Over hondenbedden, hondenzitzakken en honden in de pot


Mon Ami B.V. is een onderneming die zich heeft gespecialiseerd in de productie en verkoop van hondenbedden, hondenkussens, benchkussens en zitzakken voor honden. Tussen Mon Ami B.V. en Eisende B.V. is een agentuurovereenkomst voor onbepaalde tijd gesloten. In deze overeenkomst is vastgelegd dat Eisende B.V. als zelfstandig handelsagent voor Mon Ami B.V. zal bemiddelen bij de verkoop van de in de aanhef van dit artikel genoemde artikelen op basis van exclusiviteit voor "Europa, de lidstaten van de E.U. en de U.K. en de U.S.A.". In de agentuurovereenkomst is verder ondermeer opgenomen dat de agentuur-overeenkomst met inachtneming van een opzegtermijn van vijf maanden kan worden opgezegd. Tussen partijen is op een gegeven moment tevens een overeenkomst van geldlening van € 3.000 tot stand gekomen, waarbij is overeengekomen dat aflossing van deze geldlening door Eisende B.V. zal geschieden middels verrekening met de door Mon Ami B.V. aan Eisende B.V. verschuldigde bedragen aan commissie.

Op 2 en 3 juni 2008 hebben partijen met elkaar gesproken omdat Mon Ami B.V. ontevreden was over de door Eisende B.V. behaalde resultaten. Bij e-mailbericht van 8 juni 2008 laat Eisende B.V. aan Mon Ami B.V. weten deze gesprekken als "zeer onaangenaam" te hebben ervaren en stelt dat "het vertrouwen over en weer weg is". Om "verder te kunnen" formuleert Eisende B.V. in deze mail een voorstel aan Mon Ami B.V., welk voorstel, kort samengevat, een aanmerkelijke verbetering van de positie van Eisende B.V. impliceert. Daarop laat Mon Ami B.V. op 9 juni 2008 per e-mail aan Eisende B.V. weten dat zij wegens dringende redenen met onmiddellijke ingang geen gebruik meer van de diensten van Eisende B.V. wenst te maken. Bij brief van 16 juni 2008 bevestigt de gemachtigde van Mon Ami B.V. aan Eisende B.V. dat de agentuurovereenkomst op 9 juni 2008 wegens dringende redenen per direct is opgezegd en beëindigd. Als dringende redenen worden in de brief van 16 juni 2008 aangevoerd dat (1) Eisende B.V. in strijd de agentuurovereenkomsten eigenmachtig bij een afnemer incassoprovisie heeft geëist waardoor Mon Ami B.V. deze klant nu dreigt te verliezen, (2) dat Eisende B.V. afspraken over ondermeer klantenbezoeken herhaaldelijk niet heeft nagekomen als gevolg waarvan (potentiële) klanten geen zaken meer met Mon Ami B.V. willen doen, (3) Eisende B.V. regelmatig niet in staat is gebleken om arbeid te verrichten en (4) gebleken is dat Eisende B.V. in de praktijk voornamelijk in Nederland en incidenteel in België bemiddelde zodat Eisende B.V. geen omzet heeft gescoord in Europa, de landen van de E.U., de U.K. en de U.S.A.

Eisende B.V. laat op 23 juni 2008 via haar gemachtigde weten bezwaar aan te tekenen tegen de beëindiging van de agentuurovereenkomst per 9 juni 2008. Eisende B.V. maakt aanspraak op betaling van een schadeloosstelling doordat Mon Ami B.V. de contractuele opzegtermijn van vijf maanden niet in acht heeft genomen, op betaling van diverse achterstallige commissiefacturen, op betaling van een klantenvergoeding (goodwill) en nevenvorderingen zoals incassokosten en rente.

Omdat Mon Ami B.V. niet genegen was om aan de vorderingen van Eisende B.V. te voldoen, heeft Eisende B.V. Mon Ami B.V. op 17 december 2008 voor de Kantonrechter gedagvaard. Eisende B.V. eist van Mon Ami B.V. een totaalbedrag van € 45.000 aan achterstallige commissie, wettelijke schadeloosstelling, klantenvergoeding, wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten. Voorts vordert Eisende B.V. van Mon Ami B.V. inzage in haar boekhouding opdat Eisende B.V. de administratie kan laten controleren door haar accountant en de juistheid van de commissievergoeding kan worden gecontroleerd, alles op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000 per dag en met veroordeling van de wederpartij in de proceskosten.

Mon Ami B.V. heeft de vorderingen primair bestreden. Voor het geval de Kantonrechter de vorderingen toch onverhoopt (geheel of deels) zou toewijzen, heeft Mon Ami B.V. subsidiair verzocht om rechtelijke machtiging om de geldlening van € 3.000 met deze te betalen bedragen te verrekenen. Na ruim een jaar procederen komt de Kantonrechter op 14 januari 2010 tot een vonnis. De rechter stelt in de eerste plaats vast dat Mon Ami B.V. de agentuurovereenkomst op 9 juni 2008 per direct heeft beëindigd. Doordat aldus de contractuele opzegtermijn van vijf maanden niet in acht is genomen, is Mon Ami B.V. in beginsel jegens Eisende B.V. schadeplichtig. Mon Ami B.V. ontkomt alleen dan aan deze schadeplichtigheid indien vast komt te staan dat Mon Ami B.V. enerzijds voldoende dringende redenen had om de agentuurovereenkomst met onmiddellijke ingang te doen eindigen en anderzijds vast komt te staan dat Mon Ami B.V. deze eventuele dringende redenen onverwijld aan Eisende B.V. heeft medegedeeld. Omdat in het e-mailbericht van 9 juni 2008 geen dringende redenen worden genoemd en dit pas later gebeurt met de brief van de gemachtigde van 16 juni 2008, zit Mon Ami B.V. in een lastige bewijspositie. Mon Ami B.V. wordt op dit aspect echter onbedoeld gered door de gemachtigde van Eisende B.V. die tijdens de duur van de rechtszaak verzuimt om inhoudelijk verweer te voeren tegen de namens Mon Ami B.V. ingenomen stelling dat Mon Ami B.V. de dringende redenen aansluitend aan haar e-mailbericht van 9 juni 2008 telefonisch heeft medegedeeld. De Kantonrechter gaar er hierdoor van uit dat de dringende redenen inderdaad op 9 juni 2008 telefonisch zijn medegedeeld aan de handelsagent.

De Kantonrechter leest vervolgens in de brief van de gemachtigde van Mon Ami B.V. een viertal argumenten waarom er in de visie van Mon Ami B.V. sprake zou zijn geweest van dringende redenen. De Kantonrechter overweegt dat indien dit feitencomplex niet volledig vast zou komen te staan, weliswaar de agentuurovereenkomst per 9 juni 2008 is geëindigd, maar dat Mon Ami B.V. als sanctie hierop schadeplichtig is geworden. Indien het feitencomplex slechts voor een gedeelte komt vast te staan, dan zou volgens de rechter alleen sprake kunnen zijn van een dringende reden indien (a) dit gedeelte op zichzelf beschouwd voldoende dringend is, (b) Mon Ami B.V. heeft gesteld en ook aannemelijk is dat de samenwerking per direct zou zijn beëindigd indien zij hiervoor niet meer grond zou hebben dan dit beperkte feitencomplex en (c) dit laatste voor Eisende B.V. ook duidelijk was. De Kantonrechter concludeert dat uit de processtukken niet is gebleken dat aan de voorwaarden b en c is voldaan. De consequentie hiervan is, aldus de Kantonrechter, dat nu al hetgeen in de brief van 16 juni 2008 is gesteld door Mon Ami B.V. moet kunnen worden bewezen. Slaagt Mon Ami B.V. niet in deze bewijslast, dan wordt zij schadeplichtig jegens Eisende B.V.

De Kantonrechter komt uiteindelijk tot de slotsom dat Mon Ami B.V. in haar bewijslast faalt. Het verwijt "regelmatig niet in staat te zijn om arbeid te verrichten" kan gelet op de ontbrekende nadere toelichting niet als dringende reden worden beschouwd. Ook het verwijt dat Eisende B.V. slechts omzet in Nederland en België heeft behaald, verwijst de rechter naar de prullenbak. In de agentuurovereenkomst was hieromtrent te weinig (concreet) gesteld, terwijl evenmin uit niets was gebleken dat Eisende B.V. door Mon Ami B.V. tijdens de looptijd van de agentuurovereenkomst ooit op het uitblijven van omzet in de overige landen was aangesproken. Bespreking van de overige twee gronden is hierdoor wat de rechter betreft reeds overbodig. Daarmee is naar het oordeel van de Kantonrechter vast komen te staan dat Mon Ami B.V. de agentuurovereenkomst heeft beëindigd zonder de contractuele opzegtermijn van vijf maanden in acht te nemen. De schadeloosstelling welke Mon Ami B.V. aan Eisende B.V. is verschuldigd is gelijk aan de beloning (commissie) die Eisende B.V. normaliter tijdens deze opzegtermijn had kunnen genieten, waarbij de rechter aansluiting wil zoeken bij de door Eisende B.V. in het verleden genoten commissie. Eisende B.V. stelt in de procedure in de afgelopen drie jaar € 75.000 aan commissie is toegekomen. Volgens Mon Ami B.V. gaat het echter slechts om een bedrag van € 37.000. Doordat Eisende B.V. heeft verzuimd om een verifieerbaar overzicht van (feitelijk) verzonden provisiefacturen en/of andere bewijsstukken in het geding te brengen, zij haar stellingen onvoldoende heeft toegelicht en onvoldoende heeft bestreden dat Eisende B.V. tijdens de duur van de agentuurovereenkomst vrije toegang had tot het orderboek en pakbonnenmap van Mon Ami B.V. en ook aan de hand van die bescheiden haar provisiefacturen opstelde, neemt de Kantonrechter het provisieoverzicht zoals opgesteld door Mon Ami B.V. als uitgangspunt. Gelet op het vorenstaande en gelet op het feit dat Eisende B.V. in de procedure niet meer heeft gesteld dan dat zij het vermoeden heeft dat door Mon Ami B.V. niet alle verkopen zijn verantwoord, wijst de rechter de op straffe van verbeurte van dwangsommen gevorderde openlegging van de administratie af. Rekening houdend met de niet in acht genomen opzegtermijn komt de rechter aldus slechts tot een schadevergoeding van € 4.300.

De door Eisende B.V. gevorderde klantenvergoeding ad € 20.000 wordt door de Kantonrechter voorts voor slechts € 1.000 toegewezen. Dit omdat vast is komen te staan dat Mon Ami B.V. in het verleden reeds een eigen klantenbestand had, Mon Ami B.V. haar grootste klanten zelf heeft binnengehaald en uit het provisieoverzicht duidelijk blijkt van een sterke daling in de commissie, zodat de rechter betwijfelt of Eisende B.V. Mon Ami B.V. inderdaad aanzienlijk profijt heeft bezorgd en of daaraan inderdaad een duurzaam karakter kan worden toegekend.

Na verrekening met een aantal bedragen die Eisende B.V. nog aan Mon Ami B.V. verschuldigd is (waaronder de geldlening), resteert per saldo een door Mon Ami B.V. aan Eisende B.V. te betalen bedrag van € 500 (!), te verhogen met € 400 aan buitengerechtelijke in-cassokosten en rente. De proceskosten zijn door de rechter gecompenseerd, zodat deze voor beide partijen voor eigen rekening blijven.


Rechtbank Zwolle, Sector Kanton, locatie Deventer, 14 januari 2010, www.rechtspraak.nl , ljn: BL0562

Dit vonnis van de Kantonrechter te Deventer is lezenswaardig omdat de rechter op systematische wijze de verschillende deelvorderingen van Eisende B.V. bespreekt, in onderdelen knipt, en puntsgewijs toelicht en onderbouwt hoe hij uiteindelijk tot zijn eindoordeel is gekomen. De motivering van het vonnis beslaat maar liefst acht van de tien bladzijden.
Op deze wijze wordt het niet alleen voor de betrokken procespartijen helder hoe de rechter tot zijn uitspraak is gekomen, maar daarnaast wordt ook (pijnlijk) duidelijk dat Eisende B.V. de teleurstellende uitkomst van slechts 1/45 deel van het gevorderde in niet onbelangrijke mate te "danken" heeft aan tekortkomingen in de wijze waarop zij de dagvaarding heeft ingekleed respectievelijk heeft verzuimd op adequate wijze te reageren op ingenomen stellingen zijdens Mon Ami B.V.




mr. R.A.P. (Richard) Bruurs,
advocaat.

N.B: mr. R.A.P. (Richard) Bruurs is op 1 september 2010 overleden.