een overeenkomst van opdracht is niet in alle gevallen opzegbaar. In de wet is geregeld dat de opdrachtgever te allen tijde de overeenkomst van opdracht kan op-zeggen, maar niet de opdrachtnemer. Deze kan de overeenkomst slechts opzeggen in geval van gewichtige redenen of in geval van een overeenkomst voor onbepaalde tijd. In bovengenoemde casus was sprake van een contractsduur van zes maanden, zodat de overeenkomst niet opzegbaar was.
Overeenkomsten van opdracht komen in het maatschappelijk verkeer zeer veelvuldig voor in allerlei varianten. De juridische gevolgen van een dergelijke overeenkomst zijn echter minder bekend. Zo is ook bij maar weinig mensen bekend dat het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 (het BBA) onder omstandigheden van toepassing kan zijn, waardoor "€œ hoewel de opdrachtgever volgens het Burgerlijk Wetboek te allen tijde kan opzeggen "€œ toch een ontslagvergunning is vereist om de overeenkomst te beëindigen. Ook de Wet Minimumloon en Minimumvakantietoeslag kan in sommige gevallen van toepassing zijn. Deze wettelijke regels hebben met name het oog op de "kleine freelancer". Om te voorkomen dat zij geconfronteerd worden met onverwachte gevolgen, doen ondernemers er dan ook verstandig aan om tijdig juridisch advies in te winnen.


maart 2009